ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kerk en kunst -> Artikelen kerk en kunst

Het onvervangbare beeld - Marleen Hengelaar

Het onvervangbare beeld

door Marleen Hengelaar-Rookmaaker

In een aantal protestantse stromingen is het beeld en daarmee ook de kunst nogal eens met afwijzing en achterdocht benaderd, zeker – maar niet alleen – als het gaat om het beeld in de kerk. Als ik u op de man af zou vragen wat er nu precies zo verkeerd is aan het beeld, dan denk ik dat velen zo gauw geen antwoord klaar zouden hebben. Is onze dagelijkse ervaring dat beelden een slechte invloed op ons hebben? Komen we beter of slechter naar buiten na een bezoek aan een museum of mooie kerk? Niet dat er geen negatieve kanten zitten aan onze bovenmatige beeldcultuur en er geen ‘bevuilde’ beelden zijn, maar het beeld op zich speelt een geheel eigen, onvervangbare rol in het leven van een mens. We kunnen kunst en het beeld dan ook als goede gaven van God op een positieve en opbouwende manier in ons leven inzetten.

Laten we eens kijken naar wat de Bijbel zegt over beeld en kunst. Dan springt allereerst het tweede gebod eruit: ‘U zult u geen gesneden beeld maken en u daarvoor niet buigen’ (Deuteronomium 5:8). Het is vooral van belang dat we de twee delen van dit gebod niet van elkaar scheiden, want het gaat in dit gebod niet om het maken van beelden in het algemeen, maar om het maken van afgodsbeelden. God wil niet via gesneden beelden door ons aanbeden worden. Waarom niet? Omdat een beeld van een hogere macht, waar je naartoe gaat om offers te brengen om diens gunst af te smeken, algauw leidt tot een relatie met die godheid waarbij je van alles doet om hem of haar maar gunstig te stemmen en zo mogelijk naar je hand te zetten. Dat is wat heel anders dan de ‘Ik ben die ik ben’ die God voor ons wil zijn, een God waarvan we weten mogen dat hij er voor ons is, dat hij met ons optrekt en ons nabij wil zijn.

Synagoge in Dura Europos: De doortocht door de Rode Zee

De fresco’s over Mozes en andere oudtestamentische figuren die gevonden zijn in een synagoge in Dura Europos in Syrië uit de 3de eeuw na Christus, laten zien dat ook het jodendom het tweede gebod niet opvatte als een algemeen verbod op het maken van afbeeldingen. Wat we trouwens ook al kunnen weten uit de instructies die God zelf gaf voor de bouw van de tabernakel, waarbij hij o.a. opdracht gaf voor het maken van goudgesmede amandelbloesems, geborduurde granaatappels en zelfs twee gouden engelenbeelden voor bovenop de heilige der heilige ark van het verbond (zie Exodus 24:16-20; 37:17-24 en 39:24-26).  

Het gebruik van symbolen – zoals de hand of het oog van God, een driehoek voor de Drie-eenheid of God als bejaarde man – werd in de middeleeuwse christelijke kunst  een gangbare methode om God af te beelden. Net zoals de Bijbel ook allerlei metaforen of woordbeelden gebruikt om over God te spreken. God is onze rots, onze vesting, onze vader, de schaduw aan onze rechterhand. God is als een oude wijze grijsaard (in het visioen van Ezechiël) en als een moederkip, druk in de weer om haar kuikens te beschermen. We hebben als mensen beelden nodig om God concreet te kunnen maken voor onszelf en het is dan ook niet verwonderlijk dat de Bijbel ons die ruimte ook schenkt, ook al geven ze altijd maar één aspect van God weer. Net zoals God de onuitspreekbare is, is hij ook de onuitbeeldbare. Het zijn en blijven beperkte en symbolische aanduidingen van God.

Als we gaan zoeken in de Bijbel naar wat daar gezegd wordt over kunst, dan komen we er al snel achter dat de Bijbel enerzijds niet veel zegt over kunst, maar dat anderzijds een artistieke of beeldende manier van spreken een hele grote rol speelt in de Bijbel. De Bijbel bevat in feite maar heel weinig recht toe rechtaan theologische uitleg, het overgrote deel van de openbaring bestaat uit verhalen, gedichten, liederen, gelijkenissen en zelfs performances (uitbeeldende handelingen als kunstvorm) – performances  van de profeten, zoals Jesaja die drie jaar poedelnaakt rondloopt en Jeremia die lange tijd een juk voor koeien draagt. Of ook Jezus die de voeten van zijn discipelen wast (zie Jesaja 20:2-3; Jeremia 27:2 – 28:10; Johannes 13:1-11).  

