Wij denken nog altijd met schrik terug naar de aanloop tot de tweede wereldoorlog en hoe weinig mensen de gevaren van het nationaal socialisme op tijd onderkenden. Hoe belangrijk is het je eigen tijd te kennen, om samenhangen te kunnen ontdekken in de brei van gebeurtenissen.
Jezus verwijt het zijn vrome tijdgenoten: jullie weten precies wat voor weer er morgen komt, maar waarom onderkennen jullie je eigen tijd niet (Lucas 12:56)? Hij gebruikt hier het woord 'kairos'. Kairos is iets anders dan chronos. Chronos is gewoon klokkentijd. Tik, tik, tik de ene gebeurtenis na de andere. Veel mensen kijken zo naar het nieuws. Het voltrekt zich voor hun oog, maar zicht op de achtergrond, samenhang en dynamiek van wat er gebeurt, ontbreekt volkomen. Kairos is volgens het woordenboek gekwalificeerde tijd. Dat wil zeggen geladen tijd. Wie zit te wachten op de uitslag van een examen is maar met één ding bezig: gezakt of geslaagd. Die verwachting vervult en kleurt de tijd. De kairos onderkennen is dan ook het goede moment kunnen kiezen voor een gepast woord of een passende daad. Dat gaat haast automatisch. Als ik begrijp wat er gebeurt: een schaatser zakt door het ijs, op dat moment hoef ik niet meer na te denken, maar ga ik meteen over tot de reddende daad. Wie over de vermogens beschikt om uit de 'tekenen' af te lezen welke lading dit moment heeft, maar er niet naar handelt, noemt Jezus een huichelaar. Huichelaars, zegt Hij, jullie onderkennen wel het aanzicht van het weer en daar kom je wèl tot goede voorzeggingen. Morgen gaat het regenen, dus neem een regenjas mee. Maar als het gaat om wat er in de samenleving aan de hand is, dan laten jullie het afweten of houden jullie je van de domme.
Onze tijd
De kleinste cirkel die ons direct omsluit is die van het materialisme. Reëel is alleen wat je kan zien, meten en eten. Dat ‘materialisme’ wordt nu nog getemperd door weerhoudende krachten die de vruchten zijn van de Geest (2 Thessalonicenzen 2:6). Je moet wel blind zijn als je niet ziet hoe onze West-Europese cultuur wèl leeft van de vruchten van het christelijk geloof, maar de verworteling ervan heeft los gelaten. Dat geeft onze samenleving een heel aangenaam karakter. Want er is geen politieke partij of in hun program staat de zorg voor zieken en zwakken hoog aangeschreven. Vrijheid, gelijkheid en broederschap, de idealen van de Franse Revolutie zijn nu pas eigenlijk algemeen geldende principes geworden. Het zijn bloeiende narcissen, die uit de tuin komen van de kerk en losgesneden werden van hun wortel: Jezus Christus. Het probleem is: je ziet ze nu al verleppen. Wij weten waarom. Als je bloemen wilt houden, gooi dan nooit de bol weg!
De wijdste cirkel die onze tijd en de hele aarde omvangt is die van D-day/V-day. Wij leven in een door Golgotha overschaduwde tijd. D-day is geweest. De heerschappijen en machten die deze wereld in de greep houden, zijn verslagen. Wij zijn overgezet van het rijk der duisternis in het Koninkrijk van de Zoon, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving van onze zonden. Toch staat V-day, de dag van de eindoverwinning, nog uit. Dat brengt een enorme spanning met zich mee die onze tijd kleurt.
Je tijd onderkennen is weten wat er speelt en dieper zien dan je neus lang is. Dit maakt ons verantwoordelijk. Als Jezus zegt: waarom onderkennen jullie ‘de kairos’ niet, dan bedoelt Hij, waarom reageer je niet? Dit is het moment. Nu moet je handelen! Laat nu blijken wie jullie zijn: zout dat zout en licht dat schijnt, twee beelden uit de bergrede (Mattheüs 5:13-16). Naar twee kanten toe kan dit ontsporen: het zout kan zijn kracht verliezen en het licht kan onder de korenmaat gezet worden. Dat correspondeert met twee grote afwijkingen in de kerk van vandaag. Aan de ene kant zien wij dat christenen zich zo begrijpend en sympathiek opstellen naar onze cultuur toe dat zij niets meer te zeggen hebben. Aan de andere kant bergen wij ons op in onze kleine subculturen waarin wij heerlijk weg kunnen schuilen voor de boze buitenwereld: twee gevaren, één ter linker- en één ter rechterzijde, waar wij ons voor moeten hoeden. Zowel zout als licht moeten ingaan in de kritische massa waar zij naar hun aard zegenrijk op moeten inwerken.
Dick Keyes vergelijkt de eerste houding met die van een kameleon.1) Je past je in je kleur aan je omgeving aan en tegelijk word je daarmee onzichtbaar en onkwetsbaar. De tweede houding vergelijkt hij met die van de Noord-Amerikaanse bizons, die bij een aanval van buiten of als een ziek dier bescherming nodig heeft, samen als kudde een cirkel vormen met de horens dreigend naar buiten. En inderdaad, overal kun je deze twee vormen van christenzijn waarnemen. Allereerst het kameleon-type. Denk aan de politiek.Wie als christen macht heeft en in een politieke functie verantwoordelijkheid bekleedt, heeft de neiging om compromissen te sluiten. Dat heeft geleid tot kameleon-wetgeving. Nu moet je in de politiek inderdaad soms compromissen sluiten. Maar er werden vaak grenzen overschreden alleen om maar aan de macht te kunnen blijven. Achteraf gezien is de abortuswetgeving hiervan een goed voorbeeld. Tegelijk heeft dit een mentaliteit versterkt waarbij wij niet meer pal staan voor waarheid en recht, maar over heel de breedte van het leven de stijl kiezen van de kameleon. Zo zie je christenen betrekkelijk onnadenkend meedoen met samenwonen voor het huwelijk, of met een uitgaansleven waar wij ons verre van moeten houden. Of speculeren met geld.
