ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kunstenaars

Servat, Pierre - door Pierre Servat

Het idee en het ontstaan van mijn geschilderde kruisweg

Veertien staties op doek geschilderd in olieverf, formaat 100 x 100 cm (2003-2004)

door Pierre Servat, pseudoniem van Pierre van Hemert

Statie 1 

Het idee om een kruisweg te gaan schilderen hield mij al lang bezig, maar om aan zo’n groot en moeilijk project te beginnen boezemde mij toch de nodige vrees in. Net zoals ik altijd gehoopt heb om ooit een groot Gildeschilderij te maken, was het maken van een kruisweg een van de doelen in mijn leven.

Langzaam maar zeker rijpte bij mij het plan voor deze kruisweg. Doordat ik als vrijwilliger werkzaam was in het Museum voor Religieuze Kunst te Uden, kwam ik in het bezit van een aantal boeken waarin kruiswegen stonden beschreven en afgebeeld. O.a. die van Aad de Haas en Albert Servaes en verder het boek Passion van James H.Marrow. Ook afbeeldingen van een kruisweg door Jan Toorop kreeg ik in mijn bezit.

Veel heb ik over het lijdensverhaal van Jezus gelezen en het ontroerde mij hevig. Zeker toen ik vorig jaar de getekende kruisweg van Albert Servaes met eigen ogen in het M.R.K. te Uden kon aanschouwen. Deze met houtskool getekende lijdensweg van Jezus was zo doordrenkt van echt lijden en mededogen van een oprecht gelovig kunstenaar dat ik mij moeilijk voor kon stellen dat deze kruisweg zoveel teweeg zou brengen bij voor- en tegenstanders. De eersten waren verrukt van wat Servaes had gemaakt. Dit was de lijdende Jezus in optima forma! Nog nooit had een kunstenaar het lijden van Jezus zo aangrijpend weergegeven. Maar tegenstanders noemden het werk van Servaes “une oeuvre de Satan”. Een collega kunstschilder noemt het “een hoogtepunt van christelijke ontaarding”! Op 23 februari 1921 oordeelden de Kardinalen Algemene Inquisitoren te Rome dat de Heilige beelden (voorstellingen) van een zekere nieuwe schildersschool “ipso jure” werden verboden en uit kerken en kapellen moesten worden verwijderd. Ik kan mij nu niet voorstellen, dat er toen zo over deze kruisweg werd gedacht en geschreven. Of toch: want nog steeds is de kerk conservatief en tot op heden is deze prachtig getekende kruisweg van Albert Servaes in de ban! Ook het werk van Aad de Haas zou een zelfde lot beschoren worden: ook in de ban van de kerk!

Dit alles lezende en gezien hebbend, denk ik dat de kruisweg die ik voor ogen heb te schilderen waarschijnlijk een zelfde lot zal ondergaan. Maar geen kerk, kardinaal of priester kan mij weerhouden het lijden van Jezus uit te beelden op mijn eigen wijze. Een kunstenaar, hoe klein of nietig hij of zij ook moge zijn, heeft het recht om met zijn of haar gevoelens, die oprecht en zuiver zijn, het lijden van de God-Mens-Jezus tot uiting te brengen. Zo is het ook met de kruisweg waaraan ik nu ben begonnen. Eenmaal in mijn leven moest het daarvan komen en eindelijk is het dan zover!

Het hele lijdensverhaal laat ik afspelen in onze tijd. Een tijd die voor miljoenen mensen een lijdensweg op aarde is. Vele onschuldige mensen worden steeds opnieuw vermoord, gemarteld, gestenigd, de handen afgerukt. Jezus was ook een mens die niemand kwaad deed, maar opkwam voor de minst bedeelden in de maatschappij. Alleen zijn lot was voorbestemd, dat stond reeds vast bij zijn geboorte. In de ogen van de toen heersende klasse was hij (Jezus) een zonderling, een rebel. In onze tijd zijn er ook mensen, die hun mond open doen en durven te ageren tegen onrecht dat anderen wordt aangedaan. Niet zelden moeten zij dat bekopen met de dood.

