ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kerk en kunst

De Transfiguratie van Theophanes de Griek

Woord en beeld bijbelstudie gebaseerd op Marcus 9:1-13 en De transfiguratie van Theophanes de Griek

Doelgroep Geschikt voor kringen of persoonlijke overdenking
De icoon die in deze studie wordt besproken is gemaakt door een van de grote meesters in de wereld van de iconen, Theophanes de Griek. Gedurende de late 14e en vroege 15e eeuw werkte Theophanes in diverse steden van het Byzantijnse rijk tot hij naar Nizhny Novgorod en ten slotte naar Moskou verhuisde.
Iconen worden in de Orthodoxe traditie gezien als een belangrijk onderdeel van het kerkelijk leven, te vergelijken met de preek bij ons. De preek in de kerk in het Westen wil via het gehoor onderwijzen in waarheid en langs deze weg tot aanbidding brengen. Op een vergelijkbare manier wil een icoon in de Oosterse kerk via het zien de waarheid onderwijzen en zo tot aanbidding brengen. Vanwege hun hoge roeping binnen de kerkgemeenschap zijn icoonschilders – of schrijvers zoals zij soms worden genoemd – aan striktere regels gebonden dan kunstenaars van geestelijke afbeeldingen in het Westen. Terwijl in het Westen afbeeldingen veelal voortvloeien uit de verbeelding of interpretatie van de maker, wordt van afbeeldingen in de Oosterse traditie verwacht dat zij gebaseerd zijn op theologische waarheid. De daarmee samenhangende herhaling van vaste schema’s in iconen wordt door sommigen gezien als een gebrek aan creativiteit, maar het onmiskenbare voordeel hiervan is een consistente theologische boodschap die nauw verbonden is met de tekst van de Bijbel.
Doel Het doel van deze studie is de persoonlijke en theologische bezinning over de transfiguratie of de verheerlijking op de berg met behulp van zowel de Bijbel als een geschilderd icoon. De transfiguratie komt voor in alle drie synoptische evangeliën en de icoon baseert zich op alle drie. Het zou verrijkend zijn om de tekst van elk van deze evangeliën erbij te pakken, maar deze studie zal zich richten op de betreffende passage in het evangelie van Marcus.
 
Opzet Allereerst lezen en overdenken we de tekst in Marcus 9:1-13. Nadat u het geschreven woord heeft uitgediept via de vragen hieronder, gaat u de icoon bekijken en overdenken aan de hand van de bijbeltekst. De vragen die hierna volgen zijn erop gericht om dieper door te dringen in de beeldtaal van de icoon en leiden – hopelijk – tot een beter begrip van deze betekenisvolle gebeurtenis in het leven van onze Heer. Het verdient de voorkeur de in het blauw geschreven passages pas te lezen na de persoonlijke overdenking en/of groepsdiscussie van de betreffende vraag. Het is aan te raden dat de discussieleider ook hoofdstuk 8 en 9 van Marcus van tevoren leest als context voor de tekst over de verheerlijking op de berg.
 
Schriftlezing Marcus 9:1-13
 
Vragen
  1. Maak een chronologisch lijstje van de gebeurtenissen in dit verhaal.
  2. Welke visuele details neemt u waar in de tekst?
De transfiguratie Projecteer de icoon op een groot scherm, computerscherm of hoge resolutie televisiescherm of bekijk een reproductie in een boek. Neem wat tijd om in stilte na te denken over de afbeelding. Begin niet meteen te discussiëren. Wat neemt u waar? Welke elementen van de icoon vallen het meest op?
 
 
 
1. In de vertaling van het geschreven woord naar het beeld zal een kunstenaar zich moeten laten leiden door de sterke kanten en beperkingen van het visuele medium. Gebruik de lijst die u maakte naar aanleiding van vraag 1 hierboven om in kaart te brengen welke details van het verhaal de kunstenaar heeft weergegeven in het schilderij. Welke lijken er te missen?
 
2. Welke details vielen u meteen op in het schilderij? Hoe komen ze overeen met de tekst? We zullen de beeldtaal nu meer methodisch bekijken. Wat wil het schilderij zeggen door middel van:
 
            a.   Kleur? Licht en donker?
 