Wat voor de samenleving geldt, gaat ook op voor de wetenschap en theologie. In het laatste nummer van de vorige eeuw van het G.T.T. (Gereformeerd Theologisch Tijdschrift) wordt een overzicht gegeven van een eeuw lang gereformeerde theologie, begonnen bij Kuyper, eindigend bij Kuitert. Het is schokkend om te lezen hoe door de huidige groep gereformeerde theologen aan de VU en in Kampen erkend wordt dat er nagenoeg niets is wat nog overeind staat van al de bijbelse uitgangspunten van Kuyper en Bavinck. Zij hebben zich totaal aangepast aan de gangbare eisen van de universitaire wetenschap.
Wat ik bepleit is niet de gulden middenweg. Er is hier geen middenweg. Beide houdingen moeten als zondige verwereldlijking van het christenzijn worden afgewezen. Wat voor ons ligt is veeleer een koninklijke weg van openheid en standvastigheid samen. Zoals zout open is en zich geheel met het deeg vermengt en toch krachtig zijn smaak doet proeven. Zoals licht niet dooft als je het op een kandelaar zet, maar dan juist goed schijnt.
Het lijkt intussen een gevleugeld woord te zijn geworden: wie in de postmoderne tijd de boodschap van het koninkrijk van God verkondigt, is als een koopman die berenmutsen wil verkopen in de Sahara. Inderdaad, zo voel je je als verkoper van al die grote dingen van het evangelie in een grote stad als Amsterdam. Er is geen behoefte aan genade, eeuwig leven, wederkomst, en ga maar door. Probeer maar eens voedsel aan te bieden aan wie geen honger heeft. Tegelijk is deze typerende bontmutsuitdrukking ook heel ontmoedigend. Daar zit je dan met je mooie bontmutsen. Maar waarom zouden wij ons product niet eens vergelijken met bijvoorbeeld ons mobieltje? De in de Sahara rondzwervende bedoeïen zal bij het aanbod van dit artikel even afwijzend reageren: hij weet in de wereld niet wat hij met dat kleine brokje draad en plastic aanmoet. Maar het verschil met de bontmuts is dat zijn reactie heel anders zal zijn als het hem wordt uitgelegd. Dan zal hij totaal verbaasd zeggen: wat, maakt dit contact met een boven mij zwevende satelliet? En is het waar dat je via die satelliet zelfs in de totale verlorenheid van de woestijn nog je oriëntatie kan vinden? Hulp kan vragen in nood? Vrienden kan maken? Het zal hem overvallen als een puur wonder. Er is hier veel uit te leggen en door daadwerkelijke demonstratie waar te maken. Maar dat zijn dan ook precies de twee dingen die wij vandaag moeten doen, net als in de tijd van Handelingen: demonstratie en proclamatie, in de kracht van de Geest.
Nader toegespitst op onze tijd: wat wij nodig hebben is levende gemeenten en een goede apologetiek. Christelijke gemeenschappen, waar zichtbaar wordt hoe het leven in de woestijn totaal verandert als je met behulp van het Woord van God contact maakt met de satelliet. Zo’n gemeente zal open en onbevangen omgaan met de omringende cultuur. In, maar niet van de wereld. Geen museum, maar een open hof. ‘A demonstration of the existence and character of God’, zoals Schaeffer zei. Tegelijk zal ze karakter tonen, door hebben waar het om draait in deze tijd, de kairos zien en erop inhaken. Waarom huilden zoveel mensen bij de dood van Diana, waar moet je heen in de woestijn van het kankerpaviljoen, in de onmacht in het conflict om Jeruzalem? Er zijn diepe behoeften in de geestelijke dorheid van onze consumptiemaatschappij.
Het voorbeeld van de G.P.S. bij de bedoeïen maakt duidelijk hoezeer wij zijn aangeland in een tijd waar juist de ‘basics’ om goede uitleg vragen. Wat is de plaats van de Bijbel? Waar hebben wij verzoening voor nodig? Hoe reëel is de Heilige Geest? Wanhoop niet aan de mogelijkheid om deze dingen uit te leggen. Waar wij aan moeten werken, in de lijn van het artikel op de voorpagina van deze LEV, is een gezonde niet-rationalistische, heel de mens aansprekende en aanrakende apologetiek. Nuchter en reëel. Steeds geheel toegespitst op de persoon die je voor je hebt, met begrip waarom de ander het niet begrijpt. Maar twijfel niet aan het product. Het is waarlijk geen onbruikbare bontmuts, maar een ook in deze tijd krachtig en werkzaam instrument.
1. Dick Keyes: Chameleon Christianity: Moving beyond Safety and Conformity. Hourglass Books, 1999.
Gepubliceerd in LEV, tijdschrift van Stichting l’Abri, www.labri.nl