Nu is voor mij de tijd gekomen om door deze kruisweg te schilderen, Jezus’ lijden symbool te laten zijn voor al dat menselijk lijden dat iedere dag opnieuw, overal ter wereld wordt geleden, een lijden dat Jezus met ons meelijdt. Iedere dag opnieuw wordt Jezus gekruisigd, ook nu op dit moment. Daarom laat ik dit lijden, deze kruisweg afspelen in deze tijd. Op dinsdag 21 oktober 2003 ben ik hieraan begonnen en op maandag 29 november 2004 was ik met mijn geschilderde kruisweg klaar. Een levenswens is in vervulling gegaan.

 

De eerste statie

Jezus staat te midden van twee soldaten. Hij staat daar nog fier en zelfbewust, kijkt met grote ogen voor zich uit, gekleed in een blouse en een soort driekwart broek op blote voeten voor Pilatus. Die is onzichtbaar, maar toch tastbaar aanwezig doordat ik Jezus achter een hek met ketting heb afgebeeld. De twee soldaten houden Jezus stevig vast en kijken vastberaden, klaar om het “karwei” het wegvoeren en ter dood brengen van Jezus uit te voeren.

De halve bol staat symbool voor de aarde, daarachter gaat de zon bloedrood onder. Rechts een haan, verwijzend naar Petrus die Jezus tot drie maal toe zal verloochenen: “Ik zweer het, ik ken die man niet!”

De soldaten kijken nors en grimmig. Het lot van Jezus is zojuist bezegeld. Links kijkt een hondje schichtig toe. Het arme beest voelt instinktmatig dat hier iets vreselijks staat te gebeuren. Hun uniformen schilder ik, evenals hun gezichten, groenig (blauw/groen), daarmee hun koele kille houding aangevend. Zij dragen zware laarzen in een donkere kleur. Nog even staat Jezus voor zijn aardse rechter en op diens vraag of hij de koning is, antwoordt Jezus: “Ja, ik ben de koning, maar niet op deze aarde.” Dan wordt Jezus tot de kruisdood veroordeeld en vangt zijn kruisweg (lijdensweg) aan.

 

De tweede statie

Ik ben nu aan de tweede statie begonnen. Net als bij de eerste statie heb ik het doek verdeeld in een kader en daarna met houtskool de voorstelling opgeschetst. Vervolgens met verdunde ultramarijn, verdund met terpetine, de schets met verf getekend. Daarmee klaar poets ik het houtskool weg en begin met een groot penseel en een doekje ook weer ultramarijn op te brengen, wat ik dan weer met het doekje verdeel. Dat doe ik snel en probeer er aktie in te krijgen. Zo werk ik het hele doek in met een zachte blauwe kleur als een soort zachte onderschildering. Als dit dan droog is, ga ik pas lekker verder werken met kleuren, waarop ik later weer glacerend kan werken, waardoor mooie kleuren ontstaan.

Vandaag op 27 oktober 2003 heb ik echt heerlijk geschilderd en soms sta ik er werkelijk versteld van hoe snel ik dan dingen op het doek krijg. Steeds opnieuw neem ik afstand om te beoordelen of de kleuren mooi zijn, of de uitdrukking van gezichten of andere dingen goed is. Al schilderend ontstaat zo’n werk onder mijn handen. Natuurlijk denk ik over bepaalde dingen na voor ik ze schilder, maar heel vaak komt het vanzelf, het gebeurt gewoon en dan lijkt het of ik daar geen grip op heb. Dat is de fascinatie van het schilderen. Het gebeurt onder mijn handen, géén echte grip hebben, het is echt ongelooflijk.

