ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kunstenaars

Tavenier, Daniël - door Marc de Klijn

Expressief verlangen van Daniël Tavenier

Marc de Klijn
 
'Kunst is voor mij, in al mijn onvolkomenheid, een mentaliteit, een houding ten opzichte van het leven en de wereld om mij heen. Dat is nog belangrijker dan het maken van kunst. Wezen­lijk is het groeiproces, het veranderen. Ook de doodlopende weg! Kunst kan een gedachte in een beeld omzetten, en de bestaande gewone dingen een nieuwe betekenis geven. Ik wil ook vormgeven aan wat zich in mijn geest afspeelt. Kunst vraagt om een levensstijl, die het mogelijk maakt je intensief bezig te houden met jezelf, de omgeving of met wat je belangrijk vindt. Daardoor is kunst zo persoonlijk.'
 
Deze zinnen ontleen ik aan een stukje proza dat Daniël Tavenier, samen met nog enkele andere kun­stenaars, heeft genoteerd in het boekje Wat is kunst dat in 1997 door de stichting Ars Longa in Overveen werd uitgegeven. Van deze stichting vormen de Vrije Academie Kenne­merland en de Nieuwe Kunstschool, Oegstgeest een onderdeel.
 
Dat Daniël, geboren in Katwijk in 1964, aan gewone alledaagse dingen een nieuwe betekenis wil geven blijkt onder meer uit de opening van de tentoonstelling 'De zee, de man en zijn lief' in het Katwijks museum vorig jaar. Hij exposeerde hier samen met Jack Zwanenburg een interactieve computerinstallatie, gecombi­neerd met schilderijen (in feite dus computer versus olieverf) waarin het beeld werd opgeroepen van een woeste zee die een tragische uitwerking heeft op het levensverhaal van een echtpaar, waarvan de man niet meer levend terugkeert.
 
De twintig schilderijen die Daniël op de Lofoten, een Noorse eilanden­groep, hiervoor produceerde waren interpretaties van de altijd wisselen­de zee, met nadruk op sfeer en dra­matiek (ook wel romantiek). Hij bracht daarin een ode aan de zee, maar bracht tegelijk ook zijn eigen gevoelens en beleving aan de opper­vlakte. Voor Daniël vertegenwoordigt de zee uitgestrektheid, een eeuwig verlangen naar ruimte, maar ook de ervaring van een ontembare oer­kracht waar tegenover de mens onmachtig klein is en zich wel afhan­kelijk moet gaan voelen van God.
 
Kunst en leven
Daniël Tavenier woont als protes­tant in het centrum van het katholie­ke stadje Noordwijk. Hij trouwde hier met zijn vrouw Carolien in 1994, een jonge weduwe met zeven kinde­ren wier echtgenoot onverwacht aan een hersenbloeding was overleden. Door dit huwelijk kwam hij, die tevo­ren volledig in zijn artistieke werk opging en nauwelijks aandacht had voor zijn omgeving, terecht in een druk en sociaal veeleisend netwerk. Aanvankelijk werd hij afgewezen door een schare kinderen, toch is het huwelijk vanuit een hechte vriend­schap versterkt en heeft een levend geloof er een stevige basis onder gelegd. Met name door de kinderen is Daniël de sociale dimensie van het leven gaan ontdekken en is dit niet alleen een nieuwe, maar ook een ver­rijkende dimensie van zijn werk geworden.
 
Zijn werk is thans meer gericht op mensen, maar ook op bijbelse figu­ren zoals Job, Simson, Jona en Daniël. Niet in het minst wordt ook de directe (leef)omgeving in zijn werk gereflecteerd. Dit laatste is zeker een resultaat te noemen van intensieve contacten met de theoloog/filosoof Henk Bak­ker van de Baptistengemeente in Katwijk/Rijnsburg. Deze hield hem een spiegel voor en de vraag wat er van zijn artistieke passie en zijn wei­nig sociale houding terecht moest komen als hij zich bleef afzonderen. Mag je als christen eigenlijk wel blij­ven schilderen? Door confronteren­de levensvragen werden bepaalde beelden bij Daniël opgeroepen, die hij vervolgens ging schilderen. Als een echte 'broeder' kocht Henk deze beelden dan soms weer op ...
Voor Daniël werd de persoonlijke band met Jezus Christus allesbepa­lend. Ook in het contact met christe­nen die een andere achtergrond of traditie hebben. Vrij gemakkelijk kan hij over kerkmuren heenstappen, zonder daarbij inhoudelijk concessies te doen en zonder het wezenlij­ke van de geloofskern aan te tasten.
 
Invloeden
Daniël Tavenier studeerde van 1982-1987 aan de Haagse Koninklijke Academie, waar hij een klassiek onderbouwde opleiding ontving voor schilderen en grafiek. Van zijn docenten zijn hem Har Sanders bij­gebleven vanwege de inhoudelijke begeleiding en kritiek, Rien Bout op het gebied van compositie en figurenstudies, en Hans van der lek voor het technisch ambachtelijke gedeelte. Merkwaardig genoeg komt hij niet uit een artistieke familie. De kunst speelde in het gereformeerd vrijgemaakte gezin vrijwel geen enkele rol. Daniëls vader is tot op vandaag met geen mogelijkheid voor een museumbezoek te interesseren. Opvallend is het dan ook dat de kunstzinnigheid wel bij zijn broers is opgebloeid. Een broer beheert een galerie waar 'Haagse School'-kunstwerken worden geëxposeerd, een andere broer verzamelt modern kunst en een derde is architect geworden! Daniël Tavenier noemt zichzelf een expressionist, omdat dramatiek voor hem essentieel is. Emil Nolde is voor hem belangrijk vanwege zijn diep doorleefde landschappen. In Rembrandt boeit hem de psychologische benadering en de manier waarop het religieuze wordt behandeld: intiem, persoonlijk en uiterst teder. Georges Braque en Edvard Munch zijn door hun vak­manschap en visie weer interessant. Ook de Russische literatuur - en niet te vergeten de Russische iconen­kunst - is een invloedrijke bron. Daniël zou wel willen schilderen zoals Dostojevsky zijn figuren 'schil­dert' in een roman als De gebroeders Karamasov. Momenteel houdt Daniël zich bezig met Michelangelo. Hij leest Schilders van het eeuwige van Walter Nigg en wil zich zo breed mogelijk kunsthistorisch oriënteren. Daarom staat hij ook open voor moderne kunstenaars, zoals Joseph Beuys en Anselm Kiefer.
 
