ArtWay

De veertigdagentijd herinnert mij eraan dat ik niet vast hoef te zitten in oude patronen van denken en handelen. Vernieuwing is mogelijk.

Artikelen

Iconenatelier In een zachte bries - Gosse Taekema

Een zachte bries in het Huis op het Spui te Amsterdam

door Gosse Paul Taekema

In een zachte bries
'In een zachte bries', dat is de naam die Thom Breukel aan zijn iconenatelier heeft gegeven. Het is een citaat uit 1 Koningen, hoofdstuk 19. Elia hoorde de stem van God niet in een storm, niet in een aardbeving, niet in het vuur, maar in de stilte van een zachte bries. In stilte zit ook elke dinsdag tussen 10 uur ’s ochtends en ongeveer 3 uur ’s middags een aantal mensen, variërend van zo’n vijf tot tien, te werken aan een icoon. Zij doen dat in een mooie ruimte van het Huis op het Spui, spiritueel centrum van de lutherse gemeente te Amsterdam. Onder een glazen dak zitten zij, in schaduwloos daglicht (zelden is kunstlicht nodig) te schilderen. In de ruimte ernaast staat een grote tafel, waaraan vooraf en tussendoor koffie of thee gedronken kan worden – en waar een gesprek gevoerd kan worden.

Geen hobby, geen kunst
Dat het icoon schilderen in stilte gebeurt, heeft te maken met het feit dat het meer is dan een hobby (een woord waar Thom in dit verband allergisch voor is), zelfs meer dan kunst. ‘Het is geen kunst, het is een gebed.’ Dat is wat ik hoorde toen ik de eerste keer een bezoek bracht aan het iconenatelier, toen nog in de pastorie van de Nicolaaskerk. Het werken in stilte sprak me aan. Wat me ook beviel: ‘Iedereen kan het. We maken geen kunst, dus je hoeft niet origineel te zijn. Het is juist de bedoeling dat je naar een voorbeeld werkt, volgens de traditie.’ Heerlijk: ik zou me niet hoeven te bewijzen; het leek me een rustgevende bezigheid.

Lijnen trekken als vorm van gebed
In oktober 2010 ben ik begonnen met een kant en klare werktekening van Rafaël. Ik mocht hem overtrekken op doorzichtig papier, wat ik op de lagere school al zo’n prettig werkje vond. Daarna mocht ik dezelfde lijnen doordrukken in poeder van rode oker op de plank en vervolgens die poederlijnen nog eens overschilderen met een dun penseeltje. Tegen het eind van de morgen had ik dus dezelfde lijnen driemaal getrokken – en was ik helemaal rustig omdat ik de hele tijd het gevoel had gehad dat ik elke lijn getekend had ut in omnibus Deus glorificetur (opdat in alles God verheerlijkt worde, Benedictus).

Geen docent, wel wegwijzer
Thom geeft geen les, maar helpt de beginneling wel op weg door de techniek uit te leggen en te laten zien hoe de pigmenten gemengd worden met eigeel en water. Hij legt de techniek van de Russische stijl van schilderen uit: ‘Transparant, met veel water.’ Al snel weet je genoeg om zelfstandig verder te kunnen gaan. Maar: ‘Je kunt altijd vragen.’ Zo heb ik hem advies gevraagd over bijvoorbeeld de beste kleur voor een achtergrond, over de kleuren die je moet mengen om het purper van de mantel van de Moeder Gods te krijgen, of, als een icoon bijna klaar is, wat er nog aan verbeterd zou kunnen worden. De antwoorden waren altijd kort en praktisch, zodat ik meteen verder kon. Daarnaast is het verbazend hoeveel je al doende leert als je zelfstandig bezig bent.

Ook al praten we in principe niet in de ruimte waar we schilderen, we staan wel eens naar elkaars werk te kijken en daarvan te genieten. Dan is het toch wel aardig even te laten blijken dat je het mooi vindt. Ook geven we elkaar wel eens een technische tip. Zo leren we van Thom, van onszelf – al doende – en van elkaar.

