ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kunstenaars

Wickert, Johannes - door Koenraad De Wolf 2

Johannes Wickert klaagt inhumaan asielbeleid aan

door Koenraad De Wolf

Op de vlucht is het jongste werk van de Duitse kunstenaar Johannes Wickert (1954). Hij woont en werkt in Elsenborn in Oost-België, waar hij samen met zijn vrouw Nico sterk geëngageerd is bij de opvang van vluchtelingen. Dit doek brengt op aangrijpende wijze hun tragiek in beeld. Een vader en zoon zijn hun land ontvlucht, hebben alles achtergelaten en de dood in de ogen gezien tijdens de oversteek … om terecht te komen in een continent waar ze niet welkom zijn.

Wickert organiseerde als vrijwilliger een schildersatelier voor vluchtelingen in het asielcentrum van Manderfeld nabij Sant-Vith, toen in september 2015 op het domein van het militaire kamp van Elzenborn een nieuw asielcentrum zijn deuren opende. Dat ligt op amper enkele kilometers van zijn deur. Daar arriveerden 500 vluchtelingen uit het oorlogsgebied in Syrië en Irak te midden van de herfstmanoeuvres van de Nato. 

Wickert is geschokt door de inhumane manier waarop België omgaat met de vluchtelingen. En de voorbije maanden is zijn afkeer alleen maar toegenomen. ‘Dit is fascisme’, zegt hij bitter. De asielzoekers krijgen alleen het minimum minimorum. Vooreerst een bed. Een stapelbed in een kamer met 8 personen. Maar op basis van willekeur worden de vluchtelingen van de ene kamer naar de andere overgeplaatst. Inspraak is er niet. De directie beslist. Asielzoekers hebben geen rechten. Ten tweede krijgen ze eten. Maar over de slechte kwaliteit mag geen woord worden gerept. Ze mogen al content zijn dat ze eten krijgen. Verder krijgen ze elke week zeven euro zakgeld. Of één euro per dag. Hoewel de Conventie van Genève verplicht dat de kinderen onderwijs krijgen, gebeurde dat wegens een meningsverschil met de Franstaligen niet, want Elsenborn ligt in een Duitstalig gebied. En de aansluiting van de nieuwe wasmachines liet zeven maanden op zich wachten. ‘Kinderziekten’ noemde de Staatssecretaris voor Asiel, Theo Franken, dat bij zijn bezoek aan het kamp in Elsenborn op 22 maart 2016.

Maar de echte agenda is een verrottingsstrategie. En die is succesvol. De weinige bezoekers die kamp wel nog binnen mogen, kunnen alleen maar vaststellen dat de deprimerende sfeer zienderogen verslechtert. Want wie de wantoestanden in de pers aanklaagt, mag het centrum niet meer binnen. Sinds kort houdt de politie aan de ingang alle ongewenste bezoekers op een afstand.

Conflicten konden niet uitblijven. In de voorbije winter werden na een gevecht vijf asielzoekers te midden van de nacht op straat gezet. Moe-getergde asielzoekers maken gebruik vaak de alom gepropageerde mogelijkheid om terug te keren. Vorig jaar zijn vanuit België 4000 asielzoekers teruggekeerd: verhoudingsgewijs het grootste aantal van de Europese Unie. Precies door zijn koele en klinische behandeling van de vluchtelingen is Franken een van de populairste Belgische politici.

Kunst als aanklacht
Een van de kenmerken van onze tijd is de lethargie en het gebrek aan kritische zin. Waar zijn al die intellectuelen? Het egoïsme is zo groot dat slechts weinigen openlijk durven uit te komen voor een mening die ingaat tegen de mainstream. Wie in de geschiedenis die rol altijd op zich hebben genomen, zijn kunstenaars. Het volstaat om naar het werk te kijken van de Duitse expressionisten of de Guernica van Picasso om een beeld te krijgen van de nakende horror van de Tweede Wereldoorlog.

Johannes Wickert is een van de zeldzame hedendaagse kunstenaars die vandaag deze maatschappijkritische rol opneemt. En niet alleen in zijn schilderijen. Want ondertussen is het schildersatelier van Wickert in het Asielcentrum van Manderfeld al opgedoekt. In die ruimte verblijven nu asielzoekers. En in het kamp van Elsenborn wil hij zo weinig mogelijk komen, omdat de deprimerende sfeer hem ziek maakt. Daarom geeft hij schilderlessen in zijn eigen atelier. ‘Die lessen zijn belangrijk,’ vertelt hij. ‘Dit is de enige plek waar de vluchtelingen op een creatieve manier uiting kunnen geven aan hun emoties.’ Eerder organiseerde hij al een tentoonstelling met die werken in een plaatselijk rusthuis.

‘Wanneer er één les is die we uit de geschiedenis kunnen leren, dan is het dat migratie altijd kansen inhoudt,’ zegt de kunstenaar. ‘Die mensen hebben talenten en veel meer kwaliteiten dan we vermoeden. Laten ons die gebruiken. Hun integratie zal veel energie en inspanningen kosten, van beide zijden, maar op termijn levert die altijd een win-win situatie op.’

Geloof een eigentijds gelaat geven
Wickert behoort tot het selecte kransje van zuiver epische en narratieve kunstenaars, die erin slagen de eeuwenoude bijbelse boodschap een eigentijds gelaat te geven. Hij studeerde natuurkunde en psychologie, schreef boeken over Einstein en Newton en is hoogleraar aan de universiteit van Keulen. In zijn schilderijen, vaak op groot formaat, kruipt hij in de huid van de door het noodlot getarte personages, die wegkwijnen in onze almaar killer wordende samenleving.

