ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kunstenaars

Perugino, Pietro - BM - Calvin Seerveld

Pietro Perugino: De kruisiging met Maria en Johannes

Perugino en de betekenis van de kruisiging

door Calvin Seerveld

Een goed kunstwerk reikt ons van nature deugdelijke en waarachtige kennis aan, zij het op zijn eigen verbeeldingsrijke en kunstzinnige manier – door middel van kleuren, materiaal, textuur, vormen, lijnen en compositie, alle gestempeld door hun verwijzend vermogen. We begrijpen de kennis die kunst ons aanbiedt verkeerd als we menen dat een schilderij simpelweg een kopie is van wat zichtbaar is. Als wij kunst willen begrijpen, moeten we het vooroordeel loslaten dat in ons is gegrift door de Grote Leugen van Plato dat kunst als mimèsis materiële objecten na-aapt. In tegenstelling daarmee geeft de kunstenaar zichtbare en onzichtbare dingen weer die qua betekenis zeer complex zijn, zaken die we allen uit ervaring kennen zoals zonde en liefde en zachtmoedigheid maar die we nooit in een spiegelbeeld zouden kunnen vangen. De kunstenaar verbeeldt die betekeniswerkelijkheid op een pre-verbale en a-logische manier, meer als een cartoon dan een brute foto. 

Kunst is niet vaag omdat ze niet analytisch precies is en niet verward omdat ze niet duidelijk spreekt in een taal waarvan we de betekenis kunnen opzoeken in een woordenboek. De kennis die kunst ons aanbiedt is noch onverwoordbaar noch mysterieus of meer subjectief dan analytische filosofische beweringen of simpele ondubbelzinnige zinnen over het weer. Kunstwerken zijn als kunstproducten simpelweg uit andere elementen opgebouwd en men moet deze elementen leren lezen om dit soort kennis te leren begrijpen, kennis die gekenmerkt wordt door suggestie en verwijzing. Laten we ter illustratie van dit punt een schilderij van Pietro Perugino (ca. 1448-1523) bekijken.

De verticale lijn van het kruis op Perugino’s altaarstuk staat precies in het midden en het werk bezit een symmetrisch evenwicht door de plaatsing van Maria en Johannes onder het kruis. De dwarsbalk is strak en recht. Maria en Johannes zijn even groot als Christus en ze zijn op hun gemak. Hun gewicht komt op één voet neer en de andere hangt er lichtjes bij. Ze vouwen hun handen in aanbidding en ze bidden vredig in hun nette, fijne gewaden, terwijl de wimpel van Jezus’ lendendoek feestelijk in de lucht wappert. Een decoratief Italiaans landschap dient als setting; er is zacht daglicht, er zijn delicate bomen, een brug en een dorp – alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Niets is verwrongen, niets door de zonde kapotgemaakt. De wereld lijkt in gepeins verzonken, nobel en sereen.   

Je zou kunnen vragen: wist Perugino niet dat Christus werd gekruisigd in Palestina en niet in Italië – vanwaar de verkeerde voorstelling van zaken? En er waren veel meer mensen aanwezig bij de kruisiging – vanwaar de onnauwkeurigheid? Het juiste antwoord is dit: Perugino probeerde niet een exacte kopie weer te geven van een bepaald tafereel lang geleden buiten Jeruzalem. Nee, zijn weergave van de kruisiging van Jezus Christus onder Pontius Pilatus was heel nauwkeurig in elkaar gezet om ons iets te vertellen over die gebeurtenis, waarin de visie van de kunstenaars op Jezus’ levenswerk is verwerkt.

Perugino toont ons het kruis niet als een verschrikkelijke tragedie maar als een zorgzame daad van God die ons zou moeten vervullen met kalmte en vrede. Daarom staan de heiligen zonder dramatiek onder een pijnloze Christus. In werkelijkheid luisterde geen fijn filigraan blaadjespatroon de schedelplaats op en was er geen schilderachtig plaatsje met kasteel op de top van een berg in de achtergrond. Maar samen met de idyllische aanwezigheid van Johannes en Maria verkondigt dit alles de boodschap dat we met ingetogenheid, eenvoud, waardigheid en een vast en kalm geloof met Christus’ dood mogen omgaan.

