ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kunstenaars

Haring, Keith - BM - Tom De Craene

 

Keith Haring: The Life of Christ

Liefde, die afdaalt

door Tom De Craene

In mijn tienerjaren kon je er niet naast kijken. Elke muur met graffiti, elk hip T-shirt, nagenoeg alle kaftpapier had wel een afbeelding van de hand van Keith Haring. De zeer herkenbare stijl met de geabstraheerde gezichtloze figuurtjes in felle kleuren wist me toen niet te bekoren. Totdat ik onlangs tijdens een lezing over kunst en transcendentie het werk The Life of Christ zag. De lector gebruikte het kunstwerk om duidelijk te maken dat we nieuwe beelden nodig hebben om oude zaken als Advent opnieuw te verbeelden. En dit werk zoog mij ogenblikkelijk naar binnen.

De met bladgoud bedekte bronzen panelen doen meteen denken aan een klassiek drieluik en de schittering van het goud roept direct de wereld van de iconenkunst op. Wat opvalt zijn de opwaartse en neerwaartse bewegingen. Het is onmogelijk te zien waar de beweging begint, het is eerder een verhaal van op en neer.

Mensen roepen hun onmacht uit, strekken zich uit naar boven of ballen de vuist naar de hemel omwille van het onrecht dat ze niet begrijpen. Hun gehuil en hun tranen vullen het middenveld en stijgen op naar de hemel, engelfiguren stijgen op en dalen af.

Dit past voor mij zeer goed bij het lied dat voor mij de sfeer van Advent oproept, ‘O come, O come Emmanuel’. Dat lied dat spreekt van verzuchting, van onderdrukking en van het zich uitstrekken, al dan niet vertwijfeld of met een zekere onmacht, naar de beloofde hoop. Dit is wat de menselijke figuren onderaan in de panelen doen. En dit beeld wordt des te krachtiger wanneer we beseffen dat Haring dit werk maakte twee weken voordat hij stierf aan de gevolgen van AIDS en dat één van de versies van dit drieluik hangt in de Interfaith AIDS Memorail Chapel in San Francisco.

Zowel het lied als dit kunstwerk spreken niet enkel van vertwijfeling en bang afwachten, ze spreken ook van hoop en liefde. Bij de goddelijke figuur bovenaan zien we onder andere een hart, een Christuskind dat omarmd en gevoed wordt. En het lijkt wel of de liefde die hier afgebeeld wordt, de liefde die hier geboren wordt en mens wordt, alsof die afdaalt. Afdaalt samen met al die goddelijke armen die willen omhelzen, afdaalt samen met die tranen van God omwille van het geziene en gehoorde leed, afdaalt met de zegende regen die hij zendt, afdaalt met al die stralen die bij hem zijn ontstaan.

In deze periode van Advent mogen we stil worden en nadenken over ons eigen leed en het leed dat we om ons heen zien, dichtbij of veraf. Samen met deze figuren mogen we zeggen: ‘Kom Jezus, kom.’ We mogen verwachtend uitkijken naar de liefde die mens werd en ons omarmen wil. Maar we mogen tijdens Advent ook beseffen dat God ons lijden niet enkel tegemoet kwam door mens te worden, maar ook door zelf te lijden en ons daarin te kennen. Want op dit drieluik zien we niet enkel symbolen van liefde. We zien ook de symbolen van het kruis en van de opkomende zon, de zon van de opstanding, van de nieuwe dag, van de nieuwe schepping wanneer alle tranen zullen worden afgeveegd.

*******

Keith Haring, Altaarstuk The Life of Christ, 1990, brons met wit bladgoud, 206 x 153 x 5 cm. © Keith Haring Foundation. Er bestaan negen versies van dit werk, waaronder een in de Cathedral of St. John the Divine in Manhattan, New York en een in de Saint-Eustache kerk in Parijs.

Keith Haring (1958-1990) is de oudste van vier kinderen. Al op jonge leeftijd was zijn liefde voor tekenen duidelijk. Zijn vader, die ook een soort stripverhalen tekende, bleek een belangrijke bron van inspiratie. Ook Andy Warhol beïnvloedde hem. Hij studeerde aan de Ivy School of Professional Art in Pittsburgh, maar het commerciële aspect van de opleiding sprak hem niet aan. Hij verliet daarom de school. In 1976 had hij in Pittsburgh zijn eerste belangrijke tentoonstelling. Rond deze tijd werd ook zijn stijl duidelijk: semi-abstracte figuren die in elkaar overgaan en enorme ruimtes kunnen vullen. Ook werd Haring beïnvloed door Christo's houding tegenover kunst: kunst is voor iedereen en niet alleen voor de elite. In 1978 verhuisde hij naar New York en kreeg een beurs voor een studie aan The School of Visual Arts. In de metro ontdekte hij kunst in de graffiti die hij daar zag. Hij ontwikkelde een geheel eigen stijl en maakte krijttekeningen op lege billboards in de metro, tekeningen op straat en kreeg steeds meer bekendheid. Zijn cartoonachtige schilderingen en tekeningen gingen onder andere over aids, seks, drugs en apartheid. Hij exposeerde in 1982 met schilderijen, beelden, beschilderde stukken doek en on-site werk in Galerie Shafrazi. De belangstelling was groot. In de jaren hierna exposeerde hij wereldwijd. Haring maakte ook veel decoratieve kunst, bijvoorbeeld op vazen en T-shirts. Betaalbare producten voor een brede doelgroep verkocht hij in zijn eigen winkel in New York City en Tokyo. In 1988 kreeg hij te horen dat hij aids had. Hij overleed in 1990 aan de gevolgen van deze ziekte.

Tom De Craene is archeoloog van opleiding en heeft ook een bachelor in de kunstwetenschappen. Sinds zijn afstuderen is hij actief bij Ichtus Vlaanderen (IFES) waar hij sinds 2007 ook Algemeen Secretaris is. Hij hoop zich de komende jaren meer en meer te kunnen verdiepen in de relatie kunst en theologie en ziet het als zijn roeping ruimte te creëren voor kunst en kunstenaars, zowel binnen als buiten de kerk.  

ArtWay beeldmeditatie 8 december 2013