ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kunstenaars

Larsen, Henning - BM - Arnoud van der Wal

De Enghøj Kirke in Randers

Een lichtend schip

door Arnoud E. van der Wal

De Enghøj Kirke in Denemarken is een modernistische kerk uit 1994. De kerk met diverse bijgebouwen ligt bovenop een heuvel in een nieuwe woonwijk in het noorden van de stad Randers. Op de toegangsweg uit het westen, die door de brede groenstrook van deze wijk leidt, is de kerk al vanuit de verte zichtbaar. Hij ligt daar als een wit landmark hoog op de heuvel met het afhellende groen aan zijn voeten. Aanleiding voor de bouw was het plan om de plaatselijke Evangelisch-Lutherse gemeente te splitsen in verband met de bevolkingsgroei.

Het gebouwencomplex bestaat naast de kerk zelf uit drie gebouwen met een kerkelijk kantoor, een keuken en diverse ontmoetingsruimten onder meer voor het omvangrijke jeugdwerk, een parkeerplaats, een kunstmatige heuvel en een losstaande toren. Die heuvel biedt het uitzicht over het gebied, wat de kerk ontbeert. Deze is namelijk sterk in zichzelf gekeerd door de hooggeplaatste ramen die licht binnenlaten, maar geen uitzicht geven.

Het ontwerp van architect Henning Larsen werd gekozen na een prijsvraag waarvoor vijf partijen waren uitgenodigd. Het ontwerp heeft een traditionele opbouw met een lengteas waarop de binnenplaats, de hal en de kerkzaal zijn geplaatst. De indeling van de kerkzaal is ook traditioneel met drie gangpaden: aan de zijkanten en één in het midden, uitkomend bij de avondsmaalstafel en de preekstoel voorin, met een orgel achterin op de eerste verdieping, boven de entree.

Het is bijzonder verrassend hoe architect Henning Larsen voortborduurt op de traditie van een symmetrisch wit kerkje met toren, maar daar een totaal nieuwe invulling aan geeft. Het meest opvallend zijn de kapvorm en de fraaie toepassingen van licht. Maar ook de materiaalkeuze, het kleurgebruik en de losgeplaatste toren zijn vernieuwend. De kap bestaat geheel uit hout en heeft een V-vorm, die zich in de kerkzaal als de romp van een schip manifesteert. Hiermee is een originele variant gemaakt op de houten scheepsmodellen die in veel Deense kerken hangen. In de scheepsromp worden ook wel twee handen gezien die zich openen naar de hemel.

In de vrij donkere kerkzaal, waarin geen zicht mogelijk is op de wereld, komt het meeste licht van boven; dit heeft uiteraard een symbolische functie en het bepaalt de bezoeker bij God. Overal waar het dak de muren raakt, over de volle lengte van de vier zijden, zijn smalle dakramen geplaatst, waardoor er prachtig strijklicht over de muren valt. In beide zijmuren zijn daarnaast om de twee meter twintig kleine ramen aangebracht. Deze doen de vrij donkere sobere muur plaatselijk oplichten. ’s Avonds als het lamplicht aan is, levert dit buiten een bijzonder beeld op van kleine lichtpuntjes.

Licht is ook op een speciale manier toegepast om de avondmaalstafel te accentueren. De tafel valt bij binnenkomst direct op omdat deze in zwart graniet is uitgevoerd en voor een zeer lichte achtgrond is geplaatst en dus sterk contrasteert. De lichte achtergrond is gevormd door een opening in de wat donkere westelijke wand te maken en pal daarachter een tweede wand te plaatsen die juist veel licht reflecteert. Het effect is dat de avondmaalstafel met het kruis erop sterk opvalt en dat het middenpad dat ernaar toe werkt als een ‘weg naar het licht’.

Aan het plafond van de kerkzaal hangen aan beide zijden 55 lange kabels met vrij kleine lampjes onderaan die als ze uit zijn in het beperkte daglicht glimmen en als ze aan zijn een lichte gloed in de kerkzaal brengen en de sobere zaal opvrolijken. Het lijkt het persoonlijke lichtje te zijn voor iedere bezoeker. Vóór in de kerk bevindt zich de meest subtiele toepassing van licht. In de muren zijn namelijk twee balkvormige uitsparingen gemaakt waarin waxinelichtjes zijn geplaatst.

De wanden zijn uit grote betonblokken opgetrokken van ruim twee bij één meter. Door het patroon van telkens acht stippen lijken het wel grote legoblokken. De wanden zijn 13 meter hoog. In het midden van de kerkzaal, onder de kiel, is van die hoogte nog maar ruim de helft over. De binnenkant van de muren bestaat uit kaal beton, de buitenkant is met een speciale silicaatverf behandeld, waardoor de kerk buiten bij zonnig weer lijkt te stralen.

Naast het houten plafond en de orgelkast met veel hout bestaan de kleuren uit zwart en wit met alleen de bekleding van de banken in blauw. De wanden en de vloertegels zijn wit. De toegangsdeuren, de kerkbanken, de avondmaalstafel, de knielbanken daarbij, het doopvont, de preekstoel en de piano zijn alle in zwart uitgevoerd. Architect Larsen vertolkt met zwart graniet Gods oneindigheid en past dit toe in de elementen waarin de relatie met God tot uiting komt, zoals het doopvont, de preekstoel en de avondsmaalstafel.

De kerkelijke gemeente wilde bij de bouw al een losse klokkentoren plaatsen, maar vanwege het budget zag men er toen vanaf. Als tijdelijke oplossing werd een klok in één van de patio’s gehangen. In 2012 is de toren er alsnog gekomen en voorzien van twee klokken waardoor de kerk niet alleen duidelijk zichtbaar, maar nu ook hoorbaar is in de omgeving.

*******

Henning Larsen (1925-2013) is een Deense architect. In 1959 startte hij zijn eigen architectenbureau dat meerdere bekende gebouwen ontwierp, waaronder het operagebouw in Kopenhagen. Zijn architectuur is geworteld in de Scandinavische designtraditie. Het eerste grote buitenlandse project was het ministerie van buitenlandse zaken in Riyadh. In de 1980s zette Larsen het architectuurtijdschrift SKALA op. Als professor aan de Koninlijke Kunstacademie nodigde Larsen internationale architecten uit om les te komen geven op de academie. Zij werden vervolgens geïnterviewd voor SKALA. Dit had een grote invloed op de nieuwe generatie Deense architecten, die daardoor aan internationale gerichtheid won. Het tijdschrift bestond 10 jaar.

Arnoud E. van der Wal (1961) is landschapsarchitect, afgestudeerd in Wageningen en werkzaam aan de HAS Hogeschool in Den Bosch, waar hij verbonden is aan de studie Landscape Design. Naast zijn passie voor de architectuur van landschappen, parken en tuinen is hij zich de laatste jaren ook gaan richten op moderne kerk- en kapelarchitectuur. Daarvan is in 2019 een reeks  artikelen verschenen in het Nederlands Dagblad. In zijn vrije tijd is hij graag in de natuur en speelt hij piano, ook in zijn kerkelijke gemeente in Zaltbommel. Verder is hij enthousiast betrokken bij het Alphawerk in Zaltbommel dat in een bijzondere samenwerkingvorm katholiek/protestant/evangelisch gestalte krijgt.

ArtWay beeldmeditatie 12 januari 2020