Wanneer ik van huis uit onder het tunneltje loop of fiets, over de Asseldonkweg en langs de volkstuintjes, over de Karperdijk naar mijn atelier bij Ad en Nellie van Rosmalen, dan kijk ik rond en geniet van de natuur. Het zachte ruisen van de knotwilgen en het riet. De nieuwe snelweg en het zicht op Uden met de molen van Jetten en dominerende Sint Petruskerk met zijn koepel en twee torens. Zo onderweg doe ik inspiratie op en krijg invallen, die ik in de kruisweg kan verwerken. De staties zijn vierkant, 100 x 100 cm. en geschilderd met olieverf op linnen.

 

De derde statie

Jezus valt voor de eerste keer onder het kruis. Hij is nu al dodelijk vermoeid met dat zware kruis op zijn schouders. De doornenkroon op zijn hoofd is er met geweld op gedrukt en bloed druipt over zijn gezicht en kleren op de grond. Zijn voeten zijn kapot.

Statie 3

Een soldaat probeert Jezus aan een touw omhoog te trekken. Een vrouw met de fiets aan haar hand kijkt toe. Een kind slaat haar handen om haar moeder, zich afvragend: wat gebeurt hier? Het hondje blaft naar Jezus, het dier lijdt met zijn baasje mee. Links boven een vogel (kraai) die de gewonde en vermoeide Jezus tracht aan te vallen. Dodelijke vermoeidheid is van Jezus’ gelaat af te lezen en dan trapt die soldaat ook nog eens op Jezus voet, waardoor hij misschien wel is gestruikeld. Jezus is in overhemd en spijkerbroek gekleed, eigentijdser kan het bijna niet.

 

De vierde statie

Jezus is weer overeind gekomen en komt zijn moeder tegen. Maria ziet haar gekwelde zoon, loopt naar hem toe en raakt hem zachtjes aan. Jezus kijkt haar met holle ogen aan en ziet haar betraande gezicht. Deernis en medelijden spreekt uit haar hele houding. Het is een laatste ontmoeting met haar nog levende maar gekwelde en bedroefde zoon. Het afscheid is definitief. Jezus is op weg naar de ergste dood, de kruisdood.

Dit lijden en de ontroerende ontmoeting tussen een moeder en haar zoon heb ik hier getracht vast te leggen in expressie en kleuren. Niets blijft Jezus bespaard. Zo is het ook in onze wereld, waar iedere dag mensen moeten lijden om hun geloofsovertuiging. Ontheemd raken, op de vlucht slaan voor etnisch geweld. Waar onschuldige mensen bij honderden omkomen bij aanslagen zoals op de Twin Towers. Waar onschuldige mensen, mannen, vrouwen en kinderen, worden opgeblazen in een trein, op weg van of naar het werk, naar school of naar huis.

Ik kan ontzettend boos worden of juist intens verdrietig als ik al dit leed en geweld op deze wereld zie. Waarom, waarom, doen mensen elkaar dit aan? Al dit leed heeft Jezus ook moeten ondergaan en hij heeft zijn leven voor ons gegeven. Is zijn bloed dan voor niets vergoten?

Dit door Jezus en mensen iedere dag opnieuw geleden lijden tracht ik in deze kruiswegstaties weer te geven. Een lijden dat van alle tijden is, ook van onze “moderne” tijd, waar alles lijkt te draaien om consumptie en ik, ik, ik, hebben, steeds meer! Wat is het dan indrukwekkend om te zien dat jonge mensen het kruis durven op te nemen en van stad naar stad en van dorp naar dorp lopen. Uiting gevend aan hun geloof en Godsvertrouwen in deze tijd.

Zo wil ik door middel van deze kruisweg mij zelf een spiegel voorhouden. Proberen op deze wijze iets te voelen van de pijn en de vernederingen die Jezus heeft moeten ondergaan. Als gelovig mens, maar zeker geen heilig boontje, dwing ik mezelf ertoe om al schilderend mijn beleven, gevoelens en emoties, het afgrijzen van al dit dagelijks opnieuw lijden door mensen weer te geven. En Jezus lijdt iedere dag opnieuw bij het zien van al die moord en doodslag door mensen, zijn evenbeeld, begaan.

