ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Michel van der Plas & Charles Eyck

Michel van der Plas & Charles Eyck

Thuis (gedicht Michel van der Plas) & De Verloren Zoon (schilderij Charles Eyck)

Thuis

door Michel van der Plas

Als God mij thuisbrengt uit mijn ballingschap,
Dat zal een droom zijn. Als, bij het ontwaken
Tussen de zwijnen met een lege nap,
Ik hongerig naar mijn vaders huis zal haken.

En opstaan, gaan. En als hij, al van ver
Mij ziende, dan naar mij komt toegevlogen
En, vader van een mensenleven her,
Hij mij omhelst met tranen in zijn ogen.

Zijn kind. Gestorven en teruggekomen.
Verloren en ik leef. Woestijnrivier
Die, als de regen valt, opnieuw gaat stromen,
Tot in de zee van thuis, van altijd hier.
Ik zal gelukkig zijn en zingend bidden:
Ja, gij doet wonderen, God in ons midden.

***

Charles Eyck: De Verloren zoon, 1922.

Charles Eyck won in 1922 met dit schilderij van de Verloren Zoon de Prix de Rome. De jury had grote lof voor de gevoelige wijze waarop de Limburgse kunstenaar het dramatische onderwerp van de thuiskomst van de verloren zoon tot uitdrukking had gebracht. De zoon schaamt zich en durft zijn vader niet aan te kijken. Hij maakt een afwerend gebaar, bang voor de boze afkeuring die hij verdient. De vader beweegt zich echter vol dynamiek naar de zoon toe, daarbij van het gras met kleurig bloeiende bloemen (symbool voor liefde en leven) op de donkere grond met doornen en distels (symbool voor zonde en dood) stappend waarop de zoon staat, en sluit zijn berouwvolle zoon vergevend en verwelkomend in zijn armen.

Michel van der Plas: Thuis. Uit de bundel De oevers bekennen kleur, Verzamelde gedichten, Anthos/Lannoo, 1994.

Michel van der Plas (1927-2013), pseudoniem van Bernardus Gerhardus Franciscus Brinkel, was schrijver, dichter, journalist en biograaf. Veel lof oogstte hij met zijn biografieën over Guido Gezelle en J.A. Alberdingk Thijm en Anton van Duinkerken. Hij was als journalist verbonden aan Elseviers Weekblad sinds 1949. Hij publiceerde meerdere bundels aansprekende, traditionalistische poëzie, waarvan Going my Way (1949) bekroond werd met de Jan Campertprijs. Hij trok de aandacht met speelse parodieën en leverde tal van cabaretteksten. Ook vertaalde hij werk van o.a. T.S. Eliot en H. Böll. In 1960 verscheen een verzameluitgave van zijn poëzie tot 1955: Edelman-Bedelman. Zijn journalistieke documentaires Uit het rijke roomsche leven (1963) en Mooie vrede (1966) vonden een gunstig onthaal. Met Godfried Bomans blikte hij terug op zijn roomse jeugd in In de kou (1969).

Een belangrijke verzameluitgave van zijn poëzie is Gedichten (1974). Vertaalde poëzie kwam een jaar later uit onder de titel Goede buren, verre vrienden. Later werk van gemengd karakter selecteerde hij in Zo'n beetje wat ik voel (1979). In 1979 werd zijn gehele oeuvre bekroond met de Tollensprijs.