ArtWay

De veertigdagentijd herinnert mij eraan dat ik niet vast hoef te zitten in oude patronen van denken en handelen. Vernieuwing is mogelijk.

Kunstenaars

Cachet, Lion - door H.R. Rookmaaker

LION CACHET GEËERD

H.R. Rookmaaker
 
Het komt in onze tijd niet zoveel voor dat een calvinist kunste­naar beeldend kunstenaar is: begrijpelijk is dat wel als men bedenkt dat nergens meer dan juist op het gebied van de beeldende kunst de richting en stijlvorming in handen zijn van de meest uitgesproken on­christelijke stromingen. Het kan ons dan ook niet verwonderen dat, als we eens een calvinistische beeldend kunstenaar ontdekken, deze meer zijn kracht gezocht heeft, meer zijn betekenis gehad heeft op het gebied van decoratie en kunstnijverheid.  
 
 
 
In deze tak van kunst: ontwerpen voor kalenders, voor boekbanden, voor bankbiljetten, voor tapijten is men tenslotte voor alles dienend, en ligt meer dan elders de nadruk, naast kunstzinnigheid, op vakmanschap, verstaanbaarheid, eerlijkheid van materiaal, alles eigenschappen die naar zijn aard de gereformeerde mens van nature eigen zijn. En zo'n figuur is Lion Ca­chet geweest, over wiens kunst en be­tekenis dr. A.v.d. Boom zo sympa­thiek geschreven heeft - uitg. Kroon­der, Bussum. Hij toont hem in zijn ontwikkeling en in zijn grootste ontplooiing, nl. als ontwerper van de inrichting van schepen. Wie ooit een reis naar Indonesië maakte toen het nog Indië was, heeft vrijwel zeker kennis gemaakt met Lion Cachet’s werk: immers hij verzorgde de uitvoe­ring van eetzalen, rooksalons, muzieksalons etc. op schepen als de Johan de Witt, de Huygens, de Coen, de Johan van Oldenbarnevelt en de Aldegonde.
 
Sterk heeft hij in de jaren tussen '20 en '35 zijn stempel gezet op dit soort interieurkunst, waarin hij een voor­ganger en baanbreker is geweest. Daarom ook, omdat Lion Cachet’s ge­schiedenis tevens een belangrijke scha­kel is in de geschiedenis van de binnenhuisarchitectuur, zijn we zo blij met dit hoek. Het is zo jammer dat Lion Cachet voor de meest vergankelijke soort “woningen” heeft gewerkt - om over die bankbiljetten e.d. nu maar niet te spreken - zodat reeds nu nau­welijks meer iets van zijn meesterwerken te zien is. Een reden te meer om dit alles in een boekwerk vast te leggen, daar vergeten hier het miskennen van een groot voortrekker zou betekenen, van een verfijnd kunstenaar, wiens genie misschien wel zijn gren­zen had - die hij zelf beter dan enig ander kende - maar die binnen die grenzen ook tot maximum prestaties wist te komen. Uitvoering en illustra­tie - onmisbaar in een werk over Lion Cachet - zijn heel behoorlijk. Niemand wiens belangstelling op dit ge­bied ligt, mag dit werk missen.
 
Gepubliceerd in Trouw 9, 9, 1952