Dit te kunnen en mogen schilderen is voor mij een geweldige uitdaging. Al schilderend voel ik dat ik daar niet alleen in sta, maar dat Gods hand mij daarbij stuurt. Deze kruisweg, geplaatst in deze tijd, een tijd waarvan ik een minuscuul onderdeeltje ben, is voor mij een stuk levensbehoefte. Dat ik kracht mag krijgen om dit grote werk tot een goed einde te brengen. Dan ben ik als schilderend mens pas een stukje geslaagd.

 

De vijfde statie

Simon van Sirene helpt Jezus het kruis te dragen. Hij kijkt schichtig, zo van: moet ik dat nou doen? Simon keert net terug van het land en is nog in werkkleding gehuld. Sterk als een beer pakt hij met zijn grote handen het kruis vast en helpt Jezus met tegenzin. Hij is op klompen. Jezus is duidelijk getekend en hij moet nog zo ver gaan.

Een moeder en haar kind kijken langs de weg toe. Kijkt zij eigenlijk wel naar deze vernederde en gekwelde kruisdragende Jezus? Nee dus! Een donkere zonnebril belet haar te zien. Het interesseert haar helemaal niets. Zij staat daar alleen maar mooi te zijn, geen interesse in haar lijdende medemens. Iets wat wij vandaag de dag ook maar al te dikwijls om ons heen zien. De donkere zonnebril staat voor mij hier symbool voor blind zijn voor het leed van de lijdende mens. Haar kind klemt een gekleurde lapjesbal in haar handen. Het kijkt met een schuine blik naar die langskomende “rare man”. Zo van: “Wat is dit nou, wat gebeurt hier”? Ook iets van onverschilligheid spreekt uit haar houding en manier van kijken. Jezus sjokt gebukt onder het kruis aan hen voorbij, zijn ogen staren vermoeid voor zich uit.

Het is nu zondag 7 december 2003 en ik ben nu dus al met de vijfde statie bezig. De andere vier zijn zeg maar voor 95% klaar, maar ik moet er de laatste hand nog aan leggen. Misschien doe ik dat pas als alle veertien staties zover zijn. Ik heb dan een beter overzicht, bijvoorbeeld over bepaalde kleuren of details.

 

De zesde statie

Een vrouw (Veronica) droogt Jezus’ aangezicht. Jezus draagt met grote moeite het zware kruis dat naarmate de tocht langer duurt, als een loden last op zijn schouders rust.

Hij ontmoet Veronica, die met een doek het gelaat van Jezus afdroogt. Jezus is zwaar getekend. Bloed heeft zijn kleren besmeurd. Een vrouw slaat haar handen voor de ogen. Zij kan haar emoties niet bedwingen. Kinderen die bij haar zijn slaan de armen om haar heen. Zijn zij verschrikt of is het nieuwsgierigheid? Nee, het hele gebeuren laat hen eigenlijk koud. Zij hebben totaal geen oog voor de lijdende Jezus.

Veronica kan niet meer doen dan het bebloede en vermoeide gelaat van Jezus te ontdoen van bloed, zweet en ander vuil dat hem in het gezicht is gespuugd. Daarna gaat Jezus zijn zware gang naar Golghota weer verder.

 

De zevende statie

Na een lange tijd niet aan mijn kruisweg te hebben gewerkt, ben ik daar de afgelopen weken weer aan begonnen. De oorzaak van dit alles is o.a. gelegen in het feit dat ik in de wintermaanden gewerkt heb aan een groot tondo in eikenhout en omdat wij al vroeg in april op vakantie naar Spanje zijn gegaan.

