
Aan het Puttertje
door Theodore de Bèze
Heeft dus de dood het keeltje van het onschuldige vogeltje,
gewijd aan de Muzen, in z’n strik willen vangen?
Het keeltje – niets zuiverders heeft door zijn liefelijke muziek
de lucht vervuld met z’n weerklank –
Het keeltje – niets heeft op vollere of mildere wijze de gevoelige
oren gestreeld –
Het doet het gezang weerklinken, hetzij met een zware toon, hetzij met een hoge,
overgaand van de zware naar de hoge tonen.
Het ongelukkige lot (ach de dood, de smartelijke dood)
heeft het veroordeeld tot een eeuwig stilzwijgen!
Dus zal ik voortaan, mijn lieve vogeltje,
niet meer met jou spreken, bevrijd van mijn zorgen.
En jij zult niet meer met veel gemurmel de hand van je meester pikken,
Klapperend met je snavel en je vleugels!
En je zult ook niet meer plotseling, gekalmeerd door de het aanlokkelijke fluisteren van je meester, je voeden uit de hand van diezelfde meester.
Noch zal je ooit meer de luiaard uit zijn bed doen komen,
Wanneer je met je schelle stem de komst van het licht begroet!
Noch zal ik ooit meer, wanneer jij antwoordt op de zang van alle vogels,
Alle vogels horen in jou alleen!
Jij bent dus dood, mijn lieve vogeltje,
omdat de onontkoombare wet van de dood dat beveelt:
Jij hebt, zeg ik, tegelijkertijd het leven en de zangwijsjes beëindigd,
maar ik, ik zal niet ophouden voor jou te zingen.
Veeleer zal ik afwisselend jouw verzen laten opwegen tegen de mijne
en zal ik antwoorden op jouw zangen met mijn zangen,
opdat de dood met grote tegenzin een melodieus grafmonument hoort,
opgericht voor diegene waarvan ze de wijsjes niet heeft kunnen verdragen.
*******
Toelichting door J.L.R. Ledegang-Keegstra:
Beza heeft Calvijn opgevolgd als rector van de Académie de Genève. De beide heren waren jurist, maar in het kader van de reformatie hebben ze zich steeds verder ontwikkeld in de theologie en doceerden aan dezelfde Académie.
Hun bijbelse commentaren zijn zeer bekend en geven blijk van een grote bijbelkennis. Ze moesten zich ook schrap zetten tegenover de Rooms-katholieke kerk.
Van hen beiden is Beza de dichter. Hij vertaalde inderdaad twee derde van de Psalmen in het Frans op rijm. Maar dat was niet alles. In zijn Poemata zijn lofgedichten te vinden op zijn tijdgenoten, maar evengoed satirische gedichten die er niet om liegen. Het is dan ook komisch dat het gedicht op het puttertje lijkt op de soort lofgedichten op mensen.
Onder zijn tijdgenoten stond Beza bekend als een uitnemend latinist. Als je goed bent in een bepaalde materie, kun je je ook permitteren ergens de draak mee te steken, zoals in het potjeslatijn van de Passavant (Epistola Benedicti Passavantii) tot uiting komt.
De lange tijd die hij aan de Académie verbonden was maakte dat Beza ook in aanraking kwam met studenten uit de Nederlanden. Hij beleefde niet alleen de oprichting van de Leidse Universiteit (1575), maar ook die van Franeker (1585) en zelfs de stichting van de Gelderse Hogeschool in Harderwijk (1600).
Uit zijn grote correspondentie die in 43 delen verscheen in 2017, blijk zijn betrokkenheid met zijn oud-studenten, waarvan de meesten predikant werden, maar onder wie ook talloze professoren telden. Ook uit Alba Amicorum die de studenten aan het einde van de 16e en aan het begin van de 17e eeuw meenamen op hun peregrinatio academica, blijkt de link van Beza met veel van de rondreizende studenten die graag een bijdrage in hun album hadden van een beroemde professor. En Beza hoorde bij die categorie.
*******
Carel Fabritius: Het puttertje, 1654, olieverf op paneel (eiken), 33,5 × 22,8 cm, Mauritshuis, Den Haag.
Carel Fabritius (1622-1654) was een schilder uit de Hollandse 17de eeuw met een geheel eigen stijl. Hij schilderde portretten, stillevens, stadsgezichten en historiestukken, vaak in heldere kleuren en met een subtiele lichtbehandeling. In 1654 maakte Fabritius een van zijn meest bijzondere werken: Het puttertje. Het is een levensecht portret van een distelvink (putter) zittend voor een witte muur. In datzelfde jaar kwam de 32-jarige schilder plots om het leven door de ontploffing van een Delfts kruitmagazijn. Fabritius liet hierdoor een klein, maar wel buitengewoon veelzijdig oeuvre na van maar 12 schilderijen – allemaal unieke meesterwerken. (Bron)
Theodore de Bèze: ‘Aan het puttertje’. De oorspronkelijke titel van het gedicht luidt ‘Aviculae Acantidi’, gepubliceerd in Poemata varia (1597, Genève). Vertaling uit het Latijn Dr. J.L.R. Ledegang-Keegstra.
Theodore de Bèze (1519-1605) was een Renaissance filoloog en dichter die veel over dieren dichtte. Hij is vooral bekend als opvolger van Calvijn in Genève en als Psalmdichter. Als jurist was hij van grote invloed in de ontluikende republiek der zeven provinciën.
Dr. J.L.R. Ledegang-Keegstra studeerde Frans aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en promoveerde in Leiden op Le Passavant, een satirisch gedicht van Théodore de Bèze.
ArtWay dankt Ariëlle Reitsema voor haar medewerking