ArtWay

De veertigdagentijd herinnert mij eraan dat ik niet vast hoef te zitten in oude patronen van denken en handelen. Vernieuwing is mogelijk.

Kunstenaars

Launspach, Cees

Cees Launspach
 
Levensloop
Op 1 augustus 1950 heeft Cees Launspach in Woerden voor het eerst het daglicht gezien. Van 1982 – 1987 bezocht hij de ABK “Vredeman de Vries” avondacademie in Leeuwarden. Op deze academie volgde hij de richting Monumentale Vormgeving en rondde deze met succes en veel plezier af. Deze opleiding was voor hem een eyeopener, zijn beeldend vermogen maakte onder leiding van docent J. Kuipers een draai van 180°.
 
 
Na de academie brak er een periode van verdere ontwikkeling en van exposeren aan. In binnen- en buitenland werd hij diverse keren gevraagd. Tot eind jaren ’90 was hij werkzaam in objecten en installaties, maar door de vermindering van spierkracht in zijn lichaam werd hij gedwongen het roer om te gooien en ontwikkelde hij zich meer en meer op het tweedimensionale vlak. Dat ging niet van zelf, want er zit een wezenlijk verschil in denken en benaderen tussen beeldvormer (beeldhouwer/hakker), zoals hij dat noemt, en een schilder. De schilder denkt in kleuren en lijnen, de beeldvormer denkt allereerst ruimtelijk en in vormen. Maar door zijn doorzettingsvermogen en de onmisbare leiding van zijn Schepper vindt hij dat het toch nog goed is gekomen en werkt hij nu op doek, papier en ander materiaal met verf, krijt en wat voor handen is om zijn ideeën op twee dimensionaal vlak uit te beelden.
 
Werkwijze
‘Ik denk op mijn kniëen,’ dat is de innerlijke houding van Cees Launspach wanneer zijn hoofd en handen de uitdaging aangaan om te verbeelden wat zich in zijn denkwereld afspeelt. In 1990 schreef hij het volgende als statement over het Land Art project dat hij in het kader van het Frysk Festival bij Lemmer realiseerde: ‘Aarzelend, nadenkend, ideeën en contouren schetsend in mijn hoofd, langzaamaan vormt zich een beeld.’ Op die manier ontstonden de projecten, objecten en installaties, in een dialoog tussen Schepper, materiaal en kunstenaar. Het verschil met de jaren ’80 en ’90 en nu is dat hij sneller is gaan werken. Voorheen kon het dagen, weken of maanden duren voordat hij vond dat het werk zover klaar was dat het weggezet of geëxposeerd kon worden. Nu kan het zijn dat er binnen een dag of zelfs een uur een werkstuk neergezet wordt. Het experimenteel expressionisme van o.a. Karel Appel heeft hiertoe bijgedragen. Ontwikkeling in zijn werk vindt hij belangrijk, het moet geen truc worden, hij wil zich blijven verbreden en niet vastroesten in zijn werk, niet snel tevreden zijn en vooral goed zien (zien is kijken met je gevoel en met je ziel), dat zijn voor hem belangrijke begrippen die hij zichzelf voor ogen houdt.
 
‘Het is de intense beleving van de ziel die de gevoelens tot een verbeelding brengt.’
 
1. Kerkdeur Raard, Friesland, glas appliqué. Titel: Gij Brood, Gij Wijn, Gij Vis, Amen – gebaseerd op het gedicht ‘De disgenoten’ van Ida Gerhardt, in opdracht van de Stichting Alde Fryske Tsjerken. U ziet in de twee halve deuren, die naar elkaar toegesloten zijn, de twee R’s van Raard. Zij beelden tevens twee naar elkaar knielende figuren uit en vormen in het midden een kruis. Links bovenin het Brood, linksonder de Wijn, rechtsonder de Vis en rechtsboven de Heilige Geest.
 
2. Descent, is ontstaan naar aanleiding van het lezen van een boek over deze thematiek.180 x 280 x 70 cm.
 
3. De Allerlaatste Avondmaalstafel 1, 80 x 150 cm, olieverf, pigment op linnen, N.t.k. In dit schilderij heb ik de allerlaatste tafel uit willen beelden. Er zit niemand om de tafel heen, we zien alleen het lichaam van Christus als tafel: van G'd en alles verlaten, uitgestrekt, uitnodigend, dit is mijn Lichaam, iedereen is welkom, aanvaard mij zoals ik ben, geslagen, gepijnigd, niets schoonheid, niets mooiheid. De omgeving is in striemende bewegingen neergezet, blauw (eeuwigheid), duidend naar lijden, want zonder lijden is er geen overwinning. Het lichaam/de tafel is rood, verwijzend naar het lam dat is geslacht, het bloed dat de Israëlieten aan de deurposten moesten smeren zodat de eerstgeborenen gespaard zouden worden en daarmee het voortbestaan van het volk van G'd.
 
4. Voorjaar, olie op canvas, 50 x 50 cm.
 
5. Erbarme dich mein Gott is ontstaan na het beluisteren van de aria uit de Matthëus Passion van J. S. Bach, olie op canvas, 100 x 100 cm.
 
6. Pasen, is spontaan ontstaan. Hierin is de dynamiek van het gebeuren duidelijke waarneembaar, olie op canvas, 120 x 100 cm.
 
Website