Toen ik daarna weer aan de zevende statie begon, kon ik goed merken dat de voeling die ik had met de kruisweg er niet meer was. Zo’n lange periode van daar niet aan werken is funest voor een schilder. Ik moest mij dwingen om er weer aan te beginnen. Het gaat gewoon niet lekker! Het heeft te lang geduurd alvorens ik weer werd ondergedompeld in de sfeer van het lijden van Jezus.

Natuurlijk heeft het ook te maken met het feit dat ik in de tussenliggende periode twee andere (grote) schilderijen heb gemaakt, die qua onderwerp en benadering heel anders zijn. Maar goed! Uiteindelijk ben ik toch weer begonnen. Eerst heb ik nog twee ontwerpen gemaakt voor de tiende en elfde statie en dit lukte wonderwel toch redelijk vlot.

In de zevende statie valt Jezus voor de tweede maal onder het kruis. Zijn krachten vloeien steeds verder uit Jezus weg. Uitgeput valt hij onder het kruis tegen de grond. Simon van Sirene is nu wel bereid om te helpen en met zijn stevige handen trekt hij het kruis van de vermoeide Jezus, zodat hij niet vermorzeld wordt onder de zware last van het kruis. De weg die Jezus moet gaan, is echt een lijdensweg.

 

De achtste en negende statie

Deze heb ik nu onderhanden genomen. Hier heb ik een andere weg gekozen, wat ik achteraf misschien beter niet had kunnen doen. Eerst heb ik de doeken met gele oker gekleurd, nadat ik de schets gemaakt heb met terpetijn en gebrande sienna. Hierop ben ik met wit gaan hogen, iets wat vroeger heel veel werd gedaan. Toen dit gedroogd was ben ik pas met kleuren gaan werken. Dat wit hogen ging overigens heel erg goed. Maar het daarover zetten met kleur ging niet zoals ik dat normaal doe, vlot en spontaan. Iets was er wat mij remde!

Statie 8

Gelukkig is die fase nu weer voorbij en ik hoop de komende dagen goede vorderingen te kunnen maken. Dat moet ook wel, want er zitten weer enkele weken aan te komen die mijn ritme weer zullen verstoren. Het is helaas niet anders, maar ik heb mij voorgenomen dat ik mij daarna weer volledig ga storten op mijn kruisweg, waar ik met zoveel hartstocht en passie aan begonnen ben.

 

De negende statie

De negende statie geeft Jezus weer, terwijl hij dodelijk vermoeid voor de derde maal onder het kruis neerstort. Jezus schreeuwt het uit van de pijn. Zijn gezicht is verwrongen van pijn. Het zware houten kruis dreigt Jezus te verpletteren. Met zijn linkerhand tracht Jezus nog het zware kruis van zich af te duwen, maar zonder de hulp van Simon van Sirene zou hem dat nooit zijn gelukt. De sterke Simon helpt Jezus het zware kruis van zich af te tillen. Het lijden heeft Jezus zwaar getekend. Het einde is nog niet in zicht. Jezus moet deze zware gang naar zijn kruisdood volbrengen en zal sterven aan het kruis.

 

De tiende statie

Aan de tiende statie ben ik nu bezig. Een hele dag heb ik getekend en deze tekening met ultramarijn nagetrokken. Daarna het houtskool weggepoetst en begonnen met het inkleuren van de achtergrond met terpetine verdunde verf. Dit heeft inmiddels weer kunnen drogen, want er waren weer aardig wat dagen van afwezigheid. Dus: weer niet geschilderd. Het spaarzame moment dat ik wel in mijn atelier was om een speeltuigje voor mijn kleinzoon te repareren, nam ik te baat om te schilderen aan het gezicht van Jezus die beroofd wordt van zijn kleren. De beulen rukken hem zijn overhemd van zijn lijf. Een van de twee, de rechtse beul (als u er voor staat), legt zijn hoofd tegen Jezus aan. Hij doet met tegenzin wat hem is opgedragen. Ook dat is van alle tijden. Door zijn hoofd tegen Jezus aan te leggen, wil hij laten blijken dat hij meevoelt met Jezus, die tot de kruisdood is veroordeeld.