Mijn eerste icoon
Ik kan maar twee uur ’s ochtends en ik ben langzaam, dus mijn eerste Rafaël was pas na een paar maanden klaar. ‘Wat ga je ermee doen?’ vroeg Thom. Verkopen is bij ons not done, dus je houdt de icoon zelf of je schenkt hem. Rafaël (= de Heer geneest) is onder andere de engel van de genezing, daardoor schoot me te binnen dat een invalide vriend binnenkort uit het revalidatiecentrum thuis zou komen. Dus ik wist het: mijn eerste icoon zou een welkom-thuis-geschenk voor hem zijn. Toen ik hem de icoon gaf, hoorde ik dat Rafaël zijn tweede voornaam was.

Iconen: geen muurtooi, maar deel van mijn leven
Daarna heb ik nog een Rafaël voor mezelf gemaakt. Vervolgens heb ik de iconen van een deësis geschilderd: Michaël en Gabriël (samen, naast elkaar, omdat ik dezelfde kleuren voor beide engelen wilde gebruiken), Johannes de Voorloper, de Moeder Gods. Nu ik dit stukje schrijf, sta ik op het punt om te beginnen aan de centrale icoon, Christus Pantocrator. Het schilderen van de deësis drukt voor mij precies uit wat de iconengroep uitdrukt: alles wijst naar Christus. Tussendoor heb ik nog twee andere iconen geschilderd. Een Annunciatie heb ik geschilderd, omdat daardoor het prachtige Angelusgebed, dat ik elke middag bid en dat de hele heilsgeschiedenis in een notendop omvat, nog dieper in mijn ziel ingeprent zou worden. Een Sint Christoffel heb ik gemaakt met voorbedachten rade om hem aan een bevriend echtpaar te geven. Hij (protestants) is geïnteresseerd in alle katholieke heiligen en zij (katholiek) verzamelt Christoffelplaatjes. Zij waren er blij mee en daardoor maakten zij mij weer blij. Een fotootje op heiligen-prentjeformaat is geplakt aan de binnenkant van de zonneklep van mijn auto.

Creatief: hoeft niet, maar je bent het toch wel
‘Je hoeft niet creatief te zijn.’ Dat vond ik een ontspannen uitgangspunt, maar als je creatief bent, komt dat er toch wel uit. Soms is een middeleeuws voorbeeldicoon gedeeltelijk beschadigd. Vaak is het plooienpatroon in de kleding onduidelijk of bijna onzichtbaar geworden door eeuwenlange inwerking van wierook en kaarsenwalm. In die gevallen moet je gedeelten van het voorbeeld aanvullen. Soms kan een andere icoon daarbij helpen, maar soms moet je zelf creatief zijn. Ook wordt vaak opgemerkt: ‘We schilderen allemaal naar voorbeelden, maar toch zie je dat iedereen een eigen stijl ontwikkelt.’ Het is als met een handschrift: we leren op school allemaal dezelfde letters, maar iedereen krijgt een eigen handschrift.

Een rustgevende bezigheid
Wat ik verwachtte, bleek te kloppen: het is een rustgevende bezigheid. Ik hoef niet te praten, ik mag me beperken tot een paar woorden in de koffiepauze, die ik van harte meen. Ik hoef niets te presteren, want er is geen druk om origineel te zijn, noch om een ‘mooi’ stukje kunst te maken, al stemt het achteraf natuurlijk tot blijdschap als een icoon toch mooi geworden is. Ik heb nooit haast, want als de icoon vandaag niet af is, dan de volgende keer, of de keer daarop.

Meditatief schilderen of een gebed
Ik mag me van ogenblik tot ogenblik bezighouden met de lijn die ik NU trek, met de achtergrondkleur die ik NU aanbreng, met de oogopslag die ik NU probeer te treffen. Ik mag werken zonder haast, zonder gehechtheid aan een resultaat, zonder prestatiedrang, zonder teleurstelling omdat de icoon van mijn buurvrouw knapper geschilderd is. Dat is het meditatief schilderen dat ik op mijn aanmeldingsformulier had ingevuld als motivering waarom ik wilde meedoen. In de stilte voel ik me ook verbonden met degene die ik schilder: de engel, de heilige, de Moeder Gods of Christus zelf. Daarom kan ik het meditatief schilderen tevens een gebed noemen. Zo kom ik terug bij hét motto van Thom: ‘Icoon schilderen is een gebed.’

*****

Iconenatelier "in een zachte bries" 1Kon.19
Handboogstraat 4
1012 XM Amsterdam