
Beeldmeditatie bij Lucas 19:28-42
Als je op Palmzondag het verhaal uit Lucas leest over Jezus’ intocht in Jeruzalem, valt meteen op hoe anders zijn versie is dan die van Marcus, Matteüs of Johannes. Geen palmtakken of andere takken. Die blijven mooi aan de bomen of in het veld. Geen uitzinnige menigte. Geen geroep van ‘Hosanna’ wat betekent ‘red toch!’. In plaats daarvan: leerlingen die hun mantels op de weg leggen voor Jezus en een loflied dat klinkt als een echo van Kerst: ‘Eer aan God in den hoge.’
Op het schilderij van Louis-Félix Leullier komt dit Lucasevangelie prachtig tot leven. Engelen zweven in de hemel boven de scène – net zoals in Lucas 2, toen ze het geboortenieuws aan herders brachten: ‘Gloria in excelsis Deo.’ De schilder lijkt te suggereren dat diezelfde hemelse lofzang nu weer klinkt bij de intocht van Jezus. Maar er is wel iets opvallends veranderd.
In Lucas 2 zingen de engelen: ‘Vrede op aarde’ in de donkere nacht. Maar bij de intocht klinkt op klaarlichte dag het omgekeerde: ‘Vrede in de hemel.’ Wat is er aan de hand met die vrede? Is vrede op aarde soms zo ver weg dat we haar alleen nog in de hemel kunnen terugvinden?
Misschien wel. We leven in een wereld vol onrust. En Lucas probeert ons geen sprookje te vertellen. Ook toen Jezus werd geboren, was de wereld donker. Maar de engelen zongen niet over een algemene vrede voor iedereen. Ze zeiden: ‘Vrede op aarde bij mensen in wie God een welbehagen heeft.’ Dat is iets anders. Het gaat om een vrede die begint bij mensen die zich richten op God, die hun leven willen afstemmen op zijn bedoeling. Die de verbinding met de hemel zoeken.
Jezus is daar het levende voorbeeld van. Hij kwam niet om te heersen, maar om te dienen – in het donker, midden in de gebrokenheid van het leven. En dat zien we ook in de reactie van zijn leerlingen. Zij spreiden hun mantels uit, leggen letterlijk hun bescherming voor hem neer. Ze maken zich kwetsbaar, uit eerbied, uit vertrouwen. En het zijn er veel, veel meer dan de twaalf. In Lucas 10 stuurt Jezus er 72 op pad en daarna zijn er nog meer volgelingen bij gekomen. Samen vormen ze bijna een volksmenigte.
Op de voorgrond van het schilderij zien we Maria. Zij en Jezus zijn de enigen die hun blik omhoog richten. Maria legt een hand op haar borst, alsof ze weeklaagt en het zwaard al voelt dat haar hart zal doorboren – precies zoals de oude Simeon het voorspelde in Lucas 2. Zij en Jezus lijken als enigen te beseffen wat er echt staat te gebeuren. Dat het nog veel donkerder zal worden.
Ten slotte huilt Jezus oog in oog met Jeruzalem. Omdat de mensen niet begrijpen wat hun vrede brengt. Omdat ze niet zien dat échte vrede begint met eer aan God. Dat daar – in die overgave, dat vertrouwen, dat dienen – de hemel de aarde raakt.
*******
Louis-Félix Leullier: Intocht van Christus in Jeruzalem (L'Entrée du Christ à Jérusalem), 1859, olieverf op doek, 62 x 87,5 cm. Arras, Musée des Beaux-Arts.
Louis-Félix Leullier (1811-1882), geboren en gestorven in Parijs, is een Franse schilder. Hij studeerde in het atelier van Antoine-Jean Gros. Als schilder van religieuze scènes en oriëntalistische onderwerpen begon hij met tentoonstellen op de Salon van 1839. Zijn werk wordt verder gekenmerkt door een grote interesse in dieren. Tussen 1842 en 1848 decoreerde hij de Saint-Fiacre-kapel van de Saint-Médard-kerk in Parijs; helaas bestaan deze werken niet meer. Hij stierf op23 februari 1882in Parijs, waar hij begraven ligt op de begraafplaats Père-Lachaise in de 42e divisie naast zijn vrouw Laure Soisson (1820-1865), weduwe van Maletra. (wikpedia)
Christien Flier is predikant in de Maartenskerk te Doorn.