ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kerk en kunst -> Materiaal voor kerkelijk gebruik

Allerzielen - Drieluik over leven en dood

Drieluik over leven en dood

door Marleen Hengelaar-Rookmaaker
 
1. Ik ben het levende water
Jezus komt rond het hete middaguur aan bij de Jakobsbron in Samaria, moe van de reis, hongerig en dorstig. De discipelen zijn naar de stad gegaan om eten te kopen. Een vrouw komt water putten op een tijdstip waarvan ze zeker weet dat ze geen andere vrouwen uit haar dorp zal tegenkomen. Ze mijdt hen, want ze sluiten haar buiten vanwege haar laakbare levensstijl. Ook zij heeft dorst.
 
Bij de bron treft ze een vreemdeling, een Jood, een buitenstaander net als zij. Jezus vraagt haar om hem wat te drinken te geven. De vrouw is verbaasd en zegt dat ook, ze neemt geen blad voor haar mond: ‘Hoe kunt u, als Jood, mij om drinken vragen?’ Ze raken verwikkeld in een serieus persoonlijk en theologisch getint gesprek.
 
 
Uitnodiging
De Braziliaanse kunstenaar Alexandre Lettnin (1971) heeft deze ontmoeting op geheel eigen wijze in beeld gebracht, toen hij in Europa leefde en zich daar als buitenlander eenzaam en niet erg gelukkig voelde. Hij was getroffen door de liefdevolle houding van Jezus ten opzichte van de vrouw: Hij kent haar moeiten, pijn, zondes en zwaktes en wil haar daaruit bevrijden.
 
Op zijn ets heeft Lettnin de setting van het gesprek tot zijn essentie teruggebracht; we zien alleen de vrouw, de put en Jezus. De vrouw is maar een klein en mager poppetje dat, argwanend en gewond als ze is, Jezus met haar assertieve vragen op een afstand houdt. Jezus buigt zich echter naar haar toe, een en al aandacht, en maakt een uitnodigend gebaar.
 
Goddelijk perspectief
In de gravure heeft Lettnin gekozen voor een ‘goddelijk perspectief’. We zien de scène van boven, zoals God haar vanuit de hemel beziet. God ziet ons in het donker staan, terwijl Hij tegelijkertijd het licht ziet waar Hij ons naartoe wil leiden. Daarom gaat het in deze geschiedenis. Want ook Jezus ziet deze vrouw in de duisternis staan en wil haar het licht binnentrekken. Hij ziet hoe ze is, maar ook hoe ze zou kunnen zijn.
 
Jezus biedt deze dorstige vrouw een nieuw leven aan. Hij zegt: ‘Het water dat Ik geef, zal een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’ In de prent reflecteert het water in de put het licht van de hemel, dat een contrast vormt met de duisternis waarin de vrouw zich bevindt. Tegelijkertijd zien we Jezus’ hand weerspiegeld in het water. De weg naar het licht en het levende water is een persoon, is Jezus zelf.
 
Eeuwig leven nu
De put is cirkelvormig, wat staat voor de eeuwigheid daar een cirkel geen begin en einde heeft en altijd doorloopt. Zo worden dood en leven met elkaar gecontrasteerd: de vrouw met haar holle ogen en skeletachtige gelaat staat tegenover de ronde put met Jezus’ verwelkomende hand boven/in het water, dat een doorgang vormt naar het licht en het eeuwige leven.
 
Dat eeuwige leven beperkt zich echter niet tot een hersteld leven in de verre toekomst, na onze dood, maar behelst ook een nieuw leven hier en nu. Jezus biedt de vrouw en ons genezing aan: dorst lessend, reinigend, overvloedig bruisend water waardoor we steeds meer op Jezus kunnen gaan lijken. Nu al. Aan het eind van het gesprek met Jezus is de vrouw haar angst vergeten en rent ze naar haar dorpsgenoten om openlijk te getuigen van de komst van de Messias. Geen wonder dat de kunstenaar de prent heeft overgoten met een warme zachtgele gloed.
 
2. Ik ben de opstanding en het leven
Ook het tweede kunstwerk dat ik met u wil bekijken toont een ontmoeting van Jezus met een mens die door de dood is overmand, hier gewikkeld in de doeken van het graf. Herkent u hem?
 
