ArtWay

De veertigdagentijd herinnert mij eraan dat ik niet vast hoef te zitten in oude patronen van denken en handelen. Vernieuwing is mogelijk.

Kunstenaars

Giotto - door Paul Bröker

Giotto: Scrovegni-kapel in Padua

door Paul Bröker
 
De geschiedenis van de westerse monumentale schilderkunst begint bij de schilderingen die Giotto (1276-1337) in het prille begin van de 14de eeuw in de Scrovegni-kapel in Padua maakte. Giotto ontdekte hoe hij de illusie van diepte kon scheppen op een plat vlak; een van de belangrijkste mijlpalen in de geschiedenis van de schilderkunst. De ruimtelijke illusie is niet de enige revolutie in het werk van Giotto. Hij gaf ook uitdrukking aan de gevoelens van zijn personages, aan drama, aan pijn en vreugde. Giotto was de eerste die werkelijk gekeken heeft naar de mensen om hem heen; hoe iemand handelt in een bepaalde situatie; welke gebaren hij dan maakt en wat zich dan aftekent op zijn gelaat. In een op alle wanden doorlopend verhaal verbeeldt Giotto over 38 afzonderlijke fresco’s episoden uit het leven van Jezus en Maria. Eronder schilderde hij een pseudo-lambrisering van marmeren panelen, afgewisseld met allegorieën van de deugden en de ondeugden, in grisaille. In de blauwe hemel op het tongewelf bracht hij medaillons aan met afbeeldingen van Jezus, Maria en heiligen. Op de westmuur ten slotte schilderde hij een majestueuze verbeelding van het Laatste Oordeel. Hier schilderde Giotto de ontmanteling van zijn eigen stripverhaal. Boven het Laatste Oordeel, onder de ronding van het gewelf, rollen twee engelen de strip als een boekrol op. Daarachter ontvouwen zich de gouden poorten van de hemel.
 
Uit: Jaarprogramma 2008-2009 van Helikon, Landelijk instituut voor religie in kunst en cultuur, Pieter Breughelstraat 18, Utrecht. Voor informatie over hun cursussen, lezingen, excursies en reizen, zie www.kunstgeschiedenis-helikon.nl