ArtWay

De veertigdagentijd herinnert mij eraan dat ik niet vast hoef te zitten in oude patronen van denken en handelen. Vernieuwing is mogelijk.

Kunst in de kerk: een pastorale kans

Kunst in de kerk: een pastorale kans

door Mark Delrue

Niemand zal de Kerstdagen compleet negeren, maar het Kerstfeest is vrijwel losgezongen van zijn christelijke oorsprong. De glanzende boodschap van het Kerstevangelie is ondergesneeuwd. Decennia van secularisatie zorgen ervoor dat wij als christenen diep in onze schulp zijn gekropen. Nochtans biedt de Kerstdag ons vele kansen om kunst als pastoraal middel aan te wenden.

Middeleeuws Kersttafereel in Zillis, Zwitserland

Onze kerkgebouwen zijn de mooiste gebouwen. Dit zijn kansen voor ons omdat een kerkgebouw een plaats is waar de vluchtige stroom van de dingen tot stilstand komt, een energieplek voor allen. Kerkgebouwen, ook in een klein dorp, zijn de mooiste gebouwen van het dorp of van de stad. Het zijn ruimten die zich uittillen boven de troosteloosheid van de ondergrondse parkings en boven de architectonische banaliteit van onze winkelcentra. Dat biedt kansen om met Kerstdag onze dorpskerken of kathedralen wijd open te stellen voor alle mensen van goede wil. Met poëzie, met beeldende kunst, met muziek van de polyfonisten, met Kerstbeelden kunnen wij met Kerstdag een warme plek maken in onze kerkgebouwen.

 

Kunst en kerk bondgenoten?

Drie vragen over de relatie tussen kunst en geloof: zijn kunst en Kerk bondgenoten, plaatsvervangers of elkaars tegenstrevers? Het is moeilijk een normatieve definitie te geven van wat christelijke kunst mag zijn. Kunst die haar thematiek ontleent aan de christelijke bronnen die we in de Schriften en in het leven van de Kerk vinden, definiëren wij als christelijke kunst. Wij kunnen van vrijwel heel de middeleeuwse kunst uit Europa en het Byzantijnse Rijk zeggen dat zij christelijk is. Deze bloeitijd van christelijke kunst is sinds lang een gepasseerd station.

Arnulf Rainer

Kunst en Kerk lijken een gemeenschappelijke grond te hebben. Beide zijn op zoek naar de voorstelling van het onvoorstelbare. Wat wil dit zeggen als we kunst en geloof bondgenoten noemen? Kunst en geloof beogen geen praktisch nut. Zij doen beroep op verbeelding. Arnulf Rainer is iemand die in een zeer katholiek milieu in Wenen is opgevoed. Hij werd bekend door zijn ‘overschilderingen’ (Übermalungen) van beelden en foto’s. Hij brengt een soort sluier aan over het beeld en wij moeten het beeld ontsluieren. Dat is ook een benadering van wat waarheid kan betekenen (Alètheia), het ontsluieren.

We zien nooit de volledige waarheid. Geen mens gaat bij het Melkmeisje van Vermeer zijn melk kopen. Wij gaan het schilderij opzoeken om te zien hoe deze schilder ons binnenleidt in het geheim van de dingen. Vermeer brengt het melkgieten zo in beeld dat het een venster wordt op het mysterie van leven. Een kunstwerk leeft omdat het niet ten volle wordt begrepen. Dat is ook waar voor elk van onze evangelies. De kracht van het beeld ligt in het vermoeden. Dat geldt ook voor ons geloof. Kunst en geloof kunnen bondgenoten zijn, als autonome partners.

Gottfried Honegger: Schepping van de wereld in zeven dagen, Kathedraal van Luik

Als een kunstenaar vandaag vanuit de Kerk een opdracht krijgt, zal de opdrachtgever eerst duidelijk uitleggen wat hij wenst en de evangelische boodschap onverkort verhalen. Het is onze taak om de bijbelverhalen opnieuw, voor mensen die ze niet meer kennen, te ontsluiten. Ik heb de tijd gekend van Hugo Claus, de tijd van Alechinsky. Zij hadden zo geproefd van de katholieke boodschap dat ze er genoeg van hadden. Ik heb ook bij Hugo Claus vaak die agressiviteit gevoeld. Dat is vandaag niet meer zo. Kunstenaars vandaag zijn niet bezwaard door de herinnering aan een dominante Kerk. Ik ontmoet jonge kunstenaars, ongehinderd door enige vooringenomenheid en dat biedt kansen.

