ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kunstenaars

Laatantieke sculptuur - BM - Sible de Blaauw

Laatantieke sculptuur van de Goede Herder

Een geliefd motief van de vroege christenen

door Sible de Blaauw

Een jonge herder met een schaap over zijn schouders. Het marmeren beeld van bijna een meter hoog was in het afgelopen najaar een van de blikvangers in de tentoonstelling Rome – De droom van keizer Constantijn in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Het wordt door de Vaticaanse Musea zelden uitgeleend, omdat het daar als een topstuk van de vroegchristelijke afdeling geldt. De sculptuur geniet grote bekendheid en wordt doorgaans met het bijschrift ‘Christus de Goede Herder’ afgebeeld. Het is een geliefd motief uit de christelijke traditie.

De Bijbel is de bron van deze traditie. In het Oude Testament wordt de zorg van God voor de mensen vergeleken met die van de herder voor zijn schapen (Psalm 23). De evangelist Johannes noemt Christus ‘de Goede Herder’ (Johannes 10:11). In het evangelie van Lucas vertelt Jezus zelf de parabel van het verloren schaap, waarvoor de herder alles op alles zet om het in veiligheid te brengen: ‘En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders’ (Lucas 15:5).

Het is alsof de maker van dit beeld dit laatste vers als uitgangspunt heeft gekozen. In de vroegste christelijke schilderingen in de catacomben van Rome komt de schaapdragende herder ook dikwijls voor. Geen wonder dat deze sculptuur eeuwenlang als een van de vroegste Christusbeelden is beschouwd. Men dateerde deze marmersculptuur nog in de derde eeuw, in de tijd van de oudste catacombenschilderingen. De laatste tijd breekt een meer kritische visie op dit beeld en op de vroegchristelijke kunst in het algemeen door.

In het vroege christendom waren afbeeldingen allerminst vanzelfsprekend. In de traditie van het Jodendom benadrukten ook de kerkvaders (de toonaangevende theologen van de eerste eeuwen) de onmogelijkheid om God uit te beelden. Zij hadden er de handen vol aan de gelovigen te waarschuwen voor de heidense beeldencultus. In de ruimten voor de eredienst en in de officiële christelijke begraafplaatsen waren visuele godsvoorstellingen dan ook ondenkbaar. In de catacomben zien we vooral scènes met verhalen uit de Bijbel en symbolische of allegorische voorstellingen. Tot die laatste categorie behoren ook de schaapdragers.

De herder of schaapdrager was een populair motief in de antieke kunst. De Grieken kenden de Hermes Krioforos, de goddelijke begeleider van de ziel naar het hiernamaals. Ook vele Romeinse huizen en tuinen werden gesierd door beeldjes van schaapdragende herders. Het beeldtype behoorde tot het idyllische repertoire waarin het vredige landleven werd verheerlijkt. De schaapdrager was bovendien een sympathieke representant van filantropie en humaniteit. Omdat er niets bekend is over de precieze herkomst van dit beeld, is het onmogelijk definitief te bepalen of het gemaakt is als een neutraal-idyllische voorstelling of als een bewuste verwijzing naar de bijbelse betekenis van de herder.

De sculptuur toont een jongeman, leunend tegen een boomstam en gekleed in een simpele tuniek, het werktenue van de herder. Hij is bovendien voorzien van een herderstas, die kruislings over de deels ontblote borst hangt. Met beide handen houdt hij de poten van een wollig schaap vast dat op zijn schouders rust. De wijze waarop het schaap tegen de lange krullende haren van de herder is gedrapeerd geeft het beeld iets intiems. Het gelaat van de herder en de kop van het schaap zijn naar elkaar toe gekeerd. Toch is de blik van der herder niet naar het schaap, maar naar boven gericht.

Het beeld voldoet aan alle regels van proporties en plasticiteit die de klassieke kunst eigen is. Het is stevig gerestaureerd toen het in de achttiende eeuw in de Vaticaanse Musea werd opgesteld. Met name de benen en armen van de man en de poten van het schaap zijn goeddeels nieuwe toevoegingen. Misschien was het oorspronkelijk zelfs geen vrijstaand beeld, maar onderdeel van een sarcofaag. Niettemin zijn de wezenlijke onderdelen nog origineel, waardoor het beeld nu als een fraai werkstuk uit de vierde eeuw te boek staat.

Gemaakt in Rome in de late keizertijd kan dit beeld zowel door heidenen als christenen gewaardeerd zijn. Nadat Keizer Constantijn de christelijke kerk had erkend (313) drong de beeldende kunst definitief door in het religieuze domein van de christenen. Als Romeinen konden de christenen weinig anders dan de visuele cultuur ook voor de verbeelding van de christelijke God in te zetten. Dit beeld staat letterlijk op die scheidslijn en is alleen al daarom van grote betekenis.

Op het eind van de vierde eeuw had het type van de schaapdrager definitief de betekenis van Christus de Goede Herder gekregen, onder andere op sarcofagen. Christus als nederige herder afgebeeld had tegelijk de tijdloze schone jongelingstrekken die Apollo en Orpheus in herinnering riepen. Hoewel de Bijbel Christus ook als koning en heiland schildert, genoot zijn verbeelding als herder aanvankelijk een bijzondere voorliefde. In een samenleving waarin het recht van de sterkste de norm was, toonde de Goede Herder de overmacht van de goddelijke zachtmoedigheid.

*******

De Goede Herder, Rome (?), 4de eeuw, marmer, 0,95 cm. Vaticaanstad, Musei Vaticani – Museo Pio Cristiano inv. 28590.

Sible de Blaauw is hoogleraar Vroegchristelijke Kunst en Architectuur bij de afdeling Kunstgeschiedenis van de Radboud Universiteit Nijmegen.

Literatuur: Sible de Blaauw en Eric Moormann, Rome: de droom van keizer Constantijn. Kunstschatten uit de Eeuwige Stad. Amsterdam 2015 (tentoonstellingscatalogus De Nieuwe Kerk)

ArtWay beeldmeditatie 4 september 2016