ArtWay

De veertigdagentijd herinnert mij eraan dat ik niet vast hoef te zitten in oude patronen van denken en handelen. Vernieuwing is mogelijk.

Kunstenaars

Csontváry Kosztka, Tivadar - BM - Aniko Ouweneel

Tivadar Csontváry Kosztka: Eenzame ceder

De eenzame ceder

Anikó Ouweneel

Eeuwenoude ceders trotseren weer en wind, staan fier en majestueus overeind. Ze bieden oriëntatie aan vele generaties voorbijtrekkende mensen. Csontváry schilderde deze bomen in prachtige en spannende kleurenharmonieën. Ze zijn verweerd, maar ook sterk en gezond. Zelfs de natuur blijkt deze oude wezens met indrukwekkend lichtspel te ondersteunen. Zij beelden mystieke standvastigheid uit, kracht, iets eeuwigs. Deze twee schilderijen enthousiasmeren mij mateloos en hebben op mij een grote aantrekkingskracht. Hoe komt dat?

Inzicht en motivatie nestelen en ontwikkelen zich van kleins af aan in een mens. Soms zie je terugkijkend over je leven de invloeden; hoe je je in een bepaalde richting ontwikkelde en hoe je daarin later werd bevestigd. Als kind las ik in de bibliotheek thuis de grootse verhalen uit de wereldliteratuur, terwijl ik luisterde naar de vele gesprekken van volwassenen over bijzondere kunstwerken. Ik had ook verschillende werkboekjes over beeldende kunst. Onder andere een memoryspelachtig (her)plakboek, met een aantal werken die een levenslange indruk op mij maakten. Hoe bijzonder is het dan als decennia later twee van deze voor mij zo indrukwekkende schilderijen naast elkaar tentoongesteld worden en ik ze ook nog eens kan bezoeken. Begin dit jaar was ik in Boedapest tijdens de oeuvretentoonstelling van de Hongaarse kunstenaar Tivadar Csontváry Kosztka. Het was dan ook een verplichte pelgrimage voor mij.

Het zijn twee adembenemende levensbomen. De ene als eenzame reus, de ander zelfs groter dan de bergen erachter. Voor mij staan ze daar als twee metaforen voor een goed geleefd leven, geworteld in de bron van het leven. De ene als eenzaam onderdeel van de natuur, de ander omgeven door pelgrims. De verweerde takken bieden schaduw maar lijken ook te vechten met de elementen. De composities zijn zeer krachtig qua vorm en kleur. Dichterbij zijn er prachtige details te ontdekken. Beide werken zijn geschilderd met een zeer verfijnd en rijk kleurgebruik met overgangen, contrasten en subtiele penseelstreken. De aardse bruinen en de hemelse blauwen zijn verbonden met het lichtspel van een dageraad in de avond. Het roze in het middenveld suggereert een overgang van aarde naar hemel met de boom als verbindend element. Ook een adelaar op een van de takken en andere vogelassociaties wijzen in de richting van verbinding tussen hemel en aarde. En dit alles in een allesomvattende harmonie van rust en beweging.

De eerste boom, de eenzame ceder, is in de kunstgeschiedenis aangeduid als zelfportret van Csontváry. De ceder te midden van de pelgrims is een mythische levensboom in een droomachtig surreële sfeer, waarbij de eeuwen lijken voorbij te trekken aan de door dansende vrouwen en ruiters omgeven boom. Voor mij zijn de 'garen en draden' van deze schilderijen een motief in het weefsel van mijn leven geworden. Intuïtief verbind ik mijzelf met mensen die op zo'n cederboom lijken. Sterker nog, ik verlang ernaar om er een te worden.

‘De rechtvaardigen groeien op als een palm, als een ceder van de Libanon rijzen zij omhoog. Ze staan geplant in het huis van de Heer, in de voorhoven van onze God groeien zij op. Zij dragen nog vrucht als ze oud zijn en blijven krachtig en fris. Zo getuigen zij dat de Heer recht doet, mijn rots, in wie geen onrecht is.’ (Psalm 92:13-16)

*******

Tivadar Csontváry KosztkaEenzame ceder (Magányos cédrus)1907, 194 x 248 cm, Janus Pannonius Múzeum, Pécs, Hongarije.

Tivadar Csontváry Kosztka: Pelgrimage naar de ceders in de Libanon (Zarándoklás a cédrusokhoz Libanonban)1907, 200 x 205 cm, Magyar Nemzeti Galéria, Boedapest, Hongarije.

Tivadar Csontváry Kosztka (1853–1919) is geboren in hetzelfde jaar als Vincent van Gogh (en werd eveneens bestempeld als krankzinnige). Hij bereidde zichzelf met grote precisie voor op zijn roeping. Als apothecaris zorgde hij ervoor dat hij voldoende middelen had om zijn reizen in en rondom Europa te betalen die als doel hadden ‘het grote motief’ te vinden (zoals hij het zelf verwoordde in zijn geschriften). Rond zijn 41e begon hij te schilderen. Hij studeerde in Duitsland en Parijs en ontwikkelde een eigen stijl op basis van zijn religieus-filosofische systeem. Deze heeft zowel kenmerken van het symbolisme als van het mythisch-surrealistische expressionisme. Zijn eigen samenvattende woord ‘napút’ (zonweg) komt dichtbij plein air en betekent dat licht en lucht op een bijzondere manier in zijn schilderijen zijn weergegeven. De kleuren lijken te 'leven', vanbinnen te stralen. Zijn opleiding in de chemie kwam hem zeker goed van pas, want hij mengde zijn eigen verf, resulterend in een bijzonder kleurenpalet. Over zijn eigen motivatie sprak Csontváry o.a. met Leo Békessy: ‘De kunstenaar laat de ziel altijd een hogere goddelijke kwaliteit in de materie waarnemen, zoals goedheid, schoonheid, waarheid, harmonie. Door deze zelf en direct te onderzoeken veredelt de kunstenaar zijn eigen hart.’ Met grote zorg bereidde hij zijn eigen tentoonstellingen voor, maar helaas bleef de grote doorbraak uit. Pas in de jaren ’50 en ’60 verkreeg zijn oeuvre internationale faam.

Aniko Ouweneel-Tóth is cultuurhistoricus en kunstadviseur. Ze is gespecialiseerd in hedendaagse christelijke kunst. Zij behoort tot de initiatiefnemers van het Platform Kerk en Kunst. Samen met Marleen Hengelaar-Rookmaaker stelde zij het Handboek voor kunst in de kerk (Buijten & Schipperheijn 2015) samen. 

ArtWay beeldmeditatie 29 mei 2016