Zurbarán

Ik was op een tentoonstelling van Zurbarán en zag daar een schilderij met de mooi geklede vrouw: Santa Casilda. Dat leek mij zo vreemd voor Zubarán omdat ik het verhaal niet kende, zoals de hedendaagse kunstenaars de verhalen van de Bijbel niet kennen. Maar dat is positief. Het verhaal is als volgt: Casilda was de dochter van een koning tiran. Hij liet gevangenen in de kelders van zijn kasteel van honger omkomen. Terwijl haar vader sliep, droeg Casilda eten naar de gevangenen tot haar vader iets vermoedde en zijn dochter midden in de nacht betrapte. Een mirakel gebeurt. De broden in de hand van de dochter worden omgetoverd tot een bloementuil en haar slaapkleed werd een mooie jurk een prinses waardig.

Joost Gevaert

Om christelijke kunst te begrijpen moeten wij het onderliggende verhaal opnieuw meedelen en jonge kunstenaars staan hiervoor open. Bv. de pastoor van Ver-Assebroek, Johan Allegaert, heeft aan kunstenaar Joost Gevaert de opdracht gegeven om een paasthematiek te schilderen. Pasen wordt niet zomaar voorgesteld, maar Maria Magdalena tekent de contouren van Hem die zij in de tuin gezien heeft. De opstanding komt vanuit het donker gat van de dood en het stijgt op naar boven als een bron van licht. Het werk is geïnspireerd door de verrijzenisvoorstelling van Grünewald: in zijn polyptiek te Colmar wordt de lijkwade verheven tot meer dan een troostdoek, een doek dat opgaat, opengaat, ten hemel wordt gezogen, een doek dat van opstanding spreekt. Het werkt als een appél. Pasen is een lied uit lijkwaad opgestaan…. Ook hier de waaier van het kleed, dat opstijgt als verrijzenis. Zo’n werk ontstaat vanuit dialoog.

 

Kan kunst de plaats van geloof innemen?

Stilte en gewijde ernst hebben kerken verlaten voor de nieuwe tempels die de musea zijn. De processies en offergang zijn thans zeer vaak het stille aanschuiven voor een tentoonstelling. Kunst kan moeilijk aan de basis liggen van een nieuwe godsdienst. Dat kunst en geloof bondgenoten zijn, betekent niet dat zij in alle opzichten eenzelfde taal spreken. Het christelijke geloof leeft vanuit openbaring. Kunst wordt door mensenhanden gemaakt. De kunst beoogt schoonheid en authenticiteit, het geloof beoogt liefde en verlossing. Vandaar een goed bondgenootschap. We moeten van kunst geen godsdienst maken. Kunst kan de dingen wel bevragen en zin geven en iets vertellen over het mysterie van leven als tegengewicht voor vaak nietszeggende sensatiebeelden uit de massamedia. Maar een christen gelooft dat er iets bestaat wat hem te boven gaat en soms aangrijpt, dat het levensmysterie van een andere werkelijkheid is dan het stoffelijke, waarneembare beeld van marmer, brons of verf.

 

Kunst als blasfemie?

Dit is een beeld dat onlangs door de Vlaamse media aangeprezen werd als een vorm van nieuwe kunst. Ik heb dit soort beelden al gezien in landen als Duitsland, Frankrijk, Nederland …. Soms is het een wolvin die aan het kruis hangt, soms een ander dier. Zo nieuw is dit niet. De bewuste kerk is onttrokken aan de cultus. Wij hebben daar geen zeggenschap meer over, maar voor mij is dit blasfemisch. Het is een banaal idee dat in de media origineel lijkt, maar het is een zoveelste herhaling van iets dat naar sensatie ruikt.