Rudolf Marschall: De goede herder

Waarom doet de Bijbel dat? Omdat de bijbelse boodschap zo niet blijft steken in abstracties, maar concreet wordt gemaakt. De verhalen, gelijkenissen, metaforen, visioenen en uitbeeldende handelingen brengen de boodschap dichterbij. Ze doen een beroep op onze verbeelding. Ze nodigen ons uit tot inleving in het beeld en deelname aan het verhaal. We voelen de emoties en identificeren ons met de personen die een rol spelen in het verhaal. We worden aangesproken op een dieper niveau dan alleen ons verstand. Jezus zegt: ‘Ik ben de goede herder’ en je vraagt je af wat dat precies betekent en je stelt je voor hoe Jezus voor jou als schaap zorgt. Hoe hij bezorgd over je is en je gaat zoeken. Hoe hij naar je kijkt, als hij je eindelijk vindt. Beelden scheppen een ruimte voor de verbeelding om in te vertoeven en rond te dwalen, op onderzoek uit te gaan en nieuwe dingen te ontdekken, over jezelf, over de werkelijkheid en over God.

Van de 'beeldentaal' van de Bijbel is het maar een kleine stap naar de beeldtaal van de kunst, die ons eveneens uitnodigt ons in te leven, onze verbeelding te gebruiken en ons gevoel te laten spreken. In feite heeft de kunstenaar al een deel van het inleefwerk voor ons gedaan, want nu kunnen we de verhalen nog concreter voor ons zien, details opmerken die onszelf waren ontgaan, en kunnen de beelden ons wellicht nog dieper aanspreken.

De in christelijke filmkring wel bekende Jeffrey Overstreet zegt over de werking van kunst:

Kunst doet een beroep op onze verbeelding. Zo werkt goede kunst. Ze nodigt ons uit het kunstwerk binnen te gaan. Vervolgens gaan we vragen stellen, gissen, met de kunstenaars meedenken over het gemaakte beeld.

En kunstfilosoof Adrienne Dengerink Chaplin merkt op:

Kunst is een manier om de wereld te begrijpen. Kunst kan ons een verhevigde intieme ervaring van de wereld geven zoals die via de zintuigen tot ons komt. Ze openbaart belangrijke aspecten van de wereld die anders wellicht onopgemerkt waren gebleven en articuleert subtiele sensaties en gevoelens die anders verborgen waren gebleven. Kunstenaars dringen binnen in het diepe reservoir van menselijke ervaringen die te complex of genuanceerd zijn om in gewone taal weer te geven, maar die wel de manier waarop we naar de wereld, onszelf en God kijken diepgaand vormen. Kunst als vorm van ontsluiting via beelden opent tot dan toe ongekende werelden. Ze legt de wereld in al zijn rijkdom bloot, zijn glorie waar mogelijk vierend en waar nodig treurend over zijn gebrokenheid.

De katholieke kunsthistoricus Frits van der Meer zei: ‘Het woord is hoger, maar het beeld is dichterbij.’ Het woord kan abstracte waarheden in woorden vangen, kan dingen op een rijtje zetten en verduidelijken, kan vernuftige theorieën opbouwen, maar het beeld maakt concreet, maakt dat je het voor je ziet en laat je zo de gevoelswaarde en betekenis van iets ervaren. In één klap, in één beeld. Een klein nuanceverschil in een beeld, net een andere houding of net een andere blik, kan een heel verhaal vertellen. Om dat in woorden te vangen zou je inderdaad 1000 woorden of meer nodig kunnen hebben. Maar ook: omdat het beeld zichtbaar en concreet maakt en je de gevoelswaarde van dingen laat ervaren, spreekt het eerder je hart aan. Het beeld is dichterbij, dichterbij ons hart.

Het is echter niet mijn bedoeling woord en beeld tegen elkaar uit te spelen. Ze zijn verschillend van karakter en werking en daarom kunnen ze elkaar juist goed aanvullen.

Het beeld en de kunst kunnen niet alleen ons leven van alledag verrijken – in onze huizen, scholen, kantoren, steden en kerken – maar ook de geestelijke dimensie van ons geloofsleven. We kunnen kunst inzetten als een manier om bijbelse verhalen en waarheden te overdenken en tot ons door te laten dringen. Kunstwerken over bijbelverhalen kunnen ook nieuwe aspecten van de tekst voor ons ontsluiten, omdat kunstenaars vaak een eigen interpretatie geven van de bijbelse gebeurtenissen, net als de dominee zondag op de kansel.

Net als het woord is het beeld niet alles. Maar het is wel een van de wegen waarlangs God met ons kan communiceren en waarlangs wij God kunnen eren. Het is een weg waarlangs kunstenaars ons nieuwe dingen laten zien en ons de wereld in al zijn complexiteit beter helpen begrijpen. Rustig kijken naar kunst kan ons helpen ontvankelijker en opmerkzamer in het leven te staan en de hoogte, diepte en breedte van het leven dieper in ons te laten landen.  

*******

Marleen Hengelaar-Rookmaaker is hoofdredacteur van ArtWay.

Synagoge in Dura Europos: De doortocht door de Rode Zee, ca. 250.

Rudolf Marschall: De goede herder, een vroeg werk van de Oostenrijkse beeldhouwer Rudolf Marschall (1873-1967), dat zich in het Vaticaans Museum bevindt.