ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kunstenaars

Wickert, Johannes - BM - Koenraad De Wolf 3

Johannes Wickert: Bedelaars

Bedelaars zijn door God gezien, gewild en geliefd

door Koenraad De Wolf

Bedelaars tref je aan in bijna alle winkelstraten en stations. Maar het vragen van aalmoezen om in het levensbehoeften te voorzien staat haaks op onze eigentijdse mentaliteit. Waarom? In een samenleving die wordt aangestuurd door egoïsme en een onlesbare drang naar materieel bezit is voor ‘dat soort mensen’ almaar minder plaats. Bedelaars zijn meestal ongewenst of worden hooguit stilzwijgend getolereerd. In Antwerpen worden ze zelfs letterlijk gebannen uit de winkelstraten en de toeristische trekpleisters. De roep om korte metten te maken met die ‘kanker’ klinkt almaar luider.

Nochtans zitten het bedelen, evenals de ‘deugd’ om aalmoezen te geven aan de armen en bedelaars, diepgeworteld in de meeste religieuze en spirituele tradities wereldwijd. In het Verre Oosten zijn de boeddhistische bedelmonniken wijdverspreid. En die dimensie zit ook verankerd in de fundamenten van het christendom. In een van de oudste boeken van het Oude Testament – de zogenaamde ‘sociale wetten’ in Deuteronomium 15 – staat dat ‘niemand in armoede zal leven’, ‘gelovigen vrijgevig moeten zijn’ omdat er (zo staat er letterlijk) ‘altijd armen zullen zijn’. Jezus en zijn leerlingen bezaten hun hele leven lang niets. Franciscus van Assisi oordeelde in het begin 13de eeuw dat de wereld bedelaars nodig heeft. Hij beschouwde hen als respectabele mensen die door God gezien, gewild en geliefd worden. In de bedelorden van de minderbroeders die na de dood van Franciscus werden opgericht, is materieel bezit dan ook ten strengste verboden. De Franciscaanse spiritualiteit stoelt op de gedachte dat mensen pas echt vrij zijn wanneer zij afstand hebben genomen van elk materieel bezit. De laatste geschreven woorden van Martin Luther waren: ‘Wij zijn bedelaars, dat is waar.’

De bedelaar is het centrale thema van een nieuwe cyclus schilderijen van de Duitse kunstenaar Johannes Wickert (1954). Hij is een van de zeldzame religieus geïnspireerde kunstenaars die de ontwikkelingen in onze hedendaagse samenleving haarscherp aanvoelt en gestalte geeft in aangrijpende doeken. De aanleiding was zijn confrontatie in de stad Aken met de wijdverspreide bedelarij. Want haaks op het economische succesverhaal groeit de onderbuik van de samenleving zienderogen. Vijftien tot twintig procent van de bevolking leeft op of net onder de armoedegrens. En hun aantal neemt elk jaar toe. Zo kent Duitsland al vele jaren een gigantische woningnood. Het is voor modale Duitse gezinnen bijna onmogelijk om een woning te kopen, laat staan dat er plaats zou zijn voor het snelgroeiende legioen van daklozen en bedelaars.

De beelden van Wickert confronteren ons met die keiharde realiteit. Op het doek De blauwe vogel toont hij haarscherp een in lompen geklede bedelaar die op de grond ligt. De man verwacht niets meer van het leven. Hij krijgt geen woord over zijn lippen en zijn blik staat op oneindig. Op een krampachtige manier strekt hij zijn duim en wijsvinger in een poging om zijn hand uit te steken naar een voorbijganger die komt aangewandeld. Maar heeft die hem gezien? Of wil die hem wel zien? Want in zijn hoed liggen zelfs niet enkele eurocenten. Op de rand zit alleen een vogel. Te midden van die doffe ellende symboliseert die de droom of de hoop van een ander en een beter leven. Die vogel is niet toevallig blauw. Het zelfgemaakte blauw dat is terug te vinden in heel het oeuvre van Wickert verwijst expliciet naar het bovennatuurlijke en het hemelse. Ondanks alle negativiteit is voor die man nog niet alles verloren. De kunstenaar verwijst indirect naar de initiatieven vanuit christelijke gemeenschappen die begaan zijn met het lot van de daklozen en bedelaars in Aken.

Wickert wil de mensen een geweten schoppen. Maar waar het wezenlijk om te doen is, is dat de bedelaars (zoals Franciscus van Assisi 800 jaar terug al zei) mensen zijn die er ten diepste naar verlangen om gezien, gekend en bemind te worden.

*******

Johannes Wickert: Het paar, olieverf op doek, 130 x 150 cm, 2018.

Johannes Wickert: Blauwe vogel, olieverf op doek, 80 x 170 cm, 2018.

Johannes Wickert (1954) is een Duitse kunstenaar. Hij studeerde natuurkunde en psychologie, schreef boeken over Einstein en Newton en is hoogleraar aan de universiteit van Keulen. In zijn schilderijen kruipt hij in de huid van de door het noodlot getarte personages, die wegkwijnen in onze almaar killer wordende samenleving. Wickert raakt het wezenlijke van het menselijke lijden en tast op een gevoelige wijze de grenzen daarvan af, waarbij de sterk aanwezige religieuze dimensie een begin van een antwoord formuleert op de vraag naar de zin van dat alles. ‘Ik kan mij een leven zonder enige vorm van religie niet inbeelden,’ vertelt de kunstenaar. ‘Toch heeft het geloof, naast de theologie en de verkondiging van het evangelie, vooral behoefte aan beelden. Kunst kan de bijbelteksten immers een eigen en eigentijds gelaat geven, waardoor de mensen de christelijke leer op een nieuwe manier gaan beleven.’

Koenraad De Wolf (1956) is een Belgisch historicus en publicist. Hij publiceerde talrijke boeken over hedendaagse religieuze kunst en schreef in 2009 een monografie over Johannes Wickert. Meer info vindt u op www.koenraaddewolf.be.

ArtWay beeldmeditatie 17 februari 2019