Niet alles is geoorloofd in de kunst. We spreken over blasfemie wanneer kunst dubbelzinnig wordt en het christelijk geloof niet meer au serieux genomen wordt. Het is bijvoorbeeld een stap te ver als Mickey Mouse de plaats inneemt van de Christusfiguur in het Laatste Avondmaal van Da Vinci, een van onze topwerken uit de religieuze kunst. Of als blote dames bij dit kunstwerk worden afgebeeld.

Soms zijn wij te braaf in het dulden van respect voor onze mooie kunstwerken en durven wij niet genoeg. In de FIAC, Foire Internationale d’Art Contemporain te Parijs, drie jaar geleden hing een schilderij van Jezus aan het kruis met naast hem de goede en de boze moordenaar. De boze moordenaar maakte zich van het kruis los, boog zich naar de genitaliën van Jezus en het werd een voorstelling van een masturberende persoon. Het is evident dat dit niet kan. Ik heb dan naar de FIAC geschreven dat dit mij als christen diep gechoqueerd heeft. In de metro in Parijs hing ooit een reclame voor condooms met als onderschrift ‘Kinderen bemint elkander’ (uit Johannes). Ook dit kan niet.

Maar ik wil de huidige situatie ook positief duiden. In de godsleegte van onze tijd begint bij menig kunstenaar ongehinderd door kennis – het voordeel van een tabula rasa – het verlangen te groeien om gewijde schoonheid weer tot uiting te brengen en dat stelt hoopvol. Jonge kunstenaars vragen mij om bijbelverhalen te ontsluiten. Het verhaal van Noah, het verhaal van de blindgeborene en vele bijbelse verhalen boeien hen omdat het weer als nieuw wordt voorgesteld.

Ben Willekens

Dit zegt wel iets over onze tijd. De architectuur van Da Vinci is koud geworden. Alle kleur, alle versiering, alle warmte is verdwenen. Niemand is nog aanwezig. Waar zijn de mensen gebleven in onze zondagsliturgie? Dit beeld van Ben Willekens zegt daar iets over. Is onze liturgie te koud geworden, te verbaal? Het zijn beelden die ons tot gesprek kunnen brengen.

Joël Duccorroy

Een van de grote werken van El Greco is die waar Veronica het gezicht van Jezus droogt. De Fransman Joël Duccorroy, die werkt met autonummerplaten, heeft bij een afdruk van dit meesterwerk geplaatst: ‘main’, waar is jouw hand om de zweetdoek van Jezus te helpen dragen? ‘Fond, noir’, het was nacht. ‘Visage’, waar is jouw gezicht in het verhaal van Jezus? Dit is een heel mooi sprekend beeld dat mensen vandaag beroert.

Georg Meistermann

Hedendaagse kunst is vaak een scherpe getuige van mens en wereld. En toch verdient deze kunst onze aandacht als voorvechter van stichtende waarden tegen onverdraagzaamheid, tegen onmenselijkheid. De kunstenaar Georg Meistermann heeft in Keulen de naoorlogse glasramen voor Sint-Gereonskerk ontworpen. Hij onderstreept dat de Kerk die kunst wil, niet mag afwijzen wat zij nog niet begrepen heeft. Zij moet luisteren naar de signalen die de kunst uitzendt zoals aanklacht, ironie, erotiek, realisme en vervreemding. Ze dient m.a.w. te luisteren naar de geseculariseerde kunstenaar.