Wickert raakt het wezenlijke van het menselijk lijden en tast op een gevoelige wijze de grenzen daarvan af, waarbij de sterk aanwezige religieuze dimensie een begin van een antwoord formuleert op de vraag naar de zin van dat alles. ‘Ik kan mij een leven zonder enige vorm van religie niet inbeelden,’ vertelt de kunstenaar. Volgens hem heeft het geloof, naast de theologie en de verkondiging, vooral behoefte aan beelden. Kunst kan de bijbelteksten immers een eigen en een eigentijds gelaat geven, waardoor de mensen de christelijke leer op een nieuwe manier gaan beleven. Het oeuvre van Wickert, dat almaar dieper doordringt in de kern van de christelijke en bijbelse traditie, opent voor ons een schatkamer van geestelijk leven.

Uitzicht op leven na de dood
Ook de Belgische kardinaal Godfried Danneels is aangegrepen door het werk van Wickert. ‘Vooreerst wegens zijn schilderkunstig vernuft. Hij beheerst het schildermetier als geen ander. Zijn werken zijn zuiver visueel al een feest voor het oog.’ Verder treft hem de psychologische diepgang. Danneels stelt vast dat de kunstenaar heel diep in het vel van de samenleving snijdt. ‘Hij confronteert ons op een ongenadige manier met het fysieke en vooral het mentale lijden in onze wereld. Maar wat hem het meest charmeert, is de verwijzing in elk werk naar de hogere dimensie: zeg maar het transcendente of het goddelijke. De hoop of het uitzicht op een leven na de dood is wezenlijk voor het christendom en is ook wezenlijk voor het œuvre van Johannes Wickert,’ besluit de kardinaal.

De volgende drie afbeeldingen zijn illustratief voor zijn werk. Het eerste handelt over het gebed, een wezenlijke dimensie van het christelijke geloof. Verder zijn er het streven naar oecumene en interreligieuze dialoog, die een meer leefbare wereld tot stand moeten brengen.

Wickert wil de dualiteit tussen het menselijke en het goddelijke overstijgen en een brug slaan tussen aarde en hemel. Beiden zijn niet elkaars tegenpolen, maar wezenlijke fundamenten van iedere vorm van leven. Een sleutelwerk in zijn oeuvre is Het Gebed (460 x 200 cm). Een vrouw ligt aan de voet van een imaginaire, schier eindeloze trap in gebed. De weg naar de hemel is lang, zwaar en lastig.

Daarbij schreef priesterdichter Manu Verhulst het volgende gedicht:

Ik ben zo klein,
onzinnig klein:
een blote worm,
gekruld naar de aarde.

Gij zijt zo groot,
onbereikbaar groot:
kosmische drift
ten voeten uit.

Het schilderij Oecumene van Johannes Wickert hangt in de kerk Pastoor van Ars in de Watermolenwijk in Belsele, een deelgemeente van Sint-Niklaas. Een figuur is gevat in een mandorla, in de vroegchristelijke kunst symbool voor het samenkomen van hemel en aarde. Op het doek toont een man een korf met rijp fruit in overvloed van over de hele wereld. Het beeld verwijst naar de droom van de oecumene of de eenheid tussen alle christelijke kerken en de droom van een wereldethiek van theoloog Hans Kung. Die wil een minimum aan ethische standaarden, waarden en houdingen vastleggen waardoor mensen wereldwijd op een meer menswaardige manier kunnen samenleven. Kungs concept van de wereldethiek omvat naast de wettelijke plichten, die zijn opgenomen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, ook zedelijke plichten zoals humaniteit, oprechtheid en eerlijkheid. Die waarden kun je niet in een wet gieten en controleren, maar vloeien voort uit het geweten of de innerlijke overtuiging van de mens.

Manu Verhulst schreef bij het doek het volgende gedicht:

Ik ben je broer
geteeld
op dezelfde aarde,
verzot
op haar vruchten,
verliefd
op de zon.

Ik ben je broer.
We zeggen allebei,
blij als een kind,
”Onze Vader”.

Tijdens de kruisvaarten ondernam Franciscus van Assisi een vredesmissie bij de sultan van Damiate en voerde de eerste Interreligieuze dialoog (260 x 360 cm) met de islam. Als pionier van de interreligieuze dialoog getuigde Franciscus van een God van nederige dienstbaarheid in een geest van vrede en geweldloosheid. De sultan toont Franciscus het islamitische Boek van de belofte dat rijkdom en welvaart voorspelt voor iedereen. Dat beiden met hun voeten in het water staan, verwijst naar de twijfel die overheerste tijdens die eerste ontmoeting.

Werken van JohannesWickert in publieke ruimten in België:

° Sint-Apollonia in de Sint-Apolloniakerk in Elst-Brakel
° Het gebed in de Rijke Klarenkerk in Brussel
° Drieluik Damiaan in het Damiaan Centrum in Leuven
° Moses en het brandende braambos in de kathedraal in Mechelen
° Drieluik Maria in het onthaalcentrum De Pelgrim in Scherpenheuvel.

De Belgische historicus en publicist Koenraad De Wolf (° 1956) publiceerde talrijke boeken over hedendaagse religieuze kunst. Meer info vindt u op www.koenraaddewolf.be.