ArtWay

De veertigdagentijd herinnert mij eraan dat ik niet vast hoef te zitten in oude patronen van denken en handelen. Vernieuwing is mogelijk.

Kunstenaars

Uhde, Fritz von - BM - Nigel Halliday

Fritz von Uhde: Gebed voor de maaltijd

Jezus bij ons thuis

door Nigel Halliday

Ik ben geen liefhebber van negentiende-eeuwse religieuze schilderkunst. Ze is me vaak te zoete­lijk (Light of the World van Holman) of te sentimenteel (Christus in zijn ouderlijk huis van Millais), of alleen maar bizar (Maagd en Kind van Dela­roche). Toen ik het werk van Fritz von Uhde tegenkwam, vond ik het dan ook verbazend hoe goed me dit beviel.

De negentiende-eeuwse kunst had het moeilijk met bijbelverhalen, daar de Ver­lichting kun­stenaars in de richting van het realisme had geduwd waardoor sym­bo­liek een riskante onder­ne­ming werd. Millais koos voor regelrecht historisch realisme en voegde daar op spitsvondige wijze symboliek aan toe: de jonge Jezus heeft bijvoorbeeld zijn hand opengehaald aan een splinter, wat moet gelden als vooruit­wijzing naar de kruiswonden. Holman Hunt koos voor een letterlijke uitbeelding van metaforen – de deur waar Jezus aanklopt, de verdwaalde schapen op het land – maar de symbolische betekenis moet daarbij door de kijker zelf aan het beeld toegedacht worden.

Von Uhde heeft een andere manier om realisme en symboliek te verenigen. Een duidelijk niet-reële Jezus – recht uit de kunstgeschiedenis weggelopen met zijn blauwe gewaad, blote voeten en nimbus – stapt het glansloos ge­hou­den tafereel van een boerenwoning bin­nen. En toch is dit voor gelovige ogen een schilderij van iets volkomen reëels: Jezus is bij ons aanwezig in ons dagelijks leven.

Von Uhde liep al tegen de dertig toen hij begon te schilderen. Hij had eerst een jaar rondgelopen op de kunstacademie van Dresden en diende daarna tien jaar in het leger, voor­dat hij een loopbaan als schilder koos. In 1877 stu­deerde hij in München en in 1879 in Parijs. Eerst trok het Nederlandse clair-obscur hem aan, maar begin jaren tachtig werd zijn palet lich­ter en ging hij ook in de buitenlucht werken. Uiteindelijk kreeg hij een re­pu­tatie als een van Duitslands grootste vertegenwoordigers van het impressionisme. Van beide stijlen is iets te zien op dit schilderij.

Anders dan de Franse impressionisten, die opgesloten zaten in een Frans Ver­lichtingsrealisme, schilderde Von Uhde niet alleen rechttoe-rechtaan land­schappen, maar gebruikte hij ook openlijk religieuze en symbolische beeldtaal. In de geest van de Italiaanse Renaissance gaf hij bijbelse taferelen vaak een moderne aan­kleding, zoals in zijn Laatste Avondmaal (1886) en Emmaüsgangers (1891).

Een van de sterke punten van zijn werk is dat het niet sentimenteel is. Het ge­loof van dit boerengezin is van een innemende eenvoud en er wordt niets ge­daan om hun armoede te ver­bloemen. Er hangen geen schilderijen aan de wand, er is geen vloerkleed en geen tafelkleed. De stoelen zijn stevig en prak­tisch. Er zijn heel wat monden te vullen: die van twee ouders, vier kinde­ren en twee grootouders, terwijl het enige voedsel kennelijk de grote schaal met pap en één brood­je is, hoewel dat misschien een symbool is voor het heilige van de maaltijd.

De man van het huis draagt een grove blauwe kiel, een smerige broek die te kort is en enorme houten klompen. De onbeholpenheid van het gebaar van zijn linkerhand is goed gekozen. Een gebaar met twee handen zou te groots geweest zijn. Dus hier houdt hij met de ene hand beleefd zijn hoed vast en wijst met de andere houterig naar de lege stoel.

De kinderen stormen niet met een onbevangen ‘laat de kinderen tot mij ko­men’ geestdrift op Jezus af; ze kijken de kat uit de boom. De dochter rechts maakt een af­standelijke, zelfs nukkige indruk en misschien vraagt ze zich af wat deze God nu eigenlijk voor dit zwoegende huisgezin doet. De kleinste, het hoofd nog nau­welijks boven de tafel, heeft duidelijk meer interesse voor het eten.

Maar het schilderij lijkt vooral te gaan over de relatie van Jezus tot de moe­der. Let op de directheid waarmee hij haar aankijkt, juist terwijl zij het eten op tafel zet. En zij kijkt terug, zonder verbazing of verlegenheid, misschien zelfs met iets als een vriendelijke glimlach – alsof Jezus al verwacht werd, een regelmatige gast, bekend en welkom.

Het doet me denken aan het schilderij Angelus van Millet, waarop de gelovige vrouw bij het horen van de kerkklok stopt om te bidden, terwijl haar man ongemakkelijk aan zijn hoed staat te frunni­ken.

Het schilderij lijkt in het bijzonder de moeder te zegenen: dat zij bij al haar telkens terugkerende werk in de huishouding, het koken, wassen, kinderen verzorgen, een nauwe persoonlijke vriendschap met Jezus bewaart en hij zich nauw en persoonlijk om haar bekommert. Zij besteedt haar leven aan de zorg voor het gezin met maar weinig wat op beloning lijkt. Maar Jezus, die zijn leven in nog veel grotere mate aan zijn mensen gaf, ziet en waar­deert het en geeft erom.

Het schilderij heeft als titel Das Tischgebet, het tafelgebed voor de maaltijd. Maar dit is meer dan dankzegging voor het eten. Het herinnert ons eraan dat Jezus bij ons is, tijdens de maaltijd en tijdens de onopwindende dagelijkse bezig­heden. Ons dage­lijks werk heeft zin en doel omdat, als we hem in ons leven en ons huis ontvan­gen, hij bij ons is, ons onderhoudt en door ons werkt.

******

Fritz von Uhde: Gebed voor de maaltijd (Das Tischgebet. ‘Komm, Herr Jesu, sei unser Gast’), 1885, olieverf op doek, 130 × 165 cm. Berlijn, Nationalgalerie.

Fritz von Uhde (1848-1911) was een Duitse schilder, geboren in een gezin uit de midden­klasse in Wolkenburg, Saksen. Op achttienjarige leeftijd begon hij zijn studie aan de kunst­academie in Dresden, maar na een jaar stopte hij en ging in het leger, waar hij lesgaf in paardrijden. Hij verliet het leger in 1877, trok naar München en ging daar studeren aan de Aca­demie voor Schone Kunsten. In 1877 ging hij naar Parijs. Terwijl daar het impressionisme hoogtij vierde, werd hij wonderlijk genoeg enthousiast voor het clair-obscur van de klassieke Nederlandse schilderkunst. Pas toen hij in 1882 naar Holland reisde begon hij zich met het impressionisme te bemoeien. In de jaren negentig was hij weer in München, nu als professor. Hij was een van de grondleggers van de Mün­che­ner Secession en later een schilder van de Berliner Secession.

Nigel Halliday is een Britse kunsthistoricus, die freelance doceert en schrijft. 

ArtWay beeldmeditatie 16 augustus 2020