Romeo Castellucci 

Romeo Castellucci toonde in zijn theaterstuk een huiselijke scene met twee personages, een oude zieke vader en een zoon die hem vreugdeloos, maar toch liefdevol verzorgt. Op de achtergrond van de scene kijkt een levensgrote Christus als getuige van het hele gebeuren. Hij kijkt de toeschouwer recht in de ogen. Het is de Salvator Mundi geschilderd door Antonello da Messina, een schilder uit de 15de eeuw. In de loop van het theaterstuk verliest de zoon zijn geduld maar toch blijft zijn liefde overeind. Plots heeft hij weer een woede-uitbarsting, hij slaakt een kreet van verzet. Op de scene wordt de Salvator Mundi verduisterd en een tekst van psalm 23 verschijnt ‘Gij zijt mijn Herder’. De toeschouwer ziet ook minder goed leesbaar ‘Gij zijt mijn Herder niet’. De gekwetste zoon gaat om Zijn liefde voor vader smeken ‘Eli, Eli, lama Sabachtani’. Hier raken wij de kern van het christelijk geloof. Castellucci weet dit christelijke thema met kracht en waarheid te vertolken. Dit theaterdecorum doet denken aan Jezus’ laatste avondmaal. De zoon knielt om rug en benen van vader te wassen. Is dit niet een echt Christusbeeld? Zelden stond men in de theaterkunst zo dicht bij het mysterie van het kruis. ‘Mijn Herder zijt gij, o mijn Heer. Als gij het bent, toon het mij dan.’ Onze tijd is zozeer het noorden kwijt en tegelijkertijd hongerig naar spiritualiteit. Het is dikwijls in tentoonstellingen te zien hoe die honger naar spiritualiteit aanwezig is. Het zou jammer zijn dat wij op kunstgebied steeds maar moord en brand schreeuwen. Castellucci’s beelden worden zovele invocaties tot de afwezige God die zwijgt. De tragedie van onze tijd. Bevat christelijk geïnspireerde kunst niet steeds een paradox: oog voor de traditie met een blik naar de toekomst? Het christelijk mysterie blijft een boodschap vol schijnbare tegenstelling.

Andres Serrano

Dit is een detail van een foto van Andres Serrano, een groot fotograaf. Hij doopte een waardeloos klein plastiek kruisje in een glas gevuld met eigen urine en bloed. Het in urine onderdompelen is een denigrerende daad. Ja, deze is een vernederde Christus, ondergedompeld in urine maar een Jezus als volledig mens. Wij worden toch allen geboren, zoals Porphyrius van Tyrus (234–305) schrijft, ‘inter urinas et faeces nascimur’, between shit and piss. Natuurlijk choqueert dat, maar het is nog geen reden om die foto’s te gaan scheuren, wat zo vaak gebeurd is. Integristische bewegingen hebben moord en brand geschreeuwd, zich blindstarend op de materie. De kunstenaar werd van blasfemie beschuldigd. En toch wordt dit beeld door licht bewoond. Het straalt naar eeuwigheid. Zijn foto vertolkt een visie bepaald door christelijke thematiek namelijk door de paulinische christologie. Wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor joden aanstootgevend en voor heidenen dwaas (1 Kor. 1,23). Hij die de gestalte van God heeft aangenomen, had zijn gelijkheid aan God niet vastgemaakt. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd aan een mens gelijk (Fil. 2,6-7).

Beeldende kunst kan een rol spelen bij de verkenning van bijbelse verhalen. Zij ontsluit ze op een andere wijze dan wat woorden aan uitleg bewerken. De bijbeltekst verhaalt een gebeurtenis, een parabel, een wonder. Beeldende kunst onthult op indringende wijze wat achter die woorden schuilgaat. Beelden reiken ook verder en dieper dan alleen maar illustratie. De Rooms-katholieke Kerk heeft vroeg ingezien dat het mogelijk is om via beelden de grenzen van het geschreven en gesproken woord te overstijgen. Zo kan kunst een middel zijn tot catechese en verdieping.

 

Twee valkuilen

Ik wil waarschuwen voor twee valkuilen. Wij bezondigen ons dikwijls aan een eerste valkuil die ik de ‘zoete valstrik’ noem.

Dit is een Christus die zo androgyn is, een bijna erotisch beeld gemaakt door een vrome zuster uit Polen. Voor mij kan dit niet. Wanneer kunstexpressie verward wordt met geloofspropaganda is het resultaat meestal ideologisch hol en artistiek armzalig – denk aan de propagandakunst van het nationaalsocialisme. Promotiekunst is zonder kracht. Kunst louter in functie van catechese of liturgie is vaak kunst zonder ‘raden’ en ‘vermoeden’. Kunst is meer dan een ondergeschikt werkinstrument. Ze is meer dan illustratie. Wij kunnen als Kerk slechts op grote kunst rekenen als wij die kunst als een volwaardige gesprekspartner mogen beschouwen.

