ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kerk en kunst -> Materiaal voor kerkelijk gebruik

28 december - De vlucht naar Egypte

 De vlucht naar Egypte

 

Kleine vluchteling
beeldmeditatie bij Matteüs 2:13-23 en een illustratie van Heather Stuart
door José Verheule
Soms zit er in een eenvoudige afbeelding iets verrassend waardoor je er langer en beter naar wilt kijken. Dat had ik kort geleden toen ik in de winkel van de abdij van Egmond een nieuwe jeugdbijbel doorbladerde en deze afbeelding zag bij het verhaal van de vlucht van Jozef en Maria met hun kind Jezus naar Egypte.
Het is een verbeelding in heldere kleuren, kunstig gemaakt van lapjes stof. Maar kunstiger nog vind ik, hoe in dit stilstaande beeld de bange haast van het vluchten is gevangen.
Je ziet dat deze mensen zich opgejaagd voelen. Je ziet het aan de schuin naar voren gebogen houding van Maria. Het opgeheven hoofd van de ezel met z’n oren gespitst. En de hand van Jozef die hem alvast een zetje lijkt te geven: vooruit wegwezen! In zijn andere hand een zak vol bagage. Een tweede zak staat nog naast hem op de grond en je kunt je zomaar voorstellen dat ‘ie daar achterblijft in de haast.
Angstige haast. Wat wil je, als een wrede dictator je kind naar het leven staat?
Jozef en Maria zijn op de vlucht voor Koning Herodes, die van de wijzen uit het Oosten gehoord heeft dat er mogelijk een nieuwe koning geboren is in de stad Bethlehem. En hij neemt geen halve maatregelen. Hij laat botweg in Bethlehem en de hele streek rondom alle jongetjes beneden de twee jaar vermoorden.
Over Bethlehem daalt een stikdonkere nacht van wanhoop en verdriet. ‘Rachel weent om haar kinderen en weigert zich te laten troosten, omdat ze niet meer zijn.’
Van de ster, die de wijzen de weg wees naar een nieuwgeboren redder in Bethlehem is niets meer te zien. Er is verdriet waar geen troost voor bestaat. Toen en nu. Menselijk geluk wordt kapotgeslagen door oorlog en vervolging of door ziekte en dood. We zien het in journaalbeelden. Maar het kan dichtbij ook zomaar ieder van ons overkomen.
En op zo’n moment kun je iets herkennen in dit verhaal van Matteüs dat gaat over de realiteit dat mensen zo onterecht ontroostbaar verdriet kan worden aangedaan.
Maar kijk dan eens naar de kleine Jezus … Daar zit hij, rechtop met zijn armpjes om de hals van de ezel geslagen, als een onbezorgd vrolijk kind dat gaat paardje rijden! Je ziet het spontane enthousiasme van een kind dat nog geen weet heeft van de dreiging om hem heen en blij verrast is dat ze al zo vroeg uit rijden gaan. Het heeft iets verrassends en ontroerends, waardoor ik er naar bleef kijken. Als een glimlach door tranen heen.
Een glimlach van God, die wijst naar dit kind, als naar de ene ster in een nacht van ontroostbaar verdriet: de ster van Bethlehem. Het kleine kind lijkt nu zelf de ster geworden die de weg wijst, terug, naar Bethlehem: de stad waar eens Ruth de oude troosteloze Naomi thuisbracht en haar een nieuwe toekomst door te trouwen met Boaz, de overgrootvader van koning David, de voorvader van deze Jezus. De kleine ster van Bethlehem tegenover de brute macht van Koning Herodes. Dat lijkt een gelopen race.
Maar in het groen van het manteltje van Jezus zie ik de kleur van de hoop. En toen ik nog eens goed keek, viel me op dat het net lijkt of de kleine Jezus met z’n handjes op de nek van de ezel nu al de leiding wil overnemen, als een tweede Mozes, klaar om zijn volk uit Egypte te bevrijden.
‘Voor hen die in het land van de dood zitten, zal een licht opgaan’, zegt Matheüs.
Het verdriet in onze wereld valt niet weg te poetsen. Ook niet door de komst van Jezus op aarde. Maar bij God krijgt het niet het laatste woord. In de vrolijke kleine Jezus, in zijn manteltje van hoop, zie ik getekend hoe we met al het verdriet van de wereld toch op weg zijn naar huis.
*******
Illustatie door Heather Stuart in Meg Wang:365 verhalen Bijbel, Callenbach – Kampen, 2010, copyright Anno Domini Publishing.
José Verheule (Zaandam) is theoloog. Ze is met vervroegd emeritaat na als predikant werkzaam te zijn geweest in de PKN.