kunstenaar

Frederick Frank

Frederick Franck werd in 1909 geboren te Maastricht in een gemengd joods gezin. Hij leert het katholicisme kennen zonder indoctrinatie, als een poëtisch-mystieke ondergrond. Wanneer Franck dertig jaar later in contact komt met het boeddhisme, heeft hij het gevoel in vreemd land te komen, waar hij niet elke boom, elke heuvel kent. Daar begint hij veel overeenkomsten te zien tussen katholicisme en boeddhisme, niet theologisch maar existentieel. Christus wordt door hem herkend als een beeld van het Menselijke. Hij was het Licht dat in elk mens schijnt, dat in de wereld komt. Het moet hetzelfde licht zijn als waarover het Mahayana boeddhisme spreekt in termen van het "Oorspronkelijke Gezicht". Via een studie medicijnen komt hij in contact met Albert Schweitzer en werkt drie jaar met hem. "Zijn mensenliefde is geen mythe en ook geen bevlieging", zegt Franck, "anders zou hij het daar in Afrika geen vijftig jaar hebben volgehouden." In 1939 vertrekt hij naar de Verenigde Staten, waar zijn loopbaan als kunstenaar gestalte begint te krijgen. Kunst is voor hem een gereedschap, een methode om in het leven tot Werkelijkheid te komen. Dit is voor hem "De zen van het zien": zien en tekenen als meditatie. In 1942 koopt hij in de omgeving van New York een ruïne op van een oude watermolen, die hij ombouwt tot een twintigste-eeuws heiligdom: een oase van "naar binnen gekeerdheid". Hij noemt het "Pacem in terris" als eerbewijs aan paus Johannes XXIII, "de enige fatsoenlijke paus in mijn leven". Op een van de muren kerft hij de woorden: "Art is that which despite all gives Hope".

Berichten over deze kunstenaar