Sérgio Ferro

In de kathedraal van Rijsel hing een mooie kruisweg van Sérgio Ferro, een kunstenaar die de gevangenis heeft doorstaan omwille van zijn inzet voor de allerarmste boeren in Brazilië. Hij heeft deze 14 kruiswegstaties opgevat als een getuigenis van zijn persoonlijk lijden in de strijd voor de bevrijding van het Braziliaanse volk. Hij was bevriend met de bevrijdingstheoloog Leonardo Boff die in het lijden van Jezus de miserie van de armsten onderkent. Ferro heeft Christus in de aardekleur van de boerengrond van Brazilië geschilderd. Een paar jaar geleden wilde ik met vrienden nog eens die kruisweg bekijken, maar hij hing er niet meer. Men heeft deze vervangen door een zoeterige kruisweg à la Modigliani, maar dan een slechte Modigliani. Jammer dat de kruisweg van Ferro nu in de kelder van het museum staat. We moeten bedacht zijn om niet te vlug toe te geven aan de zoete valstrik. Er zijn katholieken, vrome mensen die gingen klagen bij de bisschop over Ferro’s kruisweg. De Kerk mag niet luisteren naar kleine groepen die de klok naar het verleden willen terugdraaien. De plaatselijke kerkgemeenschap wil nog te veel greep hebben op de modaliteiten van kunstexpressie. Wij verkiezen vaak de vertrouwde, gecontroleerde beeldspraak van bevestiging en herkenbaarheid van het geloof en gaan te veel zoeken binnen ons vertrouwde kleine milieu. Ik noem dat het sacristiemilieu. Daarbij komt ook dat de Kerk ‘vermoeide ogen’ heeft en te weinig zienskracht als het op kunst aankomt. Ze staat te wantrouwig tegenover wat nieuw is en ze kijkt op angstige wijze naar wat onbekend is en riskant lijkt.

Een tweede valkuil is die van kunst als nieuw statussymbool, als comfortabele kunst voor alleen nog welgestelden. Actuele kunst is het nieuwe statussymbool geworden van de allerrijkste mensen zodanig dat kunst onbetaalbaar wordt voor een kerkfabriek of voor een parochie. Mensen zouden heel terecht zeggen dat de kerkfabriek of een parochie geen peperduur kunstwerk kan kopen zolang er nog zoveel armen in de parochie zijn.

We hoeven ons vandaag niet alleen zorgen te maken om christelijk geïnspireerde kunst, maar ook om de kunst zonder meer. Er is op hedendaagse kunst terecht de verdenking dat ze er is voor de financieel krachtige superelite en daar mogen wij niet aan mee doen. Het evangelie kan met zijn boodschap de kunst vandaag een dienst bewijzen namelijk door de idolatriezucht van het actuele kunstsnobisme los te weken uit de potsierlijke commercie waarmee de kunsthandel zich getooid heeft.

Herbert Falken

De kunstenaar is Herbert Falken is priester in Aken. Hij is een homiletisch geschoolde priester, met spreek- en schrijftalent. Op 7 mei 1995 schrijft hij in zijn dagboek: ‘Gedichten van Johannes van het Kruis schreef ik telkens opnieuw over.’ Hij noemt zijn beelden ‘Gitterköpfe’, aquarellen geïnspireerd door de poëzie van Johannes van het Kruis. Deze ‘Gitterköpfe’ verbeelden in ovaalvorm een mensenhoofd omzwachteld en verbonden met zwart-grijze windsels. Herbert Falken noemde deze Gitterköpfe ‘Stille Zaterdagbeelden’, ‘Tunnelbeelden’ waar licht het langzaam wint van duisternis. Ze spreken tegelijkertijd van vergankelijkheid en van eeuwigheid. Wat zien we in deze ‘Stille Zaterdagbeelden’? Vanuit leegte en stilte evoqueert hij een bron van licht te diep om door te kijken. Falken weet dat verrijzenis niet kan worden voorgesteld. Zijn beelden spreken van de onbekende wereld aan de overkant. Maar er schuift al Paaskracht in die leegte, het licht breekt door. De kunst van Falken belet mij om te haastig over te stappen van de duisternis van Goede Vrijdag naar het feest van Pasen. Zoals in de zaterdagliturgie zo mooi wordt gezegd: ‘Het werd duister, het bleef duister, het werd ochtend, het werd licht’.

