ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kunstenaars

Zaalberg, Meindert - BM - Albert Hengelaar

Meindert Zaalberg: Avondmaalsgerei

In de hand van de pottenbakker

door Albert Hengelaar

Ik kom uit een gezin met weinig kunst, maar wel veel levenskunst. Het eerste moment dat daar voor mij meer balans tussen kwam, was een gesprek thuis aan tafel over een gemeentevergadering in onze gereformeerde kerk. De pottenbakker Meindert Zaalberg (1907-1989), ook lid, had zijn stem daar verheven om niet te bezuinigen op kunstzinnige uitingen. Opvallend genoeg waren mijn ouders, hoewel niet bemiddeld, daarover opgetogen. Zij begrepen het belang van wat Zaalberg over kunst als uiting van geloof naar voren bracht.

Ik dacht aan dit moment toen ik onlangs een artikel van Zaalberg uit die tijd in handen kreeg. Eén op één stond daar wat ik thuis aan tafel te horen kreeg: voorkomen moet worden dat gereformeerde kerken ‘alleen ideale gehoorruimten met een maximale hoeveelheid plaatsen zijn.’ Kunst spreekt vanzelf in de kerk. En dat geldt zeker als Meindert Zaalberg lid is.

De potterijwereld van drie generaties Zaalberg is prachtig beschreven in het boek Een hemel van wereldse klei; Meindert Zaalberg, pottenbakker (B.J. Aalbers, 1987). Meindert is de spil in het geslacht en heeft als kind zijn vader voor zichzelf zien beginnen op de zolder waar hij sliep. Niet lang daarna mocht hij ook zelf meewerken. Het is een experimentele wereld van klei en glazuur. Meindert Zaalberg benadrukt dat er geen boeken waren waaruit zijn vader kon putten. ‘Het laboratorium bevindt zich tussen duim en wijsvinger,’ aldus zijn vader.

De Zaalbergs produceren een breed spectrum aan serviesgoed tot monumentale vazen en daarnaast ook muurreliëfs. Kleur is belangrijk. De firma kiest door de jaren heen voor ambachtelijk werk en mengt zich niet in de industriële fabricage. Meinderts werk valt op bij bekende kunstenaars vanwege zijn kunstzinnige ambachtelijkheid. De warme soberheid en strakke elegantie treffen doel.

Als gelovig man wist Meindert succesvol te laveren tussen kunst en levensbeschouwing. Wel was hij in het gereformeerde milieu een kunstzinnig buitenbeentje. Door zijn mildheid wist hij zich echter niet te storen aan het gebrek aan kunstzin in de protestantse wereld. Toen het nazisme in Duitsland opkwam, werd hij zich door artikelen van Prof. Schilder al vroeg bewust van het komende fascistische gevaar. In de oorlog huisvestte de familie Zaalberg onderduikers, die concerten gaven in hun toonzaal! Meindert Zaalberg: ‘Wij werden allen in deze duistere tijden door deze kunst verrijkt.’ Na de oorlog ontvingen zijn vrouw Truus en hij de Yad Vashem onderscheiding.

Ondertussen groeide zijn reputatie. In de jaren ’50 volgden solotentoonstellingen in het Stedelijk Museum en Museum Boijmans van Beuningen. Toen Gerrit Rietveld zijn enige kerk afleverde (in Uithoorn), zei hij tot zijn opdrachtgevers: ‘Ik ben niet kerkelijk, maar weet wel wie hier het aardewerk maken moet!’ In 1962 maakte Meindert plaats voor zijn zoons en trok naar Ommen, gehint door zijn kunstcollega Ommenaar Titus Leeser. In Ommen startte hij een eigen atelier. Daar voorzag hij de gereformeerde kerk van een nieuw doopvont.

Zaalberg was naast handwerksman ook een man van ideeën. Zo neemt hij ook de moderne kunst serieus en wijst op haar profetische kracht. Hij zegt: ‘Zij [de kunstenaars] spreken vanuit een existentie van onze tijd die wezenlijk weerzinwekkend is en de kunstenaars moeten de waarheid uiten over de ellende van de arme, lege mensheid, vervuld van angst en haat, starend in de toekomst van de ondergang en zich bewust van het verloren paradijs.’ Vanuit zijn eigen levensbeschouwing zegt hij: ‘Het is een zegen dat wij deze dingen ondergaan mogen en een wonder: als onze moede ogen wakker worden is er zoveel goeds te genieten, in een bloem en een vers, want het is Pasen geweest, de toekomst is niet de ondergang maar de opstanding. The best years of our life zijn niet voorbij, maar zullen altijd komende zijn.’

Bij zijn talrijke toespraken citeerde hij graag het gedicht ‘De Pottenbakker’ van Aart van der Leeuw met daarin de passage ‘en onbewust druk ik dan de weke klei tot kelken lijk de bloemen in de wei.’ Tot slot een citaat dat zijn werk en gedachtewereld typeert: ‘Rusteloos moet de handwerker voortbouwen op het verhoudingsgevoel dat hem bezielt. Elk voorwerp dat ontstaat dringt hem tot vernieuwing, tot vermoeienis toe. Hij zal steeds ontevreden zijn en al zijn hoop stellen op het machtig laaiende vuur dat z’n glazuren kleuren geeft. Hierin is hij direct bezig met de natuurelementen. Hij brengt de aarde in het vuur en dankt God voor een mooi ding, hij is dankbaar als iets goeds is bereikt.’

*******

Meindert Zaalberg: Aardewerken avondmaalsgerei, ca. 1975 (afbeelding SPKK).

Meindert Zaalberg: Twee flesvazen, 1987, expositie keramiekmuseum Princessehof  (http://www.capriolus.nl/nl/content/zaalberg-meindert).

Meindert Zaalberg (1907-1989) is de middelste in een familie van drie generaties pottenbakkers. Er verscheen een autobiografie over hun werk: Potterij Zaalberg werkt vanaf 1918 tot heden met klei en vuur (1998). Zijn zoon Herman is nog steeds actief. De site http://www.zaalberg-keramiek.nl/ kondigt de volgende tentoonstelling aan voor het late voorjaar 2023.

Albert Hengelaar is kunstliefhebber en penningmeester van Stichting ArtWay.

ArtWay beeldmeditatie 5 februari 2023