ArtWay

De veertigdagentijd herinnert mij eraan dat ik niet vast hoef te zitten in oude patronen van denken en handelen. Vernieuwing is mogelijk.

Kunstenaars

Nijburg, Rinke - BM - Rinke Nijburg

 Rinke Nijburg: 5475  

 

5475 

door Rinke Nijburg 

5475 wonden: zoveel wonden heeft Christus voor ons geleden.
Thomas van Kempen

Wie in 2012 de tentoonstelling Door geloof gedreven in het Stedelijk Museum in Zwolle bezocht – met werken van hedendaagse, religieus geïnspireerde kunstenaars als Marc Mulders, Gijs Frieling, Sela en mijzelf – kon daar een flink grote houtskooltekening van mijn hand tegen het lijf lopen.  

In een desolaat landschap zien we twee donkere, wellicht Afrikaanse vrouwen in lichtblauwe jurken zitten. De vrouwen lijken op elkaar – het zijn misschien wel zussen – en kijken ons aan. Op hun schoot dragen ze een naakt wit jongetje van een jaar of 9. Het kind houdt de ogen gesloten. In de verte links is een wolkenkrabber te zien, rechts aan de horizon liggen wat heuvels. Vlak boven de glooiende heuvels rijst of daalt een planeet, zo groot dat het de opkomende of ondergaande maan wel zal zijn. In de donkere gestreepte lucht hangen lichaamsdelen als waren het feestslingers en op de grond ligt het hoofd van een man. Net als het kind heeft het de ogen gesloten. Helemaal vooraan staat een vreemd apparaat: een fototoestel, een robot? Als titel draagt het werk het getal 5475. 

Of de tekening mooi is of lelijk, knap getekend of knullig, ingenieus of idioot, is natuurlijk een kwestie van smaak, appreciatie en kennis van zaken. Bovendien moeten we een slag om de arm houden, want we kijken naar een afbeelding van een werk en niet naar het werk zelf. Maar los van mooi en lelijk, blijft de vraag hoe een kunstenaar aan zo’n vreemd beeld komt en wat hij met het werk wil zeggen. 

Wie ook maar iets afweet van de iconografie of betekenisleer van de christelijke kunst herkent in de voorstelling al gauw een Piëta: moeder Maria met haar dode zoon Jezus op haar schoot. In de Bijbel niet te vinden, kwam het beeld als het ware vanzelf terecht in de roomse devotie. Want bijna iedereen wil toch de beminde dode nog een laatste keer vasthouden? En waar kan de Zoon des Mensen zijn aardse leven beter eindigen dan zo dicht mogelijk bij de plaats waar hij het begon? En het kapotgeslagen kind blijft voor de moeder voor altijd het gave kind uit haar schoot. En wie zegt ons dat alleen Maria de moeder hem nog een laatste keer vasthield? En waarom zien we alle leed, deze mens aangedaan, in delen zweven in de nachtelijke lucht?  

Wie in Spanje of Zuid-Amerika een kerk is binnengelopen, wie een keer de afdeling laatmiddeleeuwse kunst van een museum heeft bezocht, die zal het niet ontgaan zijn dat sommige culturen het afbeelden van lijden en dood niet schuwen. Het lijden van Jezus dat in de evangeliën beknopt en bijna zakelijk beschreven staat, werd en wordt in andere tijden en culturen dan de onze breed uitgemeten. Niet omdat die culturen per se zo dol zijn op lijden en dood, maar omdat beide dagelijkse kost zijn en dus veel minder vermijdelijk dan in culturen die lijden en sterven naar de marge hebben weten te dringen.  

In de late middeleeuwen was het een zaak van grote devotie het exacte aantal wonden dat Christus zou zijn toegebracht te tellen. Niet omdat het een sport was, niet omdat men gek was of bezeten van bloed, maar omdat men wilde nadenken en mediteren over alle lijden dat de Zoon van God op zich had genomen. Tot de hoogste tellingen behoorde die van 5475 wonden. Tegenwoordig neigen wij ertoe zo'n telling van het aantal wonden te zien als ziek, absurdistisch of blasfemisch, de Monty Python speelfilm Life of Brian uit 1979 waardig.  

Wat men zich niet realiseert is dat het exacte getal van 5475 wonden uit het hart van de christelijke mystiek stamt. Het getal is niet alleen terug te vinden bij Thomas van Kempen (ca.1380-1472), een van de grondleggers van de laatmiddeleeuwse beweging van de Moderne Devotie en schrijver van De navolging van Christus (het meest gelezen christelijke boek na de Bijbel), maar tevens bij tal van andere mystici. Zo komt het getal al voor in de geschriften van de Heilige Birgitta van Zweden (1303-1374). Zij wilde zo graag weten hoeveel wonden Christus waren toegebracht dat ze God de Vader net zo lang smeekte het haar te zeggen tot zij in een visioen het verbijsterende antwoord te horen kreeg. Het getal ging heel Europa door. 

Wanneer men een jaar lang elke dag de 15 gebeden van de Heilige Brigitta van Zweden bidt, heeft men met Nieuwjaar alle wonden geëerd: 365 dagen keer 15 gebeden is immers 5475 wonden. Meten is weten: het tellen van zijn wonden is het tellen van de eigen zonden. Onder de 5475 goddelijke wonden ziet de gelovige de Opgestane Heer; onder onze 5475 wonden ziet God het gave mensenkind. En wanneer een boos mensenkind de arme naaste bespot, slaat en verwondt, wordt in de ogen van God het Lichaam van de Zoon van God opnieuw verminkt.

Het is nu wachten op een tekening of schilderij met het getal 30.430, het exacte aantal broeddruppels dat Gods Zoon voor ons bloedde. Het zal, opnieuw, tegelijk een beeld zijn van het menselijk tekort, van kwetsbaarheid en van tere schoonheid.  

******* 

Rinke Nijburg: 5475, 2014, potlood, kleurpotlood, houtskool en pastel op papier, 110 x 150 cm 

Rinke Nijburg (Lunteren 1964) is beeldend kunstenaar en docent Art & Design Arnhem aan ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten. Voor meer van en over Rinke Nijburg, zie www.rinkenijburg.nl en www.rinkenijburg.blogspot.com 

ArtWay beeldmeditatie 17 augustus 2014