Sarkis

Een werk van Sarkis, een Turks-Armeense conceptuele kunstenaar woonachtig in Frankrijk, is ook geïnspireerd door het meesterwerk van Grünewald. Deze handen vertolken niet enkel het tedere gebaar van Johannes de Evangelist naar Maria toe, maar ook het gekwelde handgebaar van Maria Magdalena.

Wanneer het woord ‘christelijk’ aan het begrip kunst wordt toegevoegd ontstaat er verwarring. Dit soort kunst is als dragende cultuurvorm uitgestorven. De 20ste eeuw was een eeuw van secularisatie. Maar dat betekent niet dat de Bijbel uit onze cultuur verdwenen is. Veel bijbelse verhalen passen naadloos in onze tijd omdat de emoties die erin verwoord worden niet verschillen van wat ons nu raakt. Bovendien is het boeiend te zien hoe kunstenaars ook vandaag omgaan met krijtlijnen van de christelijke beschaving en met religieuze symbolen. Wat is nog christelijke kunst? Is het alleen kunst die iets laat zien van de christelijke boodschap? Kunst zonder meer kan ook toegang verlenen tot het mysterie van de incarnatie en kan hierin een betrouwbare begeleider zijn voor ons.

Bill Viola

De videofilm ‘The Greetings’ (1995) van Bill Viola is geïnspireerd door het schilderij De Visitatie van Pontormo (16de eeuw): de ontmoeting van Elisabeth met Maria. Er ligt vaak meer schoonheid in het zoeken dan in het vinden. Vragen openen en klerikale antwoorden sluiten. Weet de Kerk in open dialoog en in wederzijds respect kunstenaars te ontmoeten en te inspireren? Durft zij ook hen die ver van het christelijk geloof staan – en dat zijn de meesten – vanuit de christelijke boodschap tot nieuwe creativiteit te bewegen?

Mark Wallinger

Een prachtig beeld van Mark Wallinger in de National Gallery, in London. Een Ecce Homo, maar ook zo sprekend voor de hedendaagse mens, ook voor diegenen die het verhaal niet kennen. Zal de kerkgemeenschap erin slagen interesse te wekken voor de verhalen van de Bijbel bij de generatie jonge kunstenaars, vaak ongehinderd door kennis? Dat kan boeiend zijn, want wat onbekend is, wordt weer nieuw. Heeft de Kerk voldoende veerkracht en authenticiteit om de kunstenaars, agnostisch in het christelijk geloof, maar open en ontvankelijk voor een boodschap die zij niet kennen, te begeesteren met een authentiek getuigenis? Authentiek wil zeggen dat wat wij preken ook in daden zichtbaar wordt. Er zal altijd een discrepantie zijn tussen de twee, maar het verschil mag niet te groot zijn.

Andres Serrano

Dit is een prachtige piëta van Serrano waarbij Maria een blanke vrouw is met een dode zwarte Christus op haar schoot. Ze staat zo dicht in onze cultuur van mensen die sterven onderweg, mensen die sterven in de oorlog.

Mag de geloofsgemeenschap nog dromen van een moment waarop de agnosticus van goede wil bij het bezoeken van een kerkgebouw geraakt wordt en ontwaakt tot innerlijkheid door de kracht van de schoonheid die het cultusgebouw ontvouwt? Wij zijn soms te laks in het afstaan van kerkgebouwen. We kunnen met die gebouwen iets doen. Het is een moeilijke discussie en het is waar dat er te veel kerken zijn. We moeten bidden om de gave van onderscheid waar het op aan komt. Van wezenlijk belang zijn de mensen die op zondagnamiddag vrijwilligerstaken opnemen om bezoekers te ontvangen in het kerkgebouw. Het kerkgebouw is voor kunstenaars de aangewezen plaats voor verwondering en ontdekking van wat kunst heet. Kunst hoort als vanzelf bij dat gebouw. Deze kunst is niet alleen een reservoir van bezonken betekenissen, maar ook van potentiële zingeving.

