ArtWay

De veertigdagentijd herinnert mij eraan dat ik niet vast hoef te zitten in oude patronen van denken en handelen. Vernieuwing is mogelijk.

Kunstenaars

Houtekamer, Leendert - BM - Adri Geelhoed

Leendert Houtekamer

Vormgeven aan de stilte

door Adri Geelhoed

Het atelier is ruim en hoog. Boven alles is het wit. Wit zijn ook de beelden in diverse stadia van voltooiing. De opstelling wijzigt regelmatig, weet ik, want ik wandel hier vaak langs. Soms staan de portretten, bustes en een enkele complete mensfiguur strak in het gelid op sokkels. Het is er ook stil. Er vallen geen stiltes in mijn gesprek met beeldhouwer Leendert Houtekamer, maar het woord stilte valt regelmatig. ‘Het bedachtzame, stille ligt me,’ zegt hij in antwoord op een van mijn eerste vragen. Hij werkt ook in stilte, geen muziek in het atelier. Die leidt te veel af. ‘Maar hoor je die vogeltjes?!’

Ursula, gepatineerd brons

Ik zie in de collectie beelden vaak hetzelfde model terug keren. Ursula met name is opvallend aanwezig, een krachtige vrouw met zelfverzekerde, enigszins trotse houding. Een Incaprinses zo op het eerste gezicht. Haar strakke blik staat op oneindig. Er is een gekleurde versie, alleen hoofd en schouders, met een levendige huid. ‘Kleur was een tussenfase tussen het expressieve werk van het begin en het huidige. Ik vind kleur nu niet meer passend, de serene uitstraling van het wit bevalt me beter.’

Ursula zittend, gips

Die vele varianten van dezelfde figuur zijn nodig, omdat het een complexe aangelegenheid is om een beeld van iemand te maken, zegt Houtekamer. Het is een hele studie om een model te begrijpen. Daarom eerst het hoofd, daarna misschien een kleinere mensfiguur, dan een groter formaat. ‘Een gezicht is gevormd naar een karakter toe. Ik geef het niet letterlijk weer, maar wat sterker aangezet. Bij Ursula spreekt me het mystieke aan.’ Het is niet eenvoudig te omschrijven wat dat mystieke is. Het model zelf heeft iets spiritueels in zich, de rust om uren zwijgend te zitten.

Ursula, gips (levensgroot)

Misschien dat het grote staande beeld van Ursula antwoord kan geven. Een beeld dat in elk geval geen verhaal vertelt, het verbeeldt eerder een sfeer. Bezoekers aan het atelier vragen wel eens of dit werk gemaakt is voor een kerk. Oppervlakkig gezien zou de staande Ursula die bestemming kunnen hebben, het beeld is inderdaad tentoongesteld in een laatgotische kerk – en zij was er volkomen op haar plaats. Maar hoewel christen, wil Houtekamer dit werk niet christelijk noemen. Misschien wel religieus of beter nog meditatief.

Waar hij werkelijk naar op zoek is in het beeld van de staande Ursula? Zonder aarzelen: ‘Rust en stilte.’ De verticale lijnen in het beeld geven die rust. Vormen die herhaald worden: de armen die afhangen, plooival in de jurk. Schijnbare symmetrie. Van groot belang is de contour van het beeld. De omtreklijn moet kloppen. En wel van alle zijden bezien, dat is de uitdaging.

Het beeld van Ursula is van een verwarrende aanwezigheid. Op het eerste gezicht is het werk hyperrealistisch, nader beschouwd gaat het om de grote vorm, niet om de details. Geen afleiding van het wezenlijke. Het beeld is volmaakt glad: ‘Ik werk met gips, eigenlijk alsof het steen is.’ De gestalte leeft in een eigen wereld, als het ware geïsoleerd. Dat is de keuze van de maker. Het onaardse wit speelt daarin een rol: ‘Licht en schaduw zie je zo beter dan wanneer het beeld een kleur heeft. Dat maakt het aantrekkelijk en beweeglijk.’

Ursula, gips (levensgroot)

De beeldhouwer kijkt nog altijd met verwondering naar zijn eigen beelden. Houtekamer maakt de vergelijking met het levendige water van de Westerschelde, dat hij graag opzoekt. Hij houdt van dat water, die massa waar je als mens geen greep op hebt. Het is rusteloos en tegelijk rustgevend. De schepping zelf blijft onbegrijpelijk: hoe kun je iets maken uit niets? Er is in het leven een onzichtbare dimensie die je alleen in beeldende kunst zichtbaar kunt maken. Maar altijd bij benadering, tastend.

Het is niet vanzelfsprekend, deze keuze voor het portret. ‘Wat ik wil uitdrukken kan alleen via het gezicht. Ergens zijn het allemaal zelfportretten…’

*******

Leendert Houtekamer (1956) tekende van jongs af aan. Hij studeerde aan de opleiding Tehatex in Tilburg en maakte daar in zijn laatste studiejaren zijn eerste portretten in een tijd dat dit bepaald niet gebruikelijk was. Sindsdien is hij werkzaam als zelfstandig beeldend kunstenaar en is dit zijn enige onderwerp gebleven. Na de academie legde hij zich ook toe op steenhakken, keramiek en bronsgieten. Hij voerde diverse portretopdrachten uit, onder meer een portret van Dr. Hendrika M.C. Ghijsen, samensteller van Woordenboek der Zeeuwse Dialecten. Naast zijn eigen praktijk geeft hij cursussen boetseren en beeldhouwen. Meer informatie: www.leenderthoutekamer.nl

Adri Geelhoed (1957) maakt werk in verschillende beeldende disciplines. In acryl schildert hij zijn belangrijkste onderwerp, het Zeeuwse landschap. Daarnaast maakt hij abstracte collages en reliëfs. Het gebied tussen figuratie en abstractie interesseert hem het meest, ook in de kunst van anderen. Sinds 2000 exposeerde hij op vele plaatsen in Nederland en ook buiten de grenzen. In 2012 verscheen het boek Zeeuwse kleuren & vergezichten met een overzicht van zijn landschappen. Behalve met beelden is hij graag met taal bezig. Meer informatie is te vinden op www.adrigeelhoed.nl.

ArtWay beeldmeditatie 27 mei 2018