Daarnaast heeft hij zich in het katholieke geloof verdiept. Waarom is er na de beeldenstorm geen ruim­te meer voor kunst in de kerk? Waar­om zijn in de Rooms Katholieke Kerk beelden wél toegestaan? Onder de indruk van de activiteiten van pas­toor Juffermans, die kunstenaars heeft uitgenodigd om drie kerkge­bouwen in Frankrijk (Fontenailles) te beschilderen, heeft hij daar een serie van acht kerkramen bewonderd waarin op figuratieve wijze de acht zaligsprekingen waren uitgebeeld. Ook een figuur als Franciscus van Assisi houdt hem bezig.
 
Perspectieven
Daniël Tavenier is begonnen met het schilderen van zijn eigen wortels, zijn eigen milieu en achtergrond. Hij stamt uit een vissersgeslacht en woonde altijd dicht bij zee, die voor hem het begrip van de ruimte is. Ook het weidse Groninger land­schap trekt hem aan, en blijft een steeds terugkerend aspect in zijn werk: ruimte, water, licht, lucht, aarde. Zijn belangstelling lijkt uit te gaan naar de oerelementen.
 
Ook het materiaal waarmee hij werkt is van belang. Daniël prepa­reert zelf zijn verf en de verschillende ondergronden zijn mede bepalend voor de persoonlijke 'kleur' van zijn werk. Op zijn doeken en panelen ontstaat een lang doorlopende gelaagdheid die de verf een materiekarakter geeft. Kleur, vorm en materie zijn integrale en uiterst belangrijke bestanddelen van zijn werk, maar vooral ingrediënten om een dieper liggende thematiek aan de oppervlakte te brengen. Hij geeft niets om quasi artistieke oppervlak­kigheid of het specialisme (en elita­risme!) in de kunst van tegenwoor­dig.
 
In de tien jaar dat Daniël Tavenier als kunstenaar werkzaam is heeft hij opmerkelijk vaak geëxposeerd, in feite al direct nadat hij was afgestudeerd in 1987. Gemiddeld expo­seert hij ongeveer vijf keer per jaar. In Den Haag ver­toont hij zijn werk regelmatig in Pulchri Studio, de Posthoorn, Gra­fiekwinkel INKT en exposeert hij als lid bij Arti en Indus­triae, de Haagse Kunstkring en Arti­mediair. Verder was zijn werk te zien in Amersfoort, Amsterdam, Culemborg, Delft, Groot Schermer, Harlingen, Helmond en Katwijk. Naast het intensieve schilderen en exposeren geeft hij drie dagdelen model- en schilderles aan de Nieuwe Kunstschool en is hij incidenteel inzetbaar voor de Vrije Academie voor amateurs (Haarlem). Zaterdags werkt hij voor de PTT. Het huishou­den van Daniël is zo druk als dat van Jan Steen, maar uiterst sober. Geluk­kig staat zijn huis aan de vrij op naam en verhuurt hij delen van het grote erfoppervlak. Incidenteel ver­koopt hij werk. Hij is op zoek naar een aantrekkelijk verhuursysteem of een eigen uitleenartotheek want het galeriewezen is op z'n retour en steeds minder in trek.
 
Hij ziet wel enige hoop in het verschiet liggen voor de communicatieve mogelijk­heden van de kunst, maar voor veel christenen moet dit gebied als onmisbaar levensterrein nog binnen de ervaringshorizon gebracht wor­den. De behoefte aan kunst onder christenen is vaak groot, zo consta­teert hij, maar wordt 'dood' gepraat of weggerationaliseerd. Eén van zijn idealen is het om als kunstenaar bin­nen een kerkgemeenschap te functioneren die hem draagt, onder­steunt en zijn werk waardeert en ook kritisch begeleidt. Jammer genoeg werkt het kerksysteem verpletterend voor de kunst en het is zijn ervaring dat hij erdoor wordt verketterd. Voor zichzelf heeft Daniël Tavenier zijn christenzijn en kunstenaarzijn gelukkig weten te integreren zonder zijn productiviteit te verliezen. In alle afgelegde jaren is er iets meer erken­ning gekomen, maar hij moet toch steeds weer wegen begaanbaar zien te maken in een wereld waarin het onbegrip helaas hoogtij viert. De vraag mag dan ook gesteld worden of het te rechtvaardigen is wanneer een kunstenaar die toch al zijn han­den vol heeft aan het realiseren van overtuigend en krachtig werk, daar­naast ook nog zoveel hardnekkige vooroordelen en obstakels voor een ontvankelijk genieten van kunst(wer­ken) moet opruimen.
 
Gepubliceerd in het tijdschrift Bij de Tijd rond 1997