 

De elfde statie

De afgelopen week heb ik thuis getekend aan de drie laatste staties. Op de elfde statie wordt Jezus door twee beulen aan het kruis genageld. Links is een van de beulen bezig Jezus een grote spijker door zijn hand te slaan. Met een van pijn verwrongen gezicht ondergaat Jezus deze gruweldaad. De beul rechts van Jezus doet zijn afschuwelijke werk met tegenzin. Hij raakt Jezus nog even met zijn hand aan. Het zal nu niet lang meer duren of Jezus zal de kruisdood sterven. Hij heeft dorst en met een spons in azijn gedoopt laat een soldaat Jezus drinken. Daarna doorboort hij het lichaam van Jezus. Dan roept Jezus: “Vader het is volbracht.” Dan valt zijn hoofd naar voren en hij sterft.

 

De twaalfde statie

Jezus is gestorven. Zijn hoofd hangt diep voorover, de doornenkroon nog op zijn hoofd. Bloed loopt uit de wonden in zijn borst. Maria en Veronica treuren diep bedroefd naast Jezus. Zij vouwen de handen en kunnen alleen maar bidden. Maria en Veronica kunnen ook staan voor twee vrouwen, de een is de moeder en de ander een goede vriendin, gezien in onze tijd.

“Jezus Nazaremus Rex Judaacorum” staat geschreven op een stukje plank dat boven Jezus hoofd op het kruis is gespijkerd.

Met alle ellende in onze huidige wereld transformeer ik het lijden van Jezus toen naar de huidige tijd, waarin Jezus als het ware elke dag opnieuw aan het kruis genageld wordt.

 

De dertiende statie

Aan het lijden van Jezus is een einde gekomen. Reeds uren is de dood ingetreden en vrienden hebben uiteindelijk het ontzielde lichaam van Jezus van het kruis genomen. Voorzichtig dragen zij Jezus. Zij kunnen het nog niet bevatten dat hun meester en grote vriend zo aan het kruis moest sterven.

In alle veertien staties heb ik rond Jezus als het ware een licht aureool geschilderd om de aandacht extra op Jezus te vestigen.

 

De veertiende statie

Maria en Veronica, geholpen door een van de navolgers van Jezus, hebben het lichaam overgenomen van de drie vrienden en dragen de dode Jezus naar het graf, zijn laatste rustplaats. Althans, dat denken zij. De volgende dag, zoals hij had voorzegd, vonden zijn geliefden een leeg graf. Jezus was verrezen!

Statie 14

Met liefde en dankbaarheid kijk ik terug op het ontstaan van deze door mij geschilderde kruisweg, waarbij ik ook de volledige steun heb gekregen van mijn partner. Een kruisweg waarin ik heb getracht Jezus lijden te transformeren naar deze tijd. Een tijd vol oorlog en geweld. En maar al te vaak spelen tegenstellingen in religies daarbij een grote rol. Toch zijn het vaak kleine groepen of individuen die aan de basis liggen van geweld en onderdrukking.

Martin Luther King had een droom! Een droom dat het voor de onderdrukte zwarte mens ooit beter zou gaan en gelukkig is die droom uitgekomen. Maar helaas is er nog ontzettend veel te doen om onze wereld tot een vreedzame wereld te maken. Mijn droom heb ik mogen verwezenlijken: het schilderen van deze kruisweg, die ik opdraag aan alle mensen die moeten lijden en sterven in onze “moderne” tijd om hun geloof of welke reden dan ook. Dankbaar ben ik dat ik mijn geloof, met al mijn twijfels, heb mogen behouden en blijf hopen op een vreedzamer wereld!

Voor de afbeeldingen van alle staties, klik hier