 
Als de pop van een vlinder
In het bijbelverhaal in Johannes 11 staat er een menigte mensen om dit tweetal heen: de discipelen, Maria, Marta en de mensen die met hen meegekomen waren om te weeklagen. Maar net als bij het vorige werk is ook hier deze gebeurtenis tot zijn essentie teruggebracht: Jezus, het open graf, en Lazarus.
 
Roger Wagner (1957), een bekende Engelse christelijke kunstenaar, grijpt hiermee terug op de vroegste afbeeldingen van dit thema in de vroegchristelijke kunst. Al vanaf de 2e eeuw werd dit verhaal veelvuldig afgebeeld, voor catacomben en sarcofagen een voor de hand liggend thema. Vanaf de 4e eeuw kregen ook de andere aanwezigen bij het graf een plaats op schilderingen en iconen, maar daarvoor zoomde men in op de kern van de geschiedenis: Lazarus die als de pop van een vlinder voor Jezus staat, wachtend op bevrijding uit zijn cocon.
 
Kom naar buiten
In het schilderij zien we Jezus en Lazarus tegenover elkaar staan, Lazarus stokstijf, Jezus een en al dynamiek. Hij strekt zijn hand naar Lazarus uit, op het punt hem uit de zwarte cirkel van het graf het leven binnen te trekken. Het doet me denken aan Aslan in Narnia, die met zijn adem de versteende beelden tot leven wekt. Er valt licht op Lazarus. Jezus’ mantel is blauw, de kleur van de hemel en de toekomst.
 
Ik vind dit een prachtig beeld voor hoe God met ons bezig is. Wij zijn levende dood, ingepakt door alles wat ons beperkt en omknelt, maar God roept ons toe: ‘Kom naar buiten.’ Hij wil ons uit onze sleur bevrijden, uit de zonden en verslavingen die ons gevangen houden, de angsten die ons verstijven. Hij wil onze vastgelopen relaties, bevroren gevoelens en begraven talenten opnieuw tot leven wekken. Wij hoeven alleen maar te komen als Hij roept, durven wegstappen uit onze statische plekken, dan zal Hij ons nieuw leven geven en de windselen van ons afwikkelen, stukje bij beetje, als een glimp van een glanzende toekomst.
 
Eeuwige dood en eeuwig leven
Ook in dit kunstwerk speelt de cirkel als symbool van de eeuwigheid een belangrijke rol. We zien een zwarte cirkel achter Lazarus, een lichte grijsblauwe achter Jezus. De eeuwige dood en het eeuwige leven worden hier tegenover elkaar gezet. De donkere cirkel refereert aan wat in Psalm 49 over de goddelozen wordt gezegd: hun graf is hun eeuwig thuis. De weggerolde grafsteen, de lichte cirkel, is hier een symbool van leven geworden, terwijl hij tegelijkertijd ook als nimbus werkt, een aanduiding van Jezus’ heiligheid. U kent de nimbus vast wel, die gouden schijf of stralenkrans achter de hoofden van heilige personages in de oude kunst.
 
De grafsteen doet echter ook aan een molensteen denken, ook een symbool voor de eeuwigheid in de oude kunst, want een molensteen is zo zwaar en solide dat hij niet kapot te krijgen is. Het is een mooi beeld voor de permanentie van de daden en dingen die eeuwigheidswaarde hebben, die staat tegenover de ijdelheid van alles wat vergaat.
 
Menselijkheid en majesteit
Johannes 11 is ook bijzonder omdat dit hoofdstuk ons een kijkje geeft in het hart van Jezus. Hij huilt. Hij is diep bewogen als Hij ziet wat voor hartverscheurend verdriet de dood aanricht. En Hij is boos. In het Grieks staat: Hij snuift als een briesend paard. Hier zien we Jezus in zijn volle menselijkheid. Heeft Roger Wagner Hem hierom wel met zulke grote voeten afgebeeld, als een mens die met zijn voeten stevig is verbonden met de aarde?
 
Maar deze geschiedenis toont Jezus ook in zijn volle majesteit. Een kleine kop groter dan Lazarus, met uitwaaierende mantel, verdrijft Hij de dood. ‘Ik ben de opstanding en het leven,’ zegt Hij tegen Marta. Het trof me dat deze bekende woorden hier niet over Jezus’ eigen opstanding gaan, maar over die van ons. Jezus is onze opstanding en ons leven, want als we met Hem leven bloeit ons leven open, en als we met Hem sterven trekt Hij ons een nieuw leven binnen. Zo snel en zo zeker dat Jezus er zelf van zegt: ‘Wie in mij gelooft, zal nooit sterven. Geloof je dat?’
 
