ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Artikelen

Jonge christelijke kunstenaars - Nina Minnaar

JONGE CHRISTELIJKE KUNSTENAARS: EEN VERKENNING 

door Nina Minnaar 
 
Het verleden maakt duidelijk dat kunst en christendom uitstekend samengaan: de meeste westerse kunst ontstond in christelijke kringen en functioneerde in dito instellingen. Dat ook hedendaagse kunst vanuit een christelijk perspectief gemaakt kan zijn, wordt vaak vergeten. De vraag werpt zich op of er vandaag de dag nog jonge Nederlandse kunstenaars zijn die zichzelf christen noemen en zo ja, wat voor werk ze dan maken. Hoe staan zij met hun christelijke levensbeschouwing in de seculiere kunstwereld? En in welke mate heeft hun geloof invloed op hun werk? 
 
Onderzoek
Om dit soort vragen te kunnen beantwoorden en meer inzicht te krijgen in deze materie, heb ik als ArtWay stagiaire gepoogd deze groep kunstenaars in kaart te brengen. Door (christelijke) kunstenaars, betrokken instanties en organisaties aan te schrijven, heb ik geprobeerd het netwerk van jonge christelijke kunstenaars binnen te dringen. Vervolgens heb ik een overzicht gemaakt van deze kunstenaars en me verdiept in hun werk en kunstenaarschap.  
 
Alle inspanningen ten spijt is het overzicht niet compleet. Bij een onderzoek als dit is het onmogelijk een volledig beeld te schetsen van alle betrokken kunstenaars, alleen al omdat sommigen zich niet profileren met hun religie of levensbeschouwing. De kunstenaars in het overzicht geven echter wel een beeld van deze groep in Nederland. Ze zijn afkomstig uit verschillende protestantse kerkstromingen en zowel gereformeerde als evangelische richtingen zijn vertegenwoordigd. Jonge katholieke kunstenaars heb ik niet kunnen traceren, onder andere omdat er geen vereniging of duidelijk netwerk van katholieke kunstenaars is.    
 
Om het veld te voorzien van een kader is er besloten alleen kunstenaars op te nemen die een opleiding aan een kunstacademie hebben afgerond of fulltime werkzaam zijn als kunstenaar. Jong is hierbij gedefinieerd als tot en met 35 jaar. Ook heb ik ervoor gekozen me te richten op autonome beeldende kunst. Hieronder zal ik de groep kunstenaars als geheel bekijken en conclusies trekken over de relatie tussen hun werk en hun geloofsovertuiging. Ook breng ik in kaart hoe deze kunstenaars denken over hun rol in de maatschappij, waarbij aandacht wordt besteed aan de beweegredenen van de kunstenaars, hun positie in de kunstwereld en de rol van de kerk. Tot slot zet ik de conclusies kort op een rij. 
 
Diversiteit
Als we kijken naar de kunstenaars die vallen binnen de kaders van dit onderzoek, vallen er verschillende dingen op. Een eerste aspect is de diversiteit van de werken. Wat betreft de stijl en werkwijze zijn de oeuvres van de kunstenaars volkomen verschillend en zijn er geen duidelijke overeenkomsten aan te wijzen. Waar een kunstenaar als Han Hofman een conceptuele inslag hanteert, ligt bij iemand als Trude Euser-van Beest de nadruk meer op het esthetische aspect. Kunstenaars als Sjoukje Gootjes en Eva van Woerkom staan met hun moderne werkwijze recht tegenover Dirk-Jan Zetstra, die traditioneel te werk gaat. Zo worden de werken van alle kunstenaars door andere eigenschappen gekenmerkt en variëren ze van realistisch tot abstract, van grote installaties tot kleine schilderijen en van kleurrijke beelden tot sobere pentekeningen. 
 
Hoewel allerlei kunstvormen en -stijlen dus vertegenwoordigd zijn, is het wel opvallend dat het grootste deel van de kunstenaars figuratief werk maakt. De abstracte kunst is duidelijk in de minderheid en lijkt een uitzondering te vormen in het werk van de jonge christelijke kunstenaars. Wat in zekere zin ook opmerkelijk is, is het feit dat geen van de kunstenaars bijbelse taferelen afbeeldt. Vaak wordt gedacht dat christelijke kunstenaars alleen christelijke thema’s of voorstellingen weergeven, maar dit blijkt bij de kunstenaars die in het onderzoek naar voren komen nauwelijks het geval te zijn. 
 
