ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Lenze L. Bouwers & Käte Kollwitz

 

Lenze L. Bouwers

Haar

Verliezen in de strijd je pronk, je pracht.
Het kan loshangen, los hangen, wegrukken
in bossen tegelijk tot de schedel klacht
en treurzang uit: hoe ver, ver moet ik bukken

om weer een sprietje leven te zien. Macht
op mijn hoofd kom terug in dons, in plukken,
in een andere kleur dan grijs. De kracht
van puur natuur roep ik op: zal het lukken?

De spiegel spreekt de waarheid: wat eens blond
was, wordt zwart en andersom; nieuw bestaan,
maar toch jezelf met hart vol geven, leven

en kam het maar voorzichtig. Misschien even
een borsteltje gebruiken? Je kunt gaan
wandelen langs de trektocht, woord, woord, mond.

*****

Uit: Lenze Bouwers, Die sterke vijand - de pijn van het lijden, Uitgeverij Brandaan, 2013.   

Op het omslag van deze bundel staat De klacht van Käthe Kollwitz.

 

De klacht

 

door Marleen Hengelaar-Rookmaaker

Haar ene oog krampachtig gesloten, het andere afgedekt door haar hand. Ze kan het niet meer aanzien, het verlies, het verdriet, de zieke wereld.

Met haar rechterhand bedekt ze haar mond. Ze snoert zichzelf de lippen. Ze sluit zich in zichzelf op.

Want wie wil haar nog aanhoren, naar haar luisteren, begrijpen?

Ze komt handen tekort. Want onwillekeurig zal haar ene oog zich openen en moet ze de wereld waar alles wankelt weer onder ogen zien. Ze zal haar dierbaren en vrienden, dacht ze, aan haar voorbij zien gaan, hun oren voor haar sluiten, haar verraden. Het duurt al zo lang. Kunnen ze niet één uur blijven waken?

Eenzaam zoekt ze steun bij haar eigen hand.

Het is een stille klacht, klacht, aanklacht.

*****

Ook de zieke vrouw in Lenze Bouwers gedicht trekt zich in zichzelf terug. Ze kan alle onbeholpen woorden niet meer aanhoren. Ze haakt af in ongewilde eenzaamheid en ziet alleen nog ongehoorde woorden uit een stil bewegende mond.

*****

Käthe Kollwitz: Die Klage (ter nagedachtenis aan de in 1938 gestorven Ernst Barlach), 1938, brons met bruin patina, 27 x 27 x 9 cm

Lenze L. Bouwers is in 1940 geboren in Breezand. Na de kweekschool (de huidige Pabo) werd hij onderwijzer in Delfzijl. Hij studeerde Nederlands en was tot 1992 docent Nederlands in Zwolle. Sinds dat jaar is hij 'kleine zelfstandige' en leeft van de pen. Hij schrijft naast gedichten ook kinder- en jeugdboeken.

Käthe Kollwitz (1867-1945) was een Duitse grafische kunstenares en beeldhouwster. Zowel haar socialistische vader als haar grootvader, theoloog en voorganger van de Vrije Congregatie, hadden een diepgaande en blijvende invloed op haar. In haar studentenperiode ontwikkelde Kollwitz een grote belangstelling voor de sociaaldemocratie en de vrouwenbeweging. Via haar werk protesteerde ze tegen de misstanden van haar tijd. Nadat haar zoon Peter was omgekomen in de Eerste Wereldoorlog, nam verdriet veroorzaakt door oorlog in haar oeuvre een belangrijke plaats in. In 1933 werd haar werk 'entartet' (ontaard) verklaard en werd zij door de nationaalsocialisten verdreven van de Berlijnse academie, waar zij sinds 1928 hoogleraar aan de grafische afdeling was. In 1936 kreeg zij een expositieverbod en daarna heeft zij alleen nog getekend en gebeeldhouwd. In haar late werk nam het afbeelden van moeder en kind een centrale plaats in. 

Marleen Hengelaar-Rookmaaker is hoofdredacteur van ArtWay.