Wit Waarschijnlijk is een van de eerste details die u opviel in zowel de tekst als in het schilderij Jezus’ witte kleren. Wit is dankzij zijn helderheid de dominante kleur in het schilderij. Zelfs de gouden achtergrond lijkt te vervagen door het prachtige wit van Christus’ kleren, die door het wit samensmelten met de heerlijkheid van de Vader (zie hieronder) waarin hij staat. Alle drie evangeliën noemen het heldere wit van zijn kleren, maar Marcus vermeldt daarbij dat dit wit zo wit is ‘als geen enkele wolwasser op aarde voor elkaar zou kunnen krijgen’ (vers 3), een detail dat teruggrijpt op een messiaanse profetie in Maleachi 3:2. Men neemt aan dat het evangelie van Marcus teruggaat op de apostel Petrus. Waarom zou Petrus geraakt zijn geweest door de schoonheid van Jezus’ kleren?
 
Goud is niet een kleur de veel voorkomt in de ‘echte’ wereld, maar hier is de hemel volledig goud. In iconen wordt goud vaak gebruikt om het eeuwige hemelse rijk aan te duiden, waarschijnlijk vanwege de duurzaamheid van dit edelmetaal. Is goud hier wellicht ten onrechte door de kunstenaar gebruikt? We weten dat de transfiguratie een historische gebeurtenis was en toch heeft deze scène ook in de Bijbel iets bovennatuurlijks. Waren de discipelen hier in staat het eeuwige heden te zien? De icoonschrijver denkt dat zeker.
 
Blauw Door het goud breekt een bleke blauwe kleur heen die als de kleur van de lucht ook een hemelse kleur is. Naast de twee blauwe kleine ingevoegde scènes met engelen bovenaan (misschien worden Mozes en Elia hier geroepen voor de ontmoeting met Jezus) is er de blauwe wervelende heerlijkheid achter Jezus. De ronde vorm van deze mandorla duidt in de Oosterse kunst de eeuwigheid en de neerdaling van de hemel op aarde aan. Sommigen menen dat dit de wolk in ons bijbelgedeelte is. De mandorla en de geometrische sterachtige ‘stralenkrans’ achter Jezus lijken tegelijkertijd van hem af te stralen als hem te omringen. Kijken we naar de eenheid van de drie-enige God waarvan Jezus deel uitmaakt?
 
Aardkleuren De discipelen en de berg zijn afgebeeld in aardkleuren, groen en bruin. Ondanks het bovennatuurlijke karakter van de gebeurtenis wil Theophanes ons eraan herinneren dat de transfiguratie werkelijk op aarde plaatsvindt. Het wit en hemelse blauw dat hier en daar oplicht op de berg en de mannen geven aan dat de eeuwige hemel op dit specifieke moment op deze plaats is neergedaald. Door de blauwe lijnen die van Jezus naar de ogen van zijn vrienden lopen begrijpen we dat de hemel aan hen wordt geopenbaard.
 
Zwart/donker Contrasterend met het wit en goud zijn de bergen zelf donker. De kleine openingen in de berg die het zwart erachter laten zien geven een onheilspellend gevoel. Ook donker zijn de twee ingevoegde scènes aan de linker- en rechterkant in de bergen met de discipelen die met Jezus meegaan de berg op en af. Deze beide invoegingen lijken binnenin de bergen plaats te vinden, alsof er voor de gebeurtenis op de berg Tabor uit een donkere kerker moest worden gestapt.
 
b.    De houding en gebaren van de figuren?
 
Van Elia wordt ons verteld dat hij een voorbode van de Messias is en hier gebaart hij eerbiedig naar Jezus. Aan de rechterkant houdt Mozes een boek vast, ongetwijfeld het boek van de Oudtestamentische wet. Hij kijkt naar Jezus en gebaart naar het boek. Wat daar geschreven staat slaat op Jezus. De voeten van Mozes zijn gekruist evenals Elia’s armen, wat zou kunnen verwijzen naar de kruisiging. Beide mannen buigen zich naar Jezus toe.
 