Geloof
Dat in de werken bijna geen bijbelse of typisch christelijke thematiek wordt aangehaald, wil niet zeggen dat hun geloofsovertuiging geen rol speelt in hun werk. Een groot deel van de kunstenaars gaf aan dat het christendom en hun geloof met name invloed heeft op hun persoonlijk leven en dat dit doorwerkt in hun kunst, omdat deze twee sterk met elkaar samenhangen. Door de rol die het geloof in hun dagelijks leven speelt, vormt het voor verscheidene kunstenaars een belangrijke inspiratiebron. Dit uit zich echter op verschillende manieren in de kunstwerken. Uit de interviews bleken vier manieren waarop het geloof van de kunstenaars doorwerkt in hun werk. 
 
Vier benaderingen
Allereerst zijn er kunstenaars waarbij de geloofsovertuiging weinig invloed heeft op de werkwijze en het werk. Voorbeelden hiervan zijn Maartje van den Noort, Daniël van der Veer en Linda Zwart. Ze beschouwen hun geloof en hun werk als los van elkaar en halen de inspiratie voor hun werk grotendeels uit andere aspecten van hun leven, zoals de natuur of hun dagelijkse leefomgeving. 
 
Bij andere kunstenaars speelt het geloof een grotere rol. Hun levensovertuiging bepaalt hun visie op bepaalde onderwerpen en deze komt naar voren in hun werk. Dit is bijvoorbeeld het geval bij Eva van Woerkom. In haar werk gebruikt ze voornamelijk gebruikte materialen en staat de waardering voor het ‘oude’ en het ogenschijnlijk waardeloze centraal. Deze visie vindt haar oorsprong in haar geloof in God, omdat hij gebroken en ogenschijnlijk waardeloze mensen niet afschrijft, maar hen juist gebruikt. Hoewel deze boodschap in haar werk niet direct naar voren komt, speelt het geloof indirect dus wel een rol. Ook bij Gerdien van Delft-Rebel, Davitha van de Kuilen en Rhodé van Luijk is dit het geval: God en eigenschappen van God inspireren hen in hun werk als kunstenaar. 
 
Ook zijn er kunstenaars waarbij het christendom concreter in hun werk naar voren komt. Zo staat in het werk van Dirk-Jan Zetstra de vanitasgedachte centraal: in zijn werken wil hij steeds weer laten zien dat het leven van de mens vluchtig, tijdelijk en beperkt is. Hij gebruikt symboliek en toont het dagelijkse zwoegen van de mens om de beschouwer te laten zien dat God boven de mens staat. Ook David van der Meer maakt gebruik van symboliek om iets over God en het geloof te zeggen. Zo refereert hij in zijn werk aan de Drie-eenheid, het Lam van God en de Heilige Geest. Bij deze kunstenaars speelt het geloof dus een cruciale rol in het werk, ondanks dat dit op het eerste gezicht niet te zien is voor de beschouwer. Naast de ‘christelijke interpretatie’ is er bovendien ruimte voor andere interpretaties. 
 
Als laatste zijn er de kunstwerken die heel direct aan het christelijk geloof gekoppeld kunnen worden, ook door een beschouwer die het verhaal achter het werk of de kunstenaar niet kent. Uit het onderzoek werd duidelijk dat dit relatief weinig voorkomt, maar er zijn wel enkele voorbeelden te noemen. Zo maakte Corine de Man-van Tol een werk met de titel Spreuken 16:9, waardoor de kijker meteen weet waar het werk over gaat. De serie werken One Nation Under God van Ruben Lekkerkerker is een ander voorbeeld. In deze serie maakte hij illustraties waarbij hij steeds verschillende stromingen van het christelijk (en soms ook joods) geloof naast elkaar plaatste, om zo de verschillen en overeenkomsten te benadrukken.   
 
Missie
Behalve de stijl van de werken en de mate waarin hun geloof een rol speelt in hun werk, zijn ook de beweegredenen van de kunstenaars verschillend. Sommigen willen in de eerste plaats de wereld iets mooier maken, hun omgeving iets laten zien van schoonheid en mensen daarmee raken. Een voorbeeld hiervan is Trude Euser-van Beest. Kunstenaars als Eva van Woerkom en Bram Lekkerkerker maken duidelijkere statements en geven in hun werk kritiek op bepaalde aspecten van de maatschappij. Bij de meeste kunstenaars loopt dit echter door elkaar en vullen het esthetische en het kritische element elkaar aan. Ze willen mensen inspireren, maar ook aan het denken zetten. 
 