Mag een opleving in de kunst die inspiratie vindt in christelijke mystiek, spiritualiteit en bijbelse boodschap in een pluralistische en multiculturele samenleving nog kansen krijgen? Dit is een steek naar onze media toe. Ze zijn heel allergisch geworden aan wat van de Kerk uitgaat. Deze vragen leiden naar de dynamiek van leerzaamheid. Deze leerschool heeft slaagkansen wanneer de geloofsgemeenschap ook zichzelf durft te bevragen en als pelgrim zoekend durft te zijn. Te vaak speuren wij naar zekerheden terwijl vragen ons leren zoeken. Misschien zijn antwoorden niet helemaal van deze wereld. De eerste woorden van de Paaschristus zijn vragen: Waarom ween je? Wie zoek je? Simon, zoon van Johannes, bemin je mij? Aan de, als bange wezens, verzamelde apostels stelt hij de vraag: Waarom zijn jullie zo ontzet en waarom zijn jullie ten prooi aan twijfel?

Dit illustreert wat de taak van een kunstenaar is? In de Twin Towers werkte een blinde bediende met zijn begeleidingshond. Deze hond heeft in de chaos van het hele gebeuren aangevoeld dat hij iets moest doen voor zijn patiënt. Hij heeft de man naar beneden langs de trappen meegesleurd, door de rook en het water heen en heeft die man gered. Is dit niet een krachtig symbool voor de kunstenaar vandaag? Kunstenaars zijn wachtposten in onze samenleving. Zij voorvoelen soms beter dan wij waar het op aankomt, zoals de hond in de Twin Towers. Indrukwekkend dat de grote Rostropovitch op 11 november 1989, nog bij de afbraak van de Berlijnse muur, de Cello Suites van Bach is komen spelen. Bij grote gebeurtenissen, ook in ons kerkgebeuren, hebben wij de kunst nodig als klank bij onze boodschap.

 

Besluit

500 jaar geleden, toen de renaissance doorbrak, werd ze aanvankelijk bijna door iedereen ervaren als een culturele en sociale chaos. Tot duidelijk werd dat hier een nieuwe visie op de werkelijkheid zich manifesteerde. Ook vandaag staan wij tegelijk als deelnemers en als toeschouwers op de drempel van een tijdsgrens, van een cultuurgrens. Breukvormen in de cultuur zijn altijd interessant voor wie open staat voor het onverwachte.

Kunstenaars stellen de Christusfiguur vaak voor als symbool voor al wat verkeerd loopt in de maatschappij. Dat is goed, maar niet voldoende. Als christenen hebben wij ook nog een taak om te getuigen van de paaskracht, van Christus die verder reikt dan wij kunnen vermoeden. Naar Christus’ voorbeeld is het leven niet alleen een lijdensweg, maar ook een Alleluia en een Pinksterfeest. De wereld overvol van lijden is een ononderbroken kreet om hulp – dat is heel duidelijk in onze maatschappij – maar voor een christen kan de kreet zo klinken dat hij door de schreeuw heen uitmondt in een lied van hoop. We kunnen dit het best vergelijken met de muziek van Bach. Het koraal ‘Christ lag in Todesbanden’ komt eerst dan tot zijn volle recht als je de tekst tot het einde toe leest met zijn Alleluialoflied. En ook in het laatste meesterwerk van Bach, de ‘Hohe Messe’ mag je het solistische gezongen ‘Crucifixus’ niet losmaken van het door het koor gezongen ‘Et resurrexit’. Het kruis van Jezus – en dat is eigenlijk onze taak in de dialoog met kunstenaars – is een boodschap van hoop in pijn. Christelijk geïnspireerde kunst leert ons dat wij in de kruisiging van Jezus en de kruisgang van het leven niet bedrogen zijn, maar bemind. Kan schoonheid de wereld wellicht toch redden? Misschien, als schoonheid de naam mag dragen van liefde, moed en gerechtigheid. De Grieken kenden dit al. Schoonheid en goedheid gingen bij hen hand in hand. Of zoals Frederik van Eeden het zo mooi zei: ‘Het is een mooi ding een goed mens te zijn.’ Als wij dat kunnen, denk ik dat kunstenaars graag openstaan voor elke boodschap die van het evangelie mag uitgaan.

*******

Bron: Forum 1 december 2018, Interdiocesaan Pastoraal Beraad, Guimardstraat 1, 1040 Brussel, www.ipbsite.be

Mark Delru is priester in het bisdom Brugge en kunstkenner.