ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kerk en kunst -> Materiaal voor kerkelijk gebruik

Witte donderdag - Van Gogh Caféterras bij nacht

Vincent van Gogh: Caféterras bij nacht

De paradox Vincent van Gogh

door Jeff Fountain

Op het vroegere admiraliteitsgebouw bij de haven van Amsterdam hangt een grote bronzen gedenkplaat, die niet zozeer de moedige loopbaan van een heroïsche zeeofficier gedenkt, maar het verblijf in dit gebouw van een jonge ijverige theologiestudent die Vincent van Gogh heette. Van mei 1877 tot juli 1878 woonde hij hier bij zijn oom de viceadmiraal Johannes van Gogh, terwijl hij zich zonder succes probeerde voor te bereiden op een studie in de theologie met behulp van een andere oom, die dominee was in de hervormde kerk.

Op zondag werkte Vincent een fanatiek zelfopgelegd kerkbezoektraject af: een vroege ochtenddienst in de Oosterkerk, gevolgd door een tweede dienst in de Oudezijdskapel. Dan liep hij door naar de Westerkerk voor een volgende preek en sloot hij zijn ronde af in de Noorderkerk. De bronzen gedenkplaat citeert zijn eigen woorden aan zijn broer Theo over de ‘vele kerkportalen en kerkvloeren’ die hij in de stad had gezien. Vanwege achterblijvende studieresultaten vertrok hij naar de Borinage, een arm mijndistrict in België, om daar lekenprediker te worden. Met eenzelfde fanatisme stortte hij zich daar op de levens van de armen, gaf al zijn bezittingen weg en ging zelfs naar beneden in de mijnen. Maar zijn goede inzet werd afgekeurd door de lokale mensen alsook de zending waarvoor hij werkte.

Zijn schetsen van de naargeestige Belgische mijnstreek leidden er echter toe dat Theo hem adviseerde om kunstenaar te worden. Maar deze nieuwe roeping leek ook op teleurstelling uit te lopen. Vincent schreef Theo dat hij ‘nooit iets van belang zou doen’. Verdere mislukking (waaronder een noodlottige poging om een prostitué en haar kind te helpen) dwong hem terug te verhuizen naar zijn ouders in Nuenen bij Eindhoven. Daar maakte hij meer dan 500 werken in aardse tinten van boerentaferelen. Vervolgens vertrok hij naar Parijs, waar hij met kleur leerde werken en zijn karakteristieke korte penseelstreek ontwikkelde. Vandaar ging hij naar Arles in het zuiden van Frankrijk, waar hij een kunstenaarsgemeenschap hoopte op te zetten. Zijn stormachtige relatie met Paul Gauguin mondde uit in een jaar in een inrichting, waar hij 150 schilderijen produceerde. In 1889 verhuisde hij naar Auvers-sur-Oise om dichter bij zijn broer te kunnen zijn. Hij werkte koortsachtig door en maakte een schilderij per dag.  

Op een kwade dag in juli 1890 kwam hij terug naar huis gestrompeld met een dodelijke schotwond. Hij stierf twee dagen later. Tot voor kort meende men dat hij zichzelf had doodgeschoten. Maar onderzoek naar de hoek van het schot en andere omstandigheden hebben geleid tot de theorie dat twee jongens uit het dorp verantwoordelijk waren voor het ongeluk.

Het tragische leven van Vincent van Gogh staat in het teken van paradox op paradox. Tijdens zijn productieve jaren als kunstenaar worstelde hij om een schilderij verkocht te krijgen. Vandaag de dag brengen ze honderden miljoenen euro’s op. Hij was nooit als schilder in Amsterdam, maar tegenwoordig is het Amsterdamse Van Gogh Museum een van de meest populaire toeristenbestemmingen.

Kunstcritici hebben lang aangenomen dat Van Goghs negatieve ervaringen met de kerk hem deden breken met het institutionele christendom en hem het goddelijke deden zoeken in de natuur. Zijn eigen brieven aan Theo en zijn late schilderijen wijzen echter uit dat hij tot aan het eind van zijn leven bezig was met Christus. Zo schreef hij: ‘Christus leefde ingetogen als een groter kunstenaar dan alle andere kunstenaars, als medium levend vlees verkiezend boven marmer, klei en kleur. Deze onvergelijkelijke kunstenaar maakte van levende mensen onsterfelijken.’

Twee boeken die een levenslange impact op Van Gogh hadden, waren De navolging van Christus van Thomas a Kempis en Pilgrim’s Progress van John Bunyan. Over het schilderij Treurende oude man (aan de rand van de eeuwigheid) dat hij in 1890 maakte van een oude man die bij een open haard zit, schreef hij: ‘Een van de sterkste bewijsstukken voor het bestaan… van een God en een eeuwigheid is de onuitsprekelijk ontroerende kwaliteit in de uitdrukking van een oude man… die kan niet voor de wormen bedoeld zijn…’

Kort geleden wees mijn achtjarige kleindochter – een toegewijde Vincent-fan – me op nieuw research dat Caféterras bij nacht (1888) ziet als een uitbeelding van het Laatste avondmaal, compleet met een donkere Judas die de deur uitglipt, een centrale Jezusfiguur met een kruis achter zich en de overige elf discipelen zittend aan tafels. Het hele tafereel baadt in goudgeel licht, waarmee Van Gogh gewoon is het goddelijke aan te duiden. 

Toen Vincent over dit werk aan Theo schreef, zei hij dat hij ‘een enorme behoefte voelde aan, zal ik het woord noemen – religie.’

*******

Vincent van Gogh: Caféterras bij nacht1888, olieverf, 81 cm x 65 cm, Kröller-Müller Museum.

Jeff Fountain is directeur van het Schuman Centre for European Studies (www.schumancentre.eu) en woont mijn zijn vrouw Romkje in Heerde. Hij schrijft een wekelijks e-mailblog waarin bovenstaand artikel oorspronkelijk verscheen. Met zijn blog wil hij het begrip vernieuwen van het transcendentale in de kunst, cultuur en geschiedenis van Europa.

ArtWay beeldmeditatie 7 januari 2018