Mijn doel is hier niet om dit schilderij uitputtend te interpreteren. Het simpele punt dat ik wil maken is dit: kunst, ook de figuratieve schilderkunst, wordt niet gemaakt om de feitelijke werkelijkheid weer te geven. Schilderijen werken als cartoons, ze suggereren betekenis in plaats van die op een recht-toe-recht-aan of logische manier te presenteren. Als je weet hoe je de vormentaal van de kunst moet lezen, dan vergaar je zeker kennis. Je vergaart onderscheidbare, uitlegbare kennis – zo vastomlijnd als Perugino’s visie op de kruisiging – maar het is kennis die berust op verwijzing en suggestie. Zulke kennis is net zo waardevol en zeker, zij het anders, dan andere soorten kennis.

*******

Pietro Perugino: De kruisiging met Maria, Johannes, Hieronymus en Maria Magdalena, middenpaneel, ca. 1485, 101.5 × 56.5 cm zijpanelen: 95 × 30.1 cm. Andrew W. Mellon Collection, Washington D.C.

Deze meditatie is een bewerking van het artikel Grünewald en Perugino en de betekenis van de kruisiging van Calvin Seerveld uit het net verschenen boek van Marleen Hengelaar-Rookmaaker en Roger D. Henderson (red.): Kunst D.V. – (Neo)calvinistische perspectieven op esthetica, kunstgeschiedenis en kunsttheologie, Buijten & Schipperheijn – Amsterdam, 2020 (zie bij de nieuwspunten).

Pietro Perugino was een Italiaans schilder. Hij werd geboren in 1446 bij Perugia en is in Umbrië gestorven in 1523. Van zijn training is weinig bekend, maar zijn eerste ontwikkelingen zijn duidelijk beïnvloed door zijn jaren in Florence waar hij in de werkplaats van Andrea del Verrocchio werkte, tegelijkertijd met Leonardo da Vinci. Een belangrijke rol in zijn artistieke ontwikkeling speelden de schilderijen van Piero della Francesca. In 1472 trad hij toe tot het Florentijnse gilde en bleef zijn gehele leven opdrachten van de stad Florence ontvangen. In 1481 vertrok hij naar Rome om mee te helpen aan de fresco's ter decoratie van de wanden van de Sixtijnse Kapel. Tussen 1486 en 1496 verbleef hij voornamelijk in Florence, waar veel van zijn bekendere werken ontstonden. Daarna verbleef hij onder andere in Venetië, Mantua, Milaan en Perugia. Perugino was een typische vertegenwoordiger van de Umbrische school, speciaal wat betreft de dromerige stemming in zijn werk, de vrede en harmonie. In zijn compositie bereidde hij door zijn evenwichtige groepering de hoge renaissance voor. Van zijn vele leerlingen is Rafaël de bekendste.

Calvin Seerveld is emeritus professor in de filosofische ethiek van het Institute for Christian Studies in Toronto en oud-voorzitter van de Canadian Society for Aesthetics/Société canadienne d’esthétique. Na in Nederland te hebben gestudeerd bij D.H.Th. Vollenhoven, S.U. Zuidema en G. Kuiper, in Zwitserland bij Karl Jaspers, Oscar Cullman en Karl Barth en in Rome bij Carlo Antoni, promoveerde hij in 1957 in Amsterdam aan de Vrije Universiteit in de filosofie en vergelijkende literatuurwetenschap. Hij doceerde filosofie en literatuur aan Belhaven College, Mississippi (1958-1959) en Trinity College bij Chicago (1859-1972), waarna hij zich specialiseerde in de esthetica aan het postdoc Institute for Christian Studies in Toronto (1972-1998). Zijn onderzoek en onderwijs waren daar gericht op basiscategorieën in de filosofische esthetica, zoals verbeelding, smaak en het speelse esthetische leven. Een bekend werk van hem is Rainbows for the Fallen World: Aesthetic Life and Artistic Task (1980/2005). Bij Dordt University Press (Iowa, Verenigde Staten) verscheen onlangs een zesdelige bundeling van veel van zijn geschriften, waaronder Normative Aesthetics waaruit het artikel in dit boek afkomstig is. In het Nederlands zijn twee bijdragen van Seerveld opgenomen in Kunst D.V. – (Neo)calvinistische perspectieven op esthetica, kunstgeschiedenis en kunsttheologie, onder redactie van Marleen Hengelaar-Rookmaaker en Roger D. Henderson. Op de ArtWay website staan een interview en een aantal boekbesprekingen (en artikelen op de Engelse kant van de website).

ArtWay beeldmeditatie 7 juni 2020