3. Ik ben de alfa en de omega
Het derde schilderij heet Het nieuwe Jeruzalem, waarmee we in de toekomst en het leven na de dood zijn beland, de plaats waar het leven van de dood bevrijd zal zijn. 
 
 
 
Van aangezicht tot aangezicht
Op dit werk van de Amerikaanse kunstenares Tanja Butler bevinden we ons in een soort binnenhof. Links staat een boom, misschien de levensboom. De linkerkant van het schilderij maakt gebruik van sterke kleuren, de rechterkant is overwegend wit. De scheidslijn tussen links en rechts wordt gevormd door een man die in gesprek is met een vrouw. Achter de vrouw staan nog meer mensen in de rij om deze man te ontmoeten. Wie is deze man in het midden van het schilderij?
 
Het lijkt me dat het Jezus is - een onopvallende kleine nimbus rond zijn achterhoofd lijkt dit te bevestigen. De ontmoeting van de vrouw met Jezus staat centraal in dit werk. Jezus buigt zich naar de vrouw toe. Ze hebben elkaars handen stevig vastgegrepen. We kunnen Jezus’ gezicht niet zien, maar wel de reactie die Hij oproept op het gezicht van de vrouw. Haar gelaat lijkt vooral uit te stralen hoe bijzonder en kostbaar deze ontmoeting voor haar is, alsof ze er lang naar heeft uitgekeken. Zoals Psalm 42:3 zegt: ‘Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God, wanneer mag ik nader komen en Gods gelaat aanschouwen?’ 
 
Achter Jezus bevindt zich een lichte wereld, Hij vormt als het ware de deur. Hierin bevinden zich mensen met witte gewaden die samen in gesprek zijn. Hun gezichten zijn ongedefinieerd, al hebben ze wel ieder een eigen kleur, alsof het hier niet meer om hun eigen ego gaat maar om de gemeenschap. Het is een wereld die vredigheid en rust ademt, waar men in volle aandacht voor elkaar tezamen is.
 
Verbondenheid
Jezus staat ons bij onze dood op te wachten om de deur te openen naar het leven zoals Hij het altijd al voor ons bedoeld had. ‘Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde,’ zegt Hij, ‘wie dorst heeft geef ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft.’ Het is opvallend hoezeer Jezus bij de Ik-ben woorden steeds weer benadrukt dat Hij het leven is en het leven geeft. ‘Ik ben het licht dat leven geeft, Ik ben deur naar leven in zijn volheid, Ik ben de weg, de waarheid en het leven, Ik geef water dat leven geeft.’ Dat is het thema dat Hij ons in alle toonaarden en met een scala aan beelden probeert duidelijk te maken.
 
Hij wil ons bevrijden uit de greep van de dood, waarbij het dus niet gaat om de beaming van een aantal geloofswaarheden, maar om een relatie, om een leven in verbondenheid met Hem. Ook gaat het hierbij niet alleen om vergeving en genade als weg naar het leven, maar ook om de Geest en nabijheid, verlossing en genezing die Hij ons schenkt als we met Hem leven.
 
Het mooie van deze drie schilderijen vind ik dat ze ons beelden aanreiken voor deze relatie met Jezus. Het zijn beelden die ik wil vasthouden. Net als woorden kunnen we ze met ons meedragen en kunnen ze ons steeds weer voeden. Ze maken de liefde van Jezus concreet voor ons. We kunnen Hem in de liefdevolle ogen kijken, zijn handen vastpakken en weten dat Hij met ons is in onze angst voor het sterven en strijd tegen de dood.
 
*******
 
1. Zie Johannes 4:1-30.
Alexandre Lettnin: Levend water, 2000, ets en aquatint op Salland papier, 37 x 27 cm. www.lettnin.blogspot.com.
 
2. Zie Johannes 11:1-44 en Psalm 49.
Roger Wagner: Lazarus (Psalm 49), 2009, Olieverf op paneel, 18 x 14.5 cm. www.rogerwagner.co.uk.
 
3. Zie Openbaring 21-22:5.