 
Naast het maken van autonoom werk nemen de kunstenaars vaak ook op een andere manier een plaats in de maatschappij in. Ruim een kwart van de kunstenaars geeft workshops of werkt als docent in het basis- of voortgezet onderwijs. Anderen maken naast eigen werk ook werk in opdracht, voor particulieren of bedrijven. Weer anderen, zoals David van der Meer en Henrike Gootjes, werken veel samen met andere kunstenaars of betrekken niet-kunstenaars in hun projecten en werken. Ze gebruiken kunstprojecten om mensen met elkaar te verbinden (community art). Ook zijn er kunstenaars die naast autonoom werk toegepast werk maken, zodat hun kunst in het dagelijks leven gebruikt kan worden. Een voorbeeld hiervan is Eva van Woerkom, die sieraden en modeaccessoires maakt. Verschillende kunstenaars maken illustraties voor tijdschriften en ander drukwerk, of als prints op stoffen, zoals Maartje van den Noort doet. Zo zien we dat de meeste kunstenaars hun werk niet (alleen) maken voor galeries en musea. Ze willen dat hun kunst een plaats heeft in de maatschappij en een link heeft met het dagelijks leven van mensen.
 
Kerk
Zoals gezegd werd religieuze kunst vroeger meestal voor een religieuze context gemaakt. Wanneer we kijken naar het werk van hedendaagse christelijke kunstenaars, blijkt dit nu niet meer het geval te zijn: de meeste kunstenaars die in het onderzoek naar voren komen, maken hun werk in eerste instantie niet voor de kerk. Van sommigen is wel eens werk geëxposeerd in kerken, zoals van Gerdien van Delft-Rebel en Corine de Man-van Tol, maar ook dan is het werk meestal niet met deze voorkennis gemaakt. Enerzijds heeft dit verschijnsel te maken met de kunstenaars en hun werk, die met hun werk vaak (ook) in de seculiere kunstwereld willen staan. Anderzijds speelt de kerk hierin een belangrijke rol, doordat deze weinig initiatief neemt op het gebied van kunst. Uit de interviews bleek dat veel jonge christelijke kunstenaars positief tegenover kunst in de kerk te staan. Ze zijn van mening dat kunst zowel in kerkgebouwen als in het gemeenteleven waardevol kan zijn. Het feit dat veel kerken hier weinig aandacht aan besteden, zorgt er echter voor dat kunstenaars zich minder snel geroepen voelen hun werk met oog op kerk en gemeente te maken. 
 
Conclusie
Als we met een concluderende blik naar het onderzoek kijken, vallen een aantal zaken op. Hoewel de begrippen ‘christelijke kunst’ en ‘christelijke kunstenaars’ vaak worden geassocieerd met kunst waarop bijbelse taferelen zijn afgebeeld, is uit het onderzoek gebleken dat het in de hedendaagse kunst anders gesteld is. In de meeste werken van deze kunstenaars is er geen directe link zichtbaar met hun christelijke geloofsovertuiging, hoewel deze op de achtergrond vaak een matige tot grote rol speelt. De werken maken duidelijk dat de kunstenaars niet over één kam kunnen worden gescheerd: zowel qua achtergrond, stijl, werkwijze en materiaalgebruik lopen ze erg uiteen. De enige duidelijke lijn die we aantreffen is dat het werk voornamelijk figuratief is en dat de abstracte kunst is ondervertegenwoordigd.    
 
Behalve de diversiteit van de werken valt het op de meeste kunstenaars niet of nauwelijks voor de kerk of voor een specifiek christelijk publiek werken. Ze willen met hun werk zowel in de seculiere kunstwereld als midden in de maatschappij staan. Als we kijken naar de drijfveren zien we dat de kunstenaars vooral schoonheid willen tonen, mensen inspireren en aan het denken zetten. Ze willen de beschouwer vaak met nieuwe ogen naar hun omgeving laten kijken. Hoewel ze met hun werk willen communiceren, wordt duidelijk dat kunst voor deze kunstenaars geen vorm van evangelisatie is. Ze omarmen de gelaagdheid van kunst en laten in hun werk ruimte voor verschillende interpretaties.  
 
Samenvattend kunnen we zeggen dat de jonge christelijke kunstenaars van dit moment zich niet wezenlijk onderscheiden van andere kunstenaars, hoewel ze wel hun eigen kleur hebben. We zien dat elke kunstenaar op grond van zijn eigen persoonlijkheid en overtuigingen zijn eigen weg zoekt tussen de vele mogelijkheden die in de kunstwereld van vandaag voor handen zijn. Dat is ook de taak waarvoor christelijke kunstenaars zich gesteld zien, met dit verschil dat ze met hun werk God en hun medemens willen dienen.