De drie discipelen liggen er wanordelijk bij. Zij lijken bijna van de berg te vallen. Aan de linkerkant gebaart Petrus naar Jezus (‘Laten we drie tenten opslaan’). Johannes, met zijn hoofd naar beneden, staat versteld van wat er gebeurt. Jakobus, die slaapt (volgens het evangelie van Matteüs) of bang is (volgens Marcus), bedekt zijn ogen. Alle drie zien er machteloos uit. Maar ze zijn niet zomaar zwak, ze zijn letterlijk ‘gevallen’ mensen. De twee lagere inzetten tonen de drie terwijl ze Jezus met tegenzin of angst volgen. Links wijzen ze terug naar het dal. In Marcus 8 begon Jezus, na Petrus’ belijdenis van Jezus als de Christus, in dat dal over zijn dood te spreken (8:31) en berispte Petrus hem. Hij had niet op Jezus’ dood gerekend toen hij hem ging volgen. In de rechterinzet zien we dat de discipelen opnieuw aarzelen om Jezus te volgen. Jezus had immers zojuist over zijn dood en opstanding gesproken en zij waren bang, zich afvragend ‘wat hij bedoelde met deze opstanding uit de dood’ (vers 10).
 
In tegenstelling tot de discipelen is de figuur van Jezus statig en sereen. Ondanks de reacties overal om hem heen kijkt hij niet naar de discipelen of naar Elia en Mozes. In plaats daarvan kijkt hij naar ons, de toeschouwers. In de ene hand houdt hij een boekrol, een symbool van zijn koningschap of misschien een verwijzing naar Openbaring 5, waarin staat dat alleen het Lam Gods het waard is de boekrol te openen. Zijn andere hand is opgeheven in een zegenend gebaar, waarbij de twee opgestoken vingers bovendien verwijzen naar de twee naturen van Christus (God en mens) en de drie elkaar aanrakende middelste vingers naar de Drie-eenheid.
 
c.   De compositie?
 
De compositie van de icoon vertoont een aantal opvallende kenmerken. Zo contrasteert de orde rond de getransfigureerde Jezus met de wanordelijkheid van de discipelen, die met uitstekende armen en benen alle kanten op tuimelen. De bijna geometrische orde rond Jezus is echter niet statisch maar dynamisch: hij wordt omgeven door de fraaiste vormen en ritmes. Let op de fijnheid en precisie van de heldere lijnen van zijn gewaad.
 
De figuur van Jezus springt eruit als de belangrijkste. Hij staat exact in het midden van de bovenste helft van de icoon en de lijnen van de driehoek die gevormd wordt door de stralen die naar de ogen van Petrus, Johannes en Jacobus leiden, komen in hem samen. De discipelen bevinden zich in het onderste gedeelte van het schilderij. Zij zijn niet slechts bange toeschouwer, ze zijn ook alle drie opgenomen in de zojuist genoemde driehoek en door stralen verbonden met hun Heer.
 
3. Het zal nu wel duidelijk zijn dat de woorden van het evangelie zijn omgezet in een theologische verhandeling in beeld. Als je de boven genoemde visuele aanwijzingen samenvat, hoe leidt de icoon van de transfiguratie dan tot begrip van:
 
a.   Wie Jezus is?
 
De transfiguratie van Jezus is het hoogtepunt van het evangelie van Marcus. Hij begint met te verklaren dat zijn evangelie het evangelie is ‘van Jezus Christus, de Zoon van God’ (1:1). Op de berg Tabor, zes dagen na Petrus’ belijdenis van Jezus als de Christus, verklaart God de Vader hoorbaar voor de drie apostelen dat Jezus zijn Zoon is, zijn geliefde.
 
De icoon geeft dit nieuws weer met alle mogelijke middelen, in de gebaren, met behulp van kleur en compositie. Mozes en Elia buigen zich naar Jezus. De discipelen vallen in angst neer, overweldigd door zijn schoonheid en heiligheid. Jezus wordt binnenin de hemelse heerlijkheid afgebeeld en vanuit die hemelse heerlijkheid staat hij ons stralend en kalm aan te kijken. In de evangelietekst horen we de stem uit de wolk zeggen: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, luister naar hem’ (vers 8). En ook de icoon zegt: ‘Dit is Gods geliefde Zoon, luister naar Hem.’
 
b.   Mens en wereld?
 
Door het gebruik van de twee onderste invoegingen worden we eraan herinnerd dat de transfiguratie plaatsvindt in de context van een duistere wereld. Ze vragen van ons dat we het dal in gedachten houden waaruit Jezus zijn discipelen heeft geleid, met zijn verwarring, blindheid, religieuze hypocrisie en demonische weerstand tegen de diepe bedoelingen van God. Ze herinneren ons eraan dat een ander, dieper dal nog voor Jezus ligt ligt, vol van verwarring, zwakheid, angst en demonische krachten en uiteindelijk zijn lijden en dood. Let op de donkere kleren die de Heiland draagt op deze weg van lijden.
 
c.   Gods genade?
 
De wet in Mozes’ handen herinnert Jezus aan de rechtvaardige eis van de wet omtrent de verzoening van de zonde. Wie zal de straf dragen? Marcus vertelt ons niet wat Mozes en Elia tot Jezus zeggen op de heilige berg (in tegenstelling tot Lucas 9:31), maar Jezus was al begonnen te spreken over zijn dood in Jeruzalem en zal daarmee doorgaan.
 
Ondanks de zwakheid en weerstand van de mens heeft Jezus zich vereenzelvigd met zondige mensen. Op meerdere manieren maakt de icoonschrijver duidelijk dat de drie discipelen met hem verbonden zijn en onder zijn zorg vallen. Bovendien worden ook wij door Christus’ blik verwelkomd.
 
d.   Het koninkrijk van God?
 
Dat het koninkrijk van God door Christus op aarde is gekomen is de belangrijke boodschap van deze icoon. Dit is het ongelooflijk goede nieuws over Jezus dat Marcus ons aan het begin van zijn evangelie heeft beloofd. Of het is slechts een mooi verhaal. Zo kan men eveneens op het geschreven woord reageren.  De apostel Petrus benadrukt echter de waarheid en het belang van de beschreven gebeurtenissen:
 
Toen wij u de glorierijke komst van onze Heer Jezus Christus verkondigden, baseerden wij ons niet op vernuftige verzinsels – integendeel, wij hebben met eigen ogen zijn grootheid gezien. Want hij ontving van God, de Vader, eer en luister, toen de stem van de majesteitelijke luister tegen hem zei: ‘Dit is mijn geliefde zoon, in hem vind ik vreugde.’ Die stem hebben wij zelf uit de hemel horen klinken toen wij met hem op de heilige berg waren. (2 Petrus 1:16-18) 
 

En zo komen we weer terug bij dit tafereel en wordt ons gevraagd het afgebeelde te overdenken: de eeuwige lucht van de hemel, de heerlijkheid van God, de schoonheid en reinheid van Christus, zijn genade voor zijn zwakke vrienden en zijn genade voor ons.

 

Soms proberen we net als Petrus kleine koninkrijken voor Christus te bouwen, tenten die ons idee over hem een schuilplaats bieden. De icoon biedt hiertegen een gezond tegenwicht door ons eraan te herinneren dat de Heer Heer is en dat hij ons draagt, niet wij hem. Hij zal het werk van zijn koninkrijk in ons en in de wereld voltooien. In deze prachtige icoon van Theophanes de Griek zien we een krachtige verbeelding van de afdaling van de hemel in onze zondige wereld.
Vier slotvragen
1. Als deze icoon een soort preek is, is het Theophanes dan gelukt om de Bijbel naar waarheid te onderwijzen?
2. Wat heeft kunstenaar vooral willen zeggen met deze icoon; wat is zijn belangrijkste punt?
3. Theologie moet altijd uitlopen op lofzang. Vindt u dat dit hier het geval is?
4. Om verder over na te denken: wat is de plaats van zien en horen in het christelijk geloof? 
Een goed boek over de theologie in iconen is: L. Ouspensky en V. Lossky: The Meaning of Icons, St. Vladimir’s Seminary Press – Crestwood, NY, 1999.
De icoon Theophanes de Griek, Icoon van de Transfiguratie, begin 15e eeuw, 184 x 134 cm, tempera op hout, hangt in de Tretyakov Galerie in Moskou.
 
Deze studie is samengesteld door Irena Tippett. Irena heeft een MA in kunstgeschiedenis van de Universiteit van Toronto, maar pas tijdens haar studie aan Regent College in Vancouver ontdekte ze de schoonheid van haar